Drie
kipjes.
1)
Drie kipjes liepen op een rij
En
legden elk een prachtig ei,
De
kipjes riepen tok,tok,tok
En
liepen saam naar ’t kippenhok.
2)
Het haantje kraaide kukeleku
Zeg
kippetjes wat doe je nu,
Dat
ei moet liggen in het nest
Dom
kippenvolk dat weet je best.
3)
Tok riep een kipje,hoor eens aan
Wat
heb jij voor een praats hier haan,
Leg
in het nest eerst zelf een ei
En
dat jouw voorbeeld volgen wij.
4)
Beteuterd stond het haantje daar
De
kipjes lachten met elkaar,
En
nooit heeft het haantje meer gezegd
Waar
het ei moest worden neergelegd.
Dit
kinderversje werd voor ons opgezegd door mevrouw Gordijn-Kluytmans
uit Schijndel in 1983. |