De
godverzakende boer
Het
nu volgende lied over de godverzakende boer, dat ook wel eens als
titel heeft: ‘de hovaardige boer’, nam ik in 1977 op bij
mevrouw Schelle-Habraken in Udenhout.
Ook
trof ik de tekst aan in diverse liedschriften; steeds was de tekst
gebrekkig, onvolledig, corrupt.
Ik
werd geholpen in 1987 door een publicatie van het Nederlands
Volksliedarchief, onderdeel van het P.J. Meertensinstituut te
Amsterdam.
In:
‘Onder de groene linde’, deel 1 staat het lied vermeld onder
de titel: ‘Komt hier gij schenders van het gebod ( de
godverzakende boer)’.
De
8 coupletten lijken heel volledig te zijn en dat bleek eens te
meer toen ik een aantal jaar later een los liedblad onder ogen
kwam uit de verzameling van mevrouw P. Heessels- van Maaren uit
Schijndel.
Op
dit prachtige liedblad, hieronder wordt het gepubliceerd, staan
dezelfde 8 coupletten afgedrukt.
In
‘Onder de groene linde’ staat de samenvatting van de
liedtekst:
‘Een
boer is kwaad op zijn knecht omdat die op de dag van Maria
Hemelvaart naar de kerk wil gaan terwijl er op het land gewerkt
moet worden.
Hij
noemde God een slaper en spot met hem. Wanneer hij daarop zelf
zijn akker gaat ploegen, valt hij in een diepe slaap die
drieëntwintig dagen duurt. Een priester die erbij wordt gehaald,
spreekt van Gods gram. Wanneer de boer tenslotte bij bewustzijn
komt, vraagt hij God om vergiffenis; dan sterft hij’.
Ik
vond het lied nog in: ‘Liederen en dansen uit de Kempen’,
slechts 6 coupletten, opgetekend door Harrie Franken in de
Weebosch.
De
optekeningen door de mensen van het Nederlands Volksliedarchief
vonden allemaal plaats in Noord-Brabant en wel in de gemeente
Boxtel, Tilburg, Oisterwijk, Etten-Leur en Gilze. De eerste
optekening werd gedaan in 1962, de laatste in 1982.
We
mogen wel stellen dat het lied van de godverzakende boer alleen in
Noord-Brabant bekend is geweest!
Er
zijn geen aanwijzingen dat dit lied elders in Nederland of in
Vlaanderen bekend moet zijn geweest.
Heel
eigenaardig, zeker als je bedenkt dat we hier te maken hebben met
een prachtig los liedblad waarvan je zou verwachten dat dit over
een groot gebied verspreid zou zijn.
In
‘Onder de groene linde’ staat nog een prachtige opmerking van
de zegsvrouwe: mevrouw Vermetten- Hoevenaars uit Gilze.
‘Mevrouw
Vermetten, afkomstig uit een landbouwersgezin, is zelf boerin. Ze
vertelde ons dat onder het melken veel werd gezongen; de koeien
werden er rustig van, hetgeen de melkafgifte bevorderde.
Ook
het lied van de godverzakende boer werd ‘onder de koe’
gezongen’.
Ik
laat de muzieknotatie volgen van de veldopname die gedaan werd in
Gilze en die werd gepubliceerd in ’Onder de groene linde’.
De
melodie is overigens hetzelfde als mijn optekening bij mevrouw
Schelle-Habraken.
In
de liedblaadjesverzameling van mevrouw P.Heessels- van Maaren uit
Schijndel vond ik een los liedblad met als titel: ‘Het gebed van
den boer’, hieronder afgebeeld.
Je
zou verwachten dat het een religieuze tekst is, de boer was nou
eenmaal een godvruchtige, vrome mens.
Het
is bijna een aanklacht tegen God, een atheďstische tekst, elk
couplet begint met:
‘Als
God er is, waarom …….’.
Met
als slotsom in de laatste regel van het vierde couplet: ‘God is
er niet en nooit zal hij er zijn’.
|