HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 6 - december 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

www.kodelaat.nl

 

Trailer van het door Martijn de Boer gefilmde interview ‘Ko de Laat. Schrijver. Spreker. Wandelaar’:

www.youtube.com/watch?v=2lGeZfgq5G0

 

 

©Brabant Cultureel – december 2015

Ko de Laat 25 jaar dichter en performer

 

Net als zijn vader en zijn oudoom is Ko de Laat bereid om ver te gaan om zijn waren aan de man te brengen. ‘Vroeger ging ik er met de kettingzaag in, maar nu is er meer nuancering gekomen,’ zegt hij zelf. Niet alleen als podiumdichter, maar ook als uitventer van zelf uitgegeven dichtbundels weet hij niet van wijken.

 

door JACE van de Ven

 

Dichter ben je of je bent het niet. Moeilijk te zeggen wanneer het ooit begonnen is, of je moet teruggrijpen op een eerste bundel of een eerste optreden in het openbaar. Dat doet de Tilburger Ko de Laat (46) die afgelopen november zijn vijfentwintigjarig jubileum als dichter vierde. Hij kijkt dan terug naar zijn optreden in het jongerencentrum De Tref in Hilvarenbeek in 1990. ‘Negentien augustus was de exacte datum, die zijn we dus al enige tijd voorbij, maar in de zomer moet je geen jubilea organiseren, dan zijn de mensen met andere dingen bezig,’ vertelde hij tijdens zijn november-jubileum.

 

 

Ko de Laat. Still uit de film ‘Ko de Laat. Schrijver. Spreker. Wandelaar’

 

 

Jubileumvieren

Overigens kon ook zijn oudoom, de vooral vóór de oorlog bekende August de Laat, wat van het jubileumvieren. ‘Telkens als zijn carrière een push nodig had, verzon hij wel een of ander jubileum,’ vertelt Ko, ‘en toevallig had dat dan net iets te maken met de stad waar hij die avond optrad. Bij het volgende optreden was dat weer een andere stad, enzovoort. In vergelijking met hem val ik nog mee.’

Wat algemeen zo goed als vergeten is, is het feit dat August de Laat aanvankelijk optrad met zijn broer Ko, de grootvader van de huidige Ko de Laat. Maar die eerste Ko de Laat is jong gestorven. Tel daarbij, dat de vader van Ko jr., Broer de Laat, middenstander te Tilburg, in de jaren zestig bekendheid verwierf met zijn advertenties op rijm, dan kan het niet anders dan dat de artisticiteit bij de jonge Ko de Laat in de genen zit. Op website CuBra (www.cubra.nl/poezie/broerdelaat/welcome.htm) staan verschillende gedichten van deze Broer de Laat, handelaar in herenkostuums. Ze zijn de moeite waard. Het onderstaande gedicht bijvoorbeeld, stond bij een advertentie voor pakken voor 128 gulden:

 

Onze Nillus die ging vleeje week

Is naor un pekske loere

Hij ha host hil de stad gehad

mar niks kos um beroere.

 

Toen kwaam ie op de verkusmert

hullieje Tinus teege

die zee, ik koom net van Broer de Laot

en daor hekket haost gekrege.

 

’n Prachtig pak van ’t beste spul

want ik heb verstaand van gaore

Ik gaaf ’m honderddertig piek

en kreeg geld trug vur sigaore.

 

De is nie veul zee Nillus toen

Daor gao ik dan is loere

En as ’t waor is wegge zegt

dan rook ik vandaag van Broere.

 

Middenstander

Behalve rijmgenen heeft Ko de Laat ook het middenstanders-DNA van zijn vader geërfd. Tot voor een paar jaar geleden had hij altijd enkele in eigen beheer uitgegeven bundeltjes op zak die hij ‘als een potloodventer’ plotseling en onverhoeds voor iemands neus stak om ze te verkopen. ‘Als ik naar de stad ging, had ik er steevast zes à zeven bij me. Die moesten aan de man gebracht, dan had ik mijn verteer terug en soms zelfs een taxi,’ verklaart De Laat. ‘Na een jaar heb ik eens uitgerekend wat mijn eerste bundel had opgebracht: één keer per week gratis naar de film, maar zonder consumptie.’

Hij herinnert zich dat hij in de tijd overal ging optreden. En de zaal moest dan plat, met alle middelen. ‘Ik ging erin met de kettingzaag, agressief. Ik herinner me dat wijlen René de Wever, oud-programmeur van de Effenaar in Eindhoven over me zei: Dit is Ko de Laat, da’s nen dichter. Ko de Laat is ne goeie gast. Hij is alleen ’n bietje arrogant. Maar da is ie oit terechte noodzaak. En oit terechte noodzaak ’n bietje arrogant zijn, da’s hiël arrogant.’ Maar de Ko van 46 is anders dan de jongen van 21: ‘Ik heb meer zelfspot gekregen en spaar mezelf tegenwoordig allerminst in mijn beschouwingen, er is meer nuancering gekomen. En wat de zaal ervan vindt, dat laat ik aan de zaal over.’

De Laat is een vormvast dichter en liedschrijver en columnist. Zijn teksten zijn onmiddellijk te vatten en tonen vaak situaties uit het dagelijkse leven op een manier zoals vroeger genreschilders dat deden. Hij werkt in opdracht en biedt zich daartoe als schrijver en dichter aan op zijn website. Zijn vrije werk bestaat uit twintig dichtbundels, één verhalenbundel en veel verspreid werk. In de webwinkel van zijn site staan titels als ‘Ach ja, het is overal wel wat’ en ‘De boodschappen breken de dag’, en ook een prozabundel Stadsgezichten van Tilburg.

 

 

Het werk van De Laat bestaat uit poëzie, proza, theater en kleinkunst en liedteksten. Voor die laatste discipline werd hij bekroond op het Amsterdams Kleinkunst Festival. Ook behaalde hij als dichter prijzen of ereplaatsen bij de Driek van Wissen Sonnettette Competitie en de Plantage Poëzieprijs. Samen met illustrator Linda van Erve maakte hij voor de Amsterdamse universiteitskrant Ad Valvas de strips ‘Tamara’ en ‘Vicky In Business’ over de avonturen van een onverschrokken dappere jonge ondernemer.

Daarnaast blijft hij natuurlijk optreden, al hoeft de zaal niet meer plat. ‘En ik doe het ook niet meer overal. Zeker niet als toevallige opvulling van een programma. Het publiek moet speciaal voor mij gekomen zijn, daarom hief ik tijdens mijn jubileumfestival ook entreeprijzen.’

‘Het liep daarbij niet zo storm als je in je stoutste dromen zou wensen, maar afgezet tegen gratis toegankelijke programma’s met meerdere dichters die ik in het land nogal veel heb meegemaakt, was het niet slecht. In ieder geval iets om op voort te bouwen.’

De middenstander-dichter Ko de Laat laat zich niet uit het veld slaan, want zoals één van zijn titels al zegt: ‘Ach ja, het is overal wel wat’. En wat dan wel? Bijvoorbeeld een situatie als in het gedicht ‘Weerzien vol weerzin’ uit die bundel:

 

De vreugde is nog zelden groot

Als jij een vriend of klasgenoot

Van vroeger treft

Als je de handdruk hebt gehad

Volgt standaard een gesprekje dat

Niet echt verheft

 

Want wie een doorsneeleven leeft

Bespreekt van alles wat ie heeft

Vooral z’n baan

Hoewel die vrij begeerlijk is

Vindt hij er, als ie eerlijk is

Maar weinig aan

 

Vanwege iets met kind of vrouw

Beweert ie daarna dat ie gauw

Weer verder moet

Je brengt elkaar, voor méér beducht

Haast onverholen opgelucht

Een afscheidsgroet