De
werkman
1.
Nieuw werkmanslied.
1.
Zonder
werk en zonder voedsel
Zonder
aanspraak, zonder vrind
Loop
ik hier reeds vele dagen
Of
ik niets te werken vind.
Ik
loop stad en land in ’t ronde
‘k
Zoek van verre en nabij
Verjaag
mij niet uit uwe woning
Want
er is nergens geen werk voor mij.
2.
‘k
Heb ook kinderen die mij vragen
Vader,
geef me een stukje brood
Want
de honger doet ons kwellen
Ach,
breng redding in de nood.
Zonder
werk, ja zonder voedsel
Smeek
ik aan uw deur om brood
Zie
met medelij op mij neder
Want
de nood stijgt steeds omhoog.
3.
In
een hutje koud en vochtig
En
de honger steeds nabij
Heeft
zo’n grote rijke wereld
Dan
geen werk of brood voor mij.
Zonder
werk en zonder voedsel
Sleep
ik voort mijn droef bestaan
Moet
dat zo nog langer duren
Komt
er nooit een einde aan.
4.
Zonder
werk een lied gezongen
In
zo’n grote maatschappij
Zijn
de harten dan van steen
Heeft
er niemand medelij.
Zonder
werk, ach hoor mijn klacht
Broeders
help toch in de nood
Draagt
en steunt elkanders last
Want
de werkeloosheid is groot.
Dit
lied kreeg ik van mevrouw van Mensfoort- van Eindhoven uit Veghel.
Zij is geboren in Gemonde.
Ik
vond de tekst van dit lied terug in het laatste boek van de serie
‘Liederen uit de oude doos’, samengesteld door D. Wouters en
uitgegeven in Den Haag in 1943.
Het
is deel 8 en is getiteld: ‘De Tranenkruik, sentimentele liederen’.
Volgens
Wouters stamt het lied uit omstreeks 1898, en hij heeft er een
interessante voetnoot bij geplaatst:
In
een Vergeten hoofdstuk
dat Domela Nieuwenhuis naast het Gedenkboek bij de
troonsbestijging van Wilhelmina in 1898 deed verschijnen, wordt
een schrijnend leed openbaar gemaakt over de wanhopige toestanden
toen in de arbeidswereld. Zelf heb ik in de jaren 1906 tot 1909
zeer ergerlijke kinderarbeid van leerplichtige jeugd te Blokzijl
moeten aanzien. Later zijn betere arbeidswetten gekomen.
Aldus
D. Wouters.
Ik
heb weliswaar een tekst gekregen van mevrouw van Mensfoort- van
Eindhoven, zij heeft het lied niet voor mij gezongen en ook in ‘De
Tranenkruik’ staat geen melodie-aanwijzing.
Maar
ik vond het lied ook nog in ‘De kroniek van de Kempen’ en daar
staat wel een melodie bij genoteerd.
Deze
melodie staat echter genoteerd voor een vier-regelig couplet, dus
we hebben hier waarschijnlijk geen originele melodie.
Voor
de melodie, zie onderaan deze pagina
2.
De werkman
De
tekst van dit lied kreeg ik van mevrouw Slijters- van Aarle uit
Schijndel. Zij kende de melodie niet.
Ik
vond later een los liedblad in de verzameling van mevrouw P.
Heessels- van Maaren uit Schijndel met een identieke tekst:
Zie
het liedblad hieronder.
Ook
dit lied vond ik in een publicatie van D. Wouters in samenwerking
met J. Moormann: ‘Het Straatlied, een bundel schoone historie-,
liefde- en oubollige liederen’.
Uitgegeven
in Amsterdam 1933.
Het
is getiteld: ‘Werkmanslied’ en gedateerd plm 1860.
Als
voetnoot staat erbij:
Wordt
thans nog geregeld door werkloozen gevent.
Nou
is het heel interessant om dit lied op te zoeken op de site:
www.hetgeheugenvannederland.nl,
want daar wordt dit lied een paar maal gepubliceerd, de tekst is
iedere keer hetzelfde maar de aanhef is telkens anders en geeft
een goed beeld onder welke armoedige omstandigheden de aanbieders
van dit los liedblad leefden en met welke gebreken en ongemakken.
Ik zal een paar voorbeelden geven:
Daar ik wegens lichaamsgebreken niet in staat ben om met werken
Mijn brood te verdienen zoo tracht ik met het verkoopen van dit
lied in mijn onderhoud te voorzien.
Onderaan de tekst staat, bij dit voorbeeld:
Hierop wordt beleefd antwoord gehaald. Prijs 2 cent.
Oude kleeding en schoeisel worden in dank aangenomen.
Tevens bied ik UEd. te koop aan een prima schrijfmap van eerste
kwaliteit papier en prima enveloppen voor den prijs van 12 ˝
cent.
Een ander voorbeeld.
Dit gedicht wordt UEd. beleefd te koop aangeboden door een
werkloos bouwvakarbeider zonder ondersteuning.
In de hoop dat UEd. ons in dezen benauwden tijd goedgunstig moogt
gedenken, geven wij UEd. bij voorbaat onzen hartelijken dank.
Prijs naar eigen goeddunken.
Ook de melodie van dit lied vond ik in ‘De Kroniek van de Kempen’,
deel 13, pag.147.
Er is overigens wel een melodie-aanwijzing op een van de vliegende
blaadjes waar dit lied op staat:
Wijze: de jonge speelman of de blauwe kiel.
Voor
de muzieknotatie zie hieronder.
|