CuBra
Inhoud kluchten
Inhoud beroepen- liedjes
Home
Inhoud dieren- liedjes
lnhoud feestliedjes

Ben Hartman

Kluchten en feestliederen

Elke donderdag een nieuwe aflevering

D'n ouwe loel

De muzieknotatie staat onderaan de pagina

 

1.

Ons vadde zin, lest tegen mèn

Ach Jan, ik weet zo’ n knappe meid

Ge moest er ‘ns gaan vrijen (2x).

 

2.

Och vadderlief, ik ben zo bang

Ik weet er van gin vrijen van

Ik durf gin mèske aan te kijken (2x).

 

3.

Och jongelief, doe niet zo flauw

’t is de dochter van boer de Lauw

Dè is ’n knappe deerne (2x).

 

4.

En toen ’t zondagavond was

Stak ik m’ n pèpke in m’ n tas

En ik ging aan ’t afmarcheren (2x).

 

5.

Hoe dichter ik kwam, al bij ’t huis

Ik liep nog zachter als een muis

En ik keek eens door de glazen (2x).

 

6.

D’ n ouwe Loel, die zaat bij ’t vuur

De torenklok sloeg juist acht uur

En toen traoi ik naar binnen (2x).

 

7.

Goeienavond saam, hoe gigget oe nou

De beste gezondheid wens ik ouw

De groeten van ons vadder (2x).

 

8.

Het werd dieën avond wel zeer laat

Ik praatte als een advocaat

Ik dacht niet meer aan vrijen (2x).

 

9.

D’ n ouwe Loel die ging naar bed

Hij wenste ons nog heel veel pret

Daar zaten we toen samen (2x).

 

10.

De meid die viet me bij m’ n hand

Ik dacht och meid, wa bende gij strant

Mar ik durfde niks te zeggen (2x).

 

11.

De meid die viet me bij m’ n haar

Ik dacht och meid, wa doede gij raar

Mar ik durfde niks te zeggen (2x).

 

12.

De meid die viet me bij m’ n hals

Ik dacht och meid, wa doede gij vals

Mar ik durfde niks te zeggen (2x).

 

13.

De meid die viet me bij m’ n nek

Ik dacht och meid, wa doede gij gek

Mar ik durfde niks te zeggen (2x).

 

14.

De meid die viet me bij m’ n knie

Ik dacht och meid, da meugde gij nie

Mar ik durfde niks te zeggen (2x).

 

15.

Ik gaf de meid mar vlug een hand

En zette de stoel weer aan de kant

Ik ging aan ’t afmarcheren (2x).

 

16.

En al word ik heet, al word ik koud

Al word ik honderd jaren oud

Ik ga nooit meer uit vrijen (2x).

 

Dit laatste lijkt me een zeer goed besluit van de jongeling, en we hebben inmiddels denk ik, wel medelijden gekregen met het meisje!

Het kan natuurlijk zijn dat Jan gewoon homofiel was of er later voor koos om priesterstudent te worden en uiteindelijk tevreden zou zijn met een celibatair leven!

Jan kan ook een verstokte vrijgezel zijn geworden, zo’ n type dat we allemaal wel kennen in de stad of in het dorp waar we wonen.

Ik kan ze in Schijndel in ieder geval zo voor de geest halen!

 

De bovenstaande coupletten komen van verschillende optekeningen die we van dit lied maakten.

’t Is een bekend lied, de tekst verschilt hier en daar, de melodie is bijna overal hetzelfde.

 

D’ n ouwe Loel is geen typisch Brabants lied al zou je dat wel kunnen veronderstellen.

Als je er verschillende liedboeken op na slaat en de commentaren leest bij dit lied dan moet je constateren dat ‘Mijn vader zei laatst tegen mij’ in zowat heel Nederland bekend is geweest.

Het lijkt aannemelijk dat de oorsprong ervan in Noord-Oost Nederland ligt en misschien wel in Duitsland.

Van hieruit is het lied over Nederland verspreid, waarschijnlijk door middel van een los liedblad, een vliegend blaadje.

Wat betreft Zuid-Nederland; er zijn ook optekeningen bekend uit Zeeland en Limburg.

 

Nu eerst wat gegevens uit Twente.

Ik vond een optekening uit Twente in: ‘Twents volksleven, liederen en dansen’, door Dr. G.J.M. Bartelink, 1967.

Hier is de titel: ‘Mien vare zèè lest teggen mie’ .

Uit de tekst kun je opmaken dat met d’ n ouwe Loel, soms ook Loef, bedoeld wordt de ouwe lui van het meisje, in het Twents: ‘de oale leu’

En in Twente heeft het meisje een naam: Christina van de Pol.

 

In weer een andere optekening, die we vinden in de liedbundel: ‘Straatmadelieven’, heeft de jòngen een naamsaanduiding: Simons-zeuntje, en hij wordt betiteld als de verlegen vrijer.

Dr. Tjaard de Haan, de samensteller van deze liedbundel,  heeft nogal wat commentaar bij het lied.

Hieruit blijkt onder andere dat het lied ook in Groningen bekend is geweest (Siemen-maanje), en een bewerking is uit 1860 van een wat oudere tekst.

De Haan zegt nog: ‘het stuk is in vrijwel alle Nederlandse gewesten zeer geliefd en wordt druk gevarieerd en vermeerderd. Het drong ook door in Belgisch Limburg en aangrenzend Duitsland.’

De Haan geeft in ‘Straatmadelieven’ nog een paar aardige coupletten, die ik u niet wil onthouden!

Ik zal ze wat omzetten in het Nederlands.

 

Goeienavond ouwe lui

Ik kom hier om uw dochter Trui

En de groeten van mijn vader.

 

Ik nam een stoel en ik schikte bij

Ik lei de armen al om haar zij

Om eens met haar te vrijen.

 

Maar toen kneep zij mij in mijn nek

Ik zei: zeg deerne, wat doe je toch gek

Ik ga weer naar mijn vader.

 

Er is ook nog een variant uit Salland, met drie brutale coupletten!

 

Ik schuif wat dichter bij ’t wicht

En kneep m’ n beide ogen dicht

Toen ik haar een zoen wou geven.

 

Die zoen dat moest, dat wis ik allang

Maar ik was zo afschuwelijk bang

Ik zat finaal te beven.

 

Ze kneep me hier, ze kneep me daar

Ik dacht nog, wel deksels, wat wil ze daar

Maar ik durfde het haar niet te vragen.

 

Ook in Noord-Holland was het lied bekend.

B. Veurman en D. Bax beschreven tekst en melodie in hun prachtige liedboek: ‘Liederen en dansen uit West- Friesland’.

Zowel tekst als melodie verschillen niet zo veel van onze optekeningen uit Noord-Brabant.

Veurman en Bax vertellen er nog bij dat het lied voorkomt op een los liedblad uit de tweede helft van de 19de eeuw en dat klopt.

In ‘De vrolijke lachduif’ (1943) uit de serie; ‘Liederen uit de oude doos’ staat het lied met een zelfde tekst als onze optekening.

De titel is: ‘van het piepske’ en als jaartal staat erbij: 1850.