CuBra
Inhoud kluchten
Inhoud beroepen- liedjes
Home
Inhoud dieren- liedjes
lnhoud feestliedjes

Ben Hartman

Kluchten en feestliederen

Elke donderdag een nieuwe aflevering

Adam en Eva (2)

Ik laat nu twee liedjes volgen over Adam en Eva waarin de kus, de zoen het belangrijkste thema is.

Het eerste lied komt uit de rijke liedverzameling van mevrouw Blummel-Schellekens uit Schijndel.

Zij heeft veel liedjes voor mij gezongen, de melodie van ‘de eerste kus’ kende zij helaas niet.

Heel plastisch wordt verhaald over de ontstaanswijze van de eerste zoen.

 

4. De eerste kus.

 

1.

Heer Adam lag te dromen, te dromen in het gras

En lag er aan te denken, hoe schoon het leven was,

Hij dacht wat is het heerlijk hier op deez aard’

Maar hij hoefde ook niet te tobben om zijn kolenkaart.

 

2.

Hij lag daar in zijn eentje, te zingen in de zon

Want Eva was naar de stad voor een nieuwe japon,

De vogels in de bomen zongen zachtjes mee

En zie daar wipte Eva luchtig uit lijn twee.

 

3.

Ook Eva ging wat rusten in dat malse gras

Ze zuchtte dat de suiker alweer wat duurder was,

Ze mompelde nog Gerzon en hoedendoos

En daarna zei ze niets en mafte als een roos.

 

4.

Toen hoorde Adam eensklaps ’n brommend zoemgeluid

Hij dacht dat Eva snikte of ’n KLM-vliegtuig,

Maar nee, ’t was een bijtje zoemend in het rond

Tot het op Eva’s lip een zachte rustplaats vond.

 

5.

En Adam, nou dat snap je, keek er nieuwsgierig naar

Hij dacht wel potverdikke, wat doet dat beestje daar,

Maar toen hij naderbij kwam, weg vloog de bij

Die toen op Eva’s lip van schrik wat honing lij.

 

6.

En Adam die nou eenmaal nieuwsgierig was gemaakt

Wou toch wel weten dat dat beestje zo kostelijk had gesmaakt,

Eerst dorst hij niet, maar eensklaps pakte hij de moed

En toen was hij verloren, wat smaakte die honing zoet.

 

7.

En zo is heel toevallig, het kussen toen ontdekt

En geheim is zo als honing gestadig uitgelekt,

En ’t is wel eigenaardig dat jong en oud

Dat heel die goeie wereld zoveel van honing houdt.

 

5. De zoen.

 

Mevrouw Geerts- Sanders uit Schijndel zong voor ons dit lied in 1983.

Ik vond een identieke tekst op een los liedblad op de site: www.hetgeheugenvannederland.nl, met als titel: ‘Ja en toen…’.

Het refrein wijkt enigszins af: 10-regelig i.p.v. 5-regelig bij onze veldopname:

 

Ja en toen, ja en toen

Schiep de heer tot slot de zoen

En de eerste nacht in mei

Toen was Eva zo men zei

Als de kippetjes erbij met vrijerij

Ja en toen, ja en toen

Schiep de heer tot slot de zoen

En die zoen ligt nog vandaag

Iedere man zwaar op z’n maag

Daarom zoenen alle meisjes zo graag.

 

Nu de veldopname uit Schijndel:

 

1.

’s Maandags ging de heer aan ’t scheppen

Dinsdags was de aard aan ’t steppen

’s Woensdag zag men al van verre

De zon en maan en ook de sterren

Donderdags heeft God de apen

Samen met de man geschapen

Vrijdags kwam het kattenras

En zaterdags kwam Eva pas.

 

Refrein:

Ja en toen, ja en toen

Toen schiep de heer tot slot de zoen

En die zoen die ligt vandaag

Iedere man zwaar op z’n maag

Daarom doen het alle mannen o, zo graag!

 

2.

Eva plukte de eerste appel

En zij maakte zich daar sappel

Adam wou er eerst niks van weten

Maar de sufferd heeft toch gebeten

Dat kwam zijn plezier vergruizen

Adam moest meteen verhuizen

Na de eerste plant en dier

Kwamen de eerste mensen hier.

 

Refrein.

 

3.

Maar door de zoen komen de stroppen

Voor de mannen op de proppen

Door de zoen worden alle dagen

Mannen aan de haak geslagen

Zoent ’n man ’n vrouw d’r wangen

Blijft hij er levenslang aan hangen

Want door die zoen o, sapperloot

Moet je zweten voor je brood.

 

Refrein.