CuBra
Inhoud kluchten
Inhoud beroepen- liedjes
Home
Inhoud dieren- liedjes
lnhoud feestliedjes

Ben Hartman

Kluchten en feestliederen

Elke donderdag een nieuwe aflevering

Driebeen (Ik ben Van der Steen)

De muzieknotatie staat onderaan de pagina

 

Dit is een klassieker onder de Brabantse feestliederen, behalve een lied is het ook een voordracht.

De bedoeling is dat degene die het lied voordraagt een broek aanheeft met drie pijpen.

In de middelste pijp steek je een bezemsteel met een schoen eraan, dit been moet er zo natuurlijk mogelijk uitzien.

Bij het zingen van het refrein beweeg je je eigen benen en met een hand wordt het kunstbeen bewogen.

Het moet er echt uitzien of je drie benen hebt.

 

1.

Gij ziet mij hier, geacht publiek

Mijn naam is van der Steen

Ik ben, ik zeg met maar publiek

Geboren met drie been (zoals je ziet)

En waar ik ga en waar ik sta

Roept iedereen, dat is een wondermens

En ik zing mijn refrein:

 

Refrein.

Ik ben van der Steen, fideldom, fidelda

Met mijn derde been, fideldom, fidelda

En waar ik ga en waar ik sta

Een ieder kijkt mij verwonderd na

Ik ben van der Steen, fideldom, fidelda

met mijn derde been.

 

2.

Het leven vaak van menig mens

Brengt zijn problemen mee

En alles gaat niet steeds naar wens

Dat merke men alree

Mijn goede moeder ondervond dat ook

En wist met geen fatsoen

Hoe zij, vanwege mijn derde been

Mijn luier om moest doen.

 

Refrein.

 

3.

Zo’ n derde been geacht publiek

Is dikwijls heus geen pret

Ik pieker soms mijn hersens ziek

Bij het stappen uit mijn bed

Want het gevaar dat ik mijn dag begin

Met mijn verkeerde been

Is heus geen pretje zonder gein

En ik zing mijn refrein.

 

Refrein.

 

4.

Eens liep ik in het dierenpark

En stond voor een apenkooi

Het was er druk als op de markt

Maar ik vond het heus niet mooi

Want al die apen staarden mij aan

En het schoot hun door het brein

Hee dat is geen gewone man

En ik zong mijn refrein.

 

Refrein.

 

5.

In het stadion op de wielerbaan

Zat ik op de eerste rang

Want ja, de sport die trekt mij aan

Maar ik kwam spoedig in het gedrang

Men haalde fluks de EHBO

Maar goede raad was duur

Men wist geen raad met mijn derde been

En ik zong toen heel zuur.

 

Refrein.

 

6.

Gij kent mij nu geacht publiek

Het was me een grote eer

Maar toch, al lacht u zich ziek

Zing ik geen liedjes meer

Ontmoet u mij eens op de straat

Wees dan heel lief en fijn

En lach niet als een onverlaat

Maar zing met mij het refrein.

 

Refrein.

 

Ik kreeg deze tekst van Corrie Poirters uit Boxtel.

Haar versie lijkt veel op een optekening die gepubliceerd is in:

‘Liederen en dansen uit de Kempen’.

Ook kwam ik het lied tegen in het vijfde deel van de ‘Kroniek van de Kempen’, 1985. Hier is de tekst wel sterk afwijkend van de bovenstaande 6 coupletten.

 

Een iets andere tekst vond ik nog op een klein blaadje papier waarvan ik de herkomst niet meer weet.

Een kleine aanwijzing heb ik wel: er is sprake van het TOP terrein, in het derde couplet.

Als hiermee de bekende voetbalclub uit Oss bedoeld wordt dan lijkt de afkomst van deze liedtekst wel duidelijk.

 

1.

Geacht publiek, ge ziet mij hier

Mijn naam is van der Steen

Ik ben maar een stuk ongeluk

Geboren met drie been

En waar ik ga en waar ik sta

Daar roept van groot tot klein

Hoera, daar heb je het wondermens

En ik zing mijn refrein:

 

Refrein.

Ik ben van der Steen, fiedelri, fiedelral lala

Met mijn derde been, fiedelri, fiedelral lala

En waar ik ga en waar ik sta

Mijn derde been komt altijd na.

 

2.

Ik ging laatst naar het Bonsgebouw

Er was daar een revue

Maar owee, toen ik daar binnen kwam

Toen riepen de mensen wat nu

Is dat nu toch geen raar geval

Of is het flauwekul

Maar mens, ik schaamde me haast dood

Want ik was alweer de lul.

 

Refrein.

 

3.

Laatst ging ik naar een voetbalmatch

Op het TOP terrein

Maar het was daar als overal

Ze kijken allemaal naar mij

Ik heb daar toen wat meegemaakt

Er kwam een meisje naast mij staan

Die vroeg: meneer vertel mij eens

Hoe hebben ze dat gedaan?

 

Refrein.

 

4.

Uw handgeklap, geacht publiek

Was mij een grote eer

Maar ik zing nooit geen liedje meer

En waar ik ga of waar ik sta

Ik houd m’ n eigen dom

Ik zing dan ook geen liedje meer

Omdat ik het verdom.