Kluchtlied
Op
een los liedblad uit de verzameling van mevrouw Heessels- van
Maaren uit Schijndel vond ik een kluchtlied waarin verschillende
beroepen voorkomen.
Het
liedblad werd gedrukt door stoomdrukkerij Léon Beckers uit de
Koemert 32 in Diest.
De
tekst is hier en daar wat gehavend maar toch nog duidelijk genoeg.
Er
staat geen melodievermelding bij en mevrouw Heessels- van Maaren
kon ons hiermee ook niet helpen.
Kluchtlied.
1.
Vrienden
ik heb een aardig liedje
Luistert
naar dees spreekwoord dan
Want
daar zijn veel werklieden
Weten
daar nog weinig van
En
ik verklaar en ik zing op mijn manier
Als
dat gij allen goed moet zwijgen
En
dat ziet ge wel van hier.
2.
Enen
dikke, vette pater
Was
aan preken in de kerk
En
hij preekte van de vasten
Dat
noemt hij een heilig werk
Maar
toen hij naar huis ging treden
Dronk
hij wijn gelijk een stier
O
ja, die pater speelde kommedie
Dat
ziet gij van hier.
3.
Een
dokter bezoekt een zieke
Die
op sterven lag van pijn
Voor
die arme man zijn centen
Schreef
hij spoedig medicijn
Maar
kon hij hem niet betalen
Moest
hij sterven gelijk ene pier
Dat
kan die dokter weinig schelen
O,
dat ziet ge wel van hier.
4.
Een
advocaat was een pleister
Voor
een zekere grote dief
Ja,
al voor een handvol schijven
Had
hij hem zeker lief
Waarlijk
werd hij vrij gesproken
Voor
een schijf drie of vier
De
advocaat lag met de rechters
O,
dat ziet ge wel van hier.
5.
Een
notaris bezocht een sterfhuis
Om
te delen wat er was
De
erfgenamen wisten zeker
Dat
de deling groter was
Maar
toen hij begon te schrijven
En
hij schreef op zijn papier
Als
de tante met de schijven
O,
dat ziet ge wel van hier.
6.
Vrienden
ik ga mijn liedje staken
Anders
duurt het veel te lang
Pravokens
hoeft gij niet te maken
Daarin
stel ik geen belang
Maar
wilt gij mij eens tracteren
Al
met een pintje bier
Zo
iets dat zal ik niet refuseren
O,
dat ziet gij wel van hier.
|