Adam en Eva (3)
In
een liedjesschrift dat eens is aangelegd door C. van de Laar uit
Esch in de jaren 1897-1898, kwam ik een liedtekst tegen over Adam
en Eva: ‘Adam had schuld daaraan’.
Ik
neem tenminste aan dat het om een lied gaat getuige een refrein
tussen de coupletten!
Hetzelfde
lied vond ik op een driedelig liedblaadje; op deze manier werden
dikwijls losse liedblaadjes gedrukt en uitgegeven.
In
dit geval door: E. P. A. van de Geer Jr. uit Amsterdam.
Deze
naam kom je vaak tegen op losse liedblaadjes, of nog vollediger
als:
Electrische
Boek- en Handelsdrukkerij, Erven E. v.d. Geer,
Egelantiersstraat
17, Amsterdam.
Maar
ook de bekende Noord-Brabantse liedjesmaker en uitgever Frans
Rombouts uit Roosendaal gaf zulke drukwerkjes uit, met liedjes en
voordrachtjes.
Hij
gaf een catalogus uit
en
maakte de mensen erop attent dat elk nummer 1, 2, à 3 stukjes
bevat.
En
voor slechts 30 cent verkocht Rombouts dramatische
voordrachten.
Middels
deze drukwerkjes komen we al wat te weten over Frans Rombouts.
Onder
een liedblad staat bijvoorbeeld:
De
prijs is kennelijk niet aan inflatie onderhevig en bedraagt altijd
5 cent.
Een
derde naam die je veel tegenkomt op losse liedblaadjes is Pasman,
die woonde en of werkte in Rotterdam op de Jaffakade 7 en daar had
hij een snelpersdrukkerij.
Nu
terug naar het lied!
Alles
bij elkaar is het een eigenaardige tekst waarvan de melodie niet
bij mij bekend is en die ik tot nu toe nergens heb kunnen terug
vinden.
6.
Adam had schuld daaraan.
1.
Ja,
Adam en zijn Eva werd
Lelijk
uit ’t paradijs gezet
Omdat
ze beiden zonder schroom
Eens
snoepten van de appelboom
Vanaf
die tijd vrouw Eva sprak
De
vrouw is slim, de man is zwak
De
vrouwen denken vaak zeer wijs
Zulks
zien wij aan het paradijs.
Refrein:
Adam
heeft schuld daaraan
Hij
nam de appel aan
Eva
die goede bloed, vindt alles, alles goed.
2.
Als
een lief meisje wordt gevrijd
Zodra
komt dan die schone tijd
Men
kust en koost zich nimmer zat
De
wittebroodsweken noemt men dat
Maar
is die tijd voorbij o, kruis
Vraagt
zij wie is de baas in huis?
De
man heeft het meestal verbruid
Moet
dansen als ’t vrouwtje fluit.
Refrein.
3.
Had
Adam zich toch niet gestoord
En
niet naar Eva’s stem gehoord
Misschien
was de mens kloek en wijs
Nog
heden in het paradijs
Men
had dan geen belastingdwang
En
leefden dan ons leven lang
Gelukkig
en steeds blij gestemd
Als
een vis die in het water zwemt.
Refrein.
4.
De
mode is toch een tiran
Zo
zucht en klaagt soms menig man
Als
men volwassen dochters had
Als
men de modeplaat eens zag
Mevrouw
die wil een nieuw zij kleed
Een
nieuwe hoed wil Margareet
Een
fluwelen mantel wil Marie
En
Liesje een kiekerekie.
Refrein.
|