Uit
een schrift van Frans van Weert (1878-1961) uit St.-Oedenrode
haalde ik het volgende Annemie-lied.
Annemie
komt er niet zo goed van af in de coupletjes, het refrein
daarentegen is vol lof over haar.
Een
variant vond ik op een los liedblad: ‘Annemieke m’ n
honingbieke’.
Het
is een interessant liedblad, vooral de tekst bovenaan en onderaan
het blaadje.
Het
wordt te koop aangeboden door een langdurige werkloze en het
(geldelijk) antwoord wordt
onder dankzegging
teruggehaald.
Anne
Mieke
1.
Ik
ken een flinke boeren meid van vijftig jaren oud
Ik
heb haar allang gekend, ze is nog niet getrouwd
Het
is een flink en net persoon maar ze loopt een beetje mank
Hare
adem is niet fris, ge stikt haast van de stank.
Refrein:
Anne
Mieke mijn hartediefke
Ik
hoor mijn hartje als een hamer slaan
Anne
Mieke mijn honingbieke
Zoudt
gij met mij door het leven willen gaan?
2.
Haar
wangen staan mooi bol en rond, haar kinneke spits en plat
Haar
voorhoofd is lang en smal en van boven zeer glad
Twee
wratten prijken en op haar neus, haar ene oog kijkt scheel
Hare
rug gelijkt er wel op een zeer oude kameel.
Refrein.
3.
Als
gij mijn Anneke tegen komt, doe mij dan een plezier
En
vraag eens of ik haar spreken mag, ik wacht dan morgen hier
Als
gij mijn Anneke eens ontmoet, maak haar dan eens blij
Breng
haar dan een schone groet, een schone groet van mij.
Refrein.
4.
Mijn
Anneke kent toch iedereen, een ieder geniet ervan
Als
gij mijn Anneke tegenkomt, waag jij er een oogje an
Al
zijn haar haren nog zo rood, zo rood als een garnaal
Mijn
Anne Mieke is en blijft mijn levensideaal.
|