HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

62ste Jaargang - mei 2013

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Marc Mulders in zijn tentoonstelling. foto Piet den Blanken

 

Museumkwartier ’s-Hertogenbosch omvat het Noordbrabants Museum en het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch en is vanaf zaterdag 25 mei 2013 geopend voor het publiek. Ingangen bevinden zich aan de Verwersstraat 41 en aan De Mortel 4.

www.museumkwartiershertogenbosch.nl

www.hetnoordbrabantsmuseum.nl

www.sm-s.nl

 

‘Brabantse Nieuwe: Marina Višić’, te zien t/m 14 juli 2013.

Marina Višić in de Tuingalerij van Het Noordbrabants Museum. foto Marc Bolsius

 

‘Co-evolution. Kiki van Eijk en Joost van Bleiswijk’, t/m 18 augustus 2013.

‘Julie Verhoeven - Your Fly is Open’, t/m 1 september 2013.

‘FRAMED, by Ted Noten’, t/m 8 september 2013.

‘The Moonlight Garden. Marc Mulders 30 jaar schilder’, t/m 22 september 2013.

 

Publicaties:

Kiki van Eijk & Joost van Bleiswijk, Co-evolution. Eindhoven: Lecturis 2013, 216 pp., ISBN: 978-90-70108-90-8, € 49,50.

Marc Mulders, Jurriaan Benschop & Jaap Goedegebuure, The Moonlight Garden. Marc Mulders 30 jaar schilder. Eindhoven: Lecturis / ’s-Hertogenbosch: Noordbrabants Museum 2013, 176 pp., ISBN: 978-94-6226-004-7, € 29,95.

 

‘LEON ADRIAANS (1944-2004). Het schilderen eindigt nooit’, t/m 7 juli in Galerie Mieke van Schaijk, op de eerste verdieping van WESTSIDE, Verwersstraat 19-21, ’s-Hertogenbosch. www.miekevanschaijk.nl

 

Moderne kunst in Museumkwartier: kijken en vergelijken

 Nu het Noordbrabants Museum en het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch in open verbinding met elkaar staan, kun je eenvoudig van de ene naar de andere tentoonstelling lopen. Kijk, vergelijk en geniet! Topper onder de openingsexposities is de expositie gewijd aan Marc Mulders. Maar liefst drie zalen mocht hij vullen met een overzicht van zijn werk.

 

door Irma van Bommel

 

Het Noordbrabants Museum presenteert vanaf 25 mei 2013 naast de geheel vernieuwde vaste opstelling drie openingsexposities moderne kunst: van beeldend kunstenaar Marc Mulders, het vormgeversduo Kiki van Eijk en Joost van Bleiwijk en van beeldend kunstenaar Marina Višić.

 

Marina Višić, Magla (detail), 2012. Site-specific draadwerk, 700 x 290 cm. foto Peter Cox

 

Marina Višić is net afgestudeerd aan de academie in Den Bosch en toont haar fragiele, geometrisch-abstracte wandsculpturen van draad. Zij heeft de kleuren van de draden laten overeenkomen met de kleuren die in de tuin voorkomen. Het is mooi om te zien hoe het binnenvallende zonlicht steeds voor een ander effect zorgt. Marina Višić is het eerste jonge talent dat het museum in het kader van ‘Brabantse Nieuwe’ voor het voetlicht brengt.

 

Ontwerpersduo

Het is goed dat het Noordbrabants Museum aandacht besteedt aan design. Voor de openingsexpositie is daarbij gekozen voor het ontwerpersduo Kiki van Eijk en Joost van Bleiswijk. De tentoonstelling die zij zelf hebben ingericht biedt een overzicht van tien jaar, van hun carričre tot nu toe.

Het staat er goed vol. Dat zegt wel iets over hun productiviteit. De tentoonstelling laat mooi zien dat Van Eijk en Van Bleiswijk meestal ieder apart werken en soms ook samen. De stijl van Van Bleiswijk is duidelijk herkenbaar: robuust, een strakke vormgeving en een voorkeur voor de materialen metaal en hout. Heel mannelijk dus. Het werk van Van Eijk is moeilijker te omschrijven, omdat het zo divers is. Het is wel opvallend vrouwelijk: kleurrijk, met een speelse vormgeving en een voorkeur voor de materialen textiel, keramiek en glas.

Kiki van Eijk ontwierp voor de gerenoveerde Statenzaal ook de blauwe wandbespanning van textiel, in combinatie met de bestaande houten lambrizering en de hoge ramen. Het resultaat oogt klassiek maar ook weer speels, door het motiefje en de rode draadfiguren die tussen de schilderingen zijn aangebracht.

 

Marc Mulders

Marc Mulders is dertig jaar beeldend kunstenaar en hij wordt geëerd met drie grote zalen. Het binnenvallende daglicht door de sheddaken, zonodig aangevuld met Philips ledlampen, zorgt voor een mooie, zachte en egale verlichting. Dit geldt trouwens voor de gehele nieuwbouw van beide musea.

Een van de drie zalen is ingericht met het vroege werk van Mulders: opvallend donkere schilderijen waar de verf dik is opgebracht. Hij maakte deze werken van midden jaren tachtig tot midden jaren negentig. Ze zijn doordrenkt met een religieus sentiment dat ongewoon is in de moderne kunst. Maar het is prachtig. Overal om je heen zie je vlees, in de geslachte dieren, maar ook in het dode lichaam van Christus. Hier wordt het lijden uitgebeeld. Mulders heeft zich hiervoor laten inspireren door onder meer het imposante Isenheimaltaar van Matthias Grünewald dat zich in Colmar bevindt.

 

Vroeg werk van Marc Mulders. foto Piet den Blanken

 

Het is werk wat je van een afstand moet bekijken en dat kan hier. De zaal is groot genoeg. In het midden staan twee banken, elk een andere kant op gericht, zodat je de rust kunt nemen om de werken goed tot je te laten doordringen. Deze zaal imponeert. Het is alsof je een zaal van Rembrandt binnenkomt. Of van Francis Bacon.

Een van de tentoongestelde werken is ‘Ecce Homo’, de lijdende Christus, waarbij Mulders zich liet inspireren door ‘De anatomische les van Dr. Deijman' van Rembrandt, waarbij het lichaam in perspectivische verkorting is weergegeven. Links en rechts van dit grote doek hangt een schilderij van een geslacht dier. Samen heeft het iets van een drieluik, zoals gangbaar was in de christelijke kunst in de middeleeuwen. Overigens komt ‘Ecce Homo’ uit de collectie van het Van Abbemuseum.   

Voor de expositie zijn talloze bruiklenen uit musea en particuliere collecties in huis gehaald. Op een hoek van de zaal is een schilderij van gele zonnebloemen te zien die Mulders’ volgende periode inluidt. Want hoe prachtig ook, het is goed dat hij niet in het donkere werk is blijven hangen. Hij heeft een ontwikkeling doorgemaakt vanuit de materie van de verf van bruin-, zwart- en grijstinten naar kleur.

 

Bloemen

In een volgende zaal hangen grote doeken met bloemen als onderwerp. Talloze heeft hij er gemaakt, tot voor kort. Bloemen in alle soorten en maten, in volle bloei en in verwelkte staat. Daarmee heeft het religieuze lijden plaatsgemaakt voor een universeler ‘Memento Mori’, gedenk te sterven, en de cyclus van het leven. De laatste jaren schildert Mulders tuinen, abstract weergegeven, zoals Monet op abstracte wijze zijn waterlelies weergaf. Een ontwikkeling van het figuratieve naar het abstracte, van het stoffelijke naar het onstoffelijke.

Naast zijn schilderijen worden glazen schalen, grote wandtapijten, aquarellen en collages getoond. Dat laat zien hoe Mulders zich in de loop der jaren op vele terreinen heeft begeven.

Opvallend is het grote werk ‘The Moonlight Garden’ waaraan de expositie haar naam dankt. Het is een hoge, half gebogen en losstaande glaswand, gemaakt in opdracht van een particulier. Na deze tentoonstelling zal het kunstwerk verhuizen naar zijn definitieve plek, een monumentaal woonhuis in Den Bosch. Het object bestaat uit delen vlakglas met ronde vormen, gevat in een metalen frame dat werd ontworpen door Piet Hein Eek. De titel verwijst naar de maanlichttuin van de Taj Mahal in India.

Het is jammer dat deze prachtige expositie van Mulders slechts tijdelijk is. Mis hem niet.

 

Twintigste eeuw

Naast deze openingsexposities is er ook in de vaste opstelling, eigen collectie dus, veel nieuw of anders dan het voor de verbouwing was. Zo is er een zaal twintigste-eeuwse schilderkunst waarin ongetwijfeld wel eens wat werken zullen worden gewisseld. De presentatie begint met Jan Sluyters. De portretten die zijn uitgezocht ogen wat braaf, maar gelukkig hangen er ook kleurrijke landschappen die meer recht doen aan zijn vooruitstrevende schilderwijze.

 

Zaaloverzicht met werken van Woody van Amen en Sluyters. foto Piet den Blanken

 

Door scheidingswanden worden kunstenaars van elkaar gescheiden die niets met elkaar te maken hebben, en kunstenaars gegroepeerd die wel iets met elkaar van doen hebben of hadden. Zo is het werk van Hendrik Wiegersma apart opgesteld, net als het werk van Hans van Hoek. De schilderijen van Van Hoek zijn direct herkenbaar aan de sculpturale lijsten. Het is jammer dat van hem slechts één schilderij wordt getoond.

JCJ Vanderheyden, René Daniëls en Leon Adriaans zijn bij elkaar geplaatst. Ieder met een totaal andere stijl. Ogenschijnlijk hebben zij dus niets met elkaar gemeen. Maar, als je na het bezoek aan het Noordbrabantse Museum, een paar panden verderop in de Verwersstraat (nr 19-21) de Mieke van Schaijk-Galerie bezoekt, dan zie je in een expositie met werk van Leon Adriaans dat hij zowel het werk van Vanderheyden als van Daniëls gekend moet hebben.

De mannen van de Tilburgse School vormen ook een groep: het werk van Paul van Dongen, Guido Geelen, Marc Mulders, Reinoud van Vught en Ronald Zuurmond is dan ook bij elkaar gezet. Verder is in deze afdeling onder meer nog uiteenlopend werk te zien van Woody van Amen, Henk Visch en Studio Job.

Heerlijk, zoveel werken bij elkaar van nationaal en soms internationaal vermaarde kunstenaars van Brabantse bodem. Dat smaakt naar meer. Het beeld van de kunst in Brabant dat hier wordt geschapen is uiteraard niet volledig. Daarvoor is de ruimte nu al te klein. En kan er een zaal worden gereserveerd voor kunst uit de eenentwintigste eeuw? Een nieuwe generatie kunstenaars dient zich aan. Werk van Ingrid Simons en Linda Arts, om er maar eens twee te noemen, zouden daar mooi passen.

 

De collectie-presentatie in het Stedelijk Museum. foto Inga Powilleit/Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch

 

Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch

In het nieuwe Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch zijn bij gelegenheid van de opening twee exposities ingericht. Daarnaast werd Julie Verhoeven uitgenodigd een installatie te bouwen.

Met de expositie ‘Raakvlakken’ wordt de bestaande collectie keramiek en sieraden na 1945, ontworpen door bekende kunstenaars, opnieuw voor het voetlicht gebracht. De inrichting is verzorgd door het vormgeversduo Niels van Eijk en Miriam van der Lubbe. Zij kozen voor transparante vitrines van plexiglas die stapelbaar zijn. Daardoor is de collectie speels over de ruimte verdeeld. Er is onder andere werk te zien van Pablo Picasso, Lucio Fontana, Antoni Tapies, Man Ray en Carel Visser.

Wat deze keramiek betreft is het interessant te zien hoe de kunstenaars met het materiaal omgingen. Sommigen hebben zich beperkt tot het beschilderen van bestaande vaasvormen, anderen hebben zich ook of alleen maar beziggehouden met de vormgeving. Eén vitrine is leeg gelaten; hiervoor mogen bezoekers verzoeken indienen waarna stukken uit het depot worden gehaald.

 

Ted Noten

Sieradenontwerper Ted Noten is gevraagd de expositie ‘FRAMED’ in te richten. Daarvoor heeft hij niet alleen gekozen voor eigen werk, maar ook voor werk van andere kunstenaars en voor gebruiksvoorwerpen. Hij ging daarbij heel eclectisch te werk met thema’s als hebzucht, leegte, schoonheid, sterfelijkheid en initimiteit als uitgangspunt.

De objecten die Noten selecteerde staan naast elkaar, zonder een hiërarchie aan te willen duiden. Zo hangt hier een werk van Francis Bacon, maar worden er ook babykleren van een vondeling getoond. Van Ted Noten zelf zijn 3D geprinte objecten te zien, waarbij hij zich openlijk afvraagt wat nu nog de taak van de handwerksman is. Deze persoonlijke keuze maakt het ook voor de bezoeker interessant om eens op een andere manier naar kunst te kijken!

 

Deel van de expositie Framed by Ted Noten. foto Peter Cox/Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch