HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 5 - oktober 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Martin Beversluis, Meandertaler. Tilburg: Uitgeverij Blikvorm, 48 pp., 2015. ISBN: 978-90-823796-1-7, pb., €15,00.

www.blikvorm.nl

 

http://beversluis.com

www.cubra.nl/.../martinbeversluis/welcome.htm

  

©Brabant Cultureel – oktober 2015

Martin Beversluis stadsdichter in Tilburg

 

Eind augustus 2015 werd Martin Beversluis ingehuldigd als de nieuwe stadsdichter van Tilburg. Tegelijk verscheen een nieuwe bundel van zijn hand. Beversluis is vooral een podiumdichter die reflecteert op de wereld om hem heen.

 

door JACE van de Ven

 

‘De poëzie die ik schrijf, / hoort op straat te liggen.’

Martin Beversluis (1972) is de nieuwe stadsdichter van Tilburg. Hij begon zijn nieuwe baan met het uitbrengen van een dichtbundel, Meandertaler. 31 gedichten van het extraverte soort, onmiddellijk begrijpbaar, maar niet zonder inhoud. Die directheid heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat Beversluis een podiumdichter is.

‘Ik schrijf niet voor de eeuwigheid,’ zegt hij, ‘maar aan wat ik schrijf, kleeft volgens mij wel historische waarde, omdat ik reageer op de dingen om me heen. Latere generaties kunnen zo een andere kijk krijgen op de dingen die in onze tijd gebeuren.’

In de korte tijd dat hij stadsdichter is in Tilburg reageerde hij al op poëtische wijze op het ontslag van Jan Zobel als directeur van theater De NWE Vorst, het overlijden van stadsfiguren als Jan Schel en Albert Siebelink en op de komst van de vluchtelingen. ‘Nee, ik voel me niet thuis in een ivoren toren, mijn poëzie hoort op straat te liggen.'

 

 

Martin Beversluis. foto Gemma van der Heyden

 

 

Helpdesk

Martin Beversluis woont al bijna vijfentwintig jaar in Tilburg. Geboren en opgegroeid in Vlaardingen, kwam hij naar Brabant om journalistiek te studeren, maar die studie heeft hij nooit afgemaakt. Al meer dan vijftien jaar zit hij overdag aan een helpdesk om telefonisch vragen van het een of andere bedrijf te beantwoorden. Maar dat is om den brode, de rest van de tijd is hij dichter. Hij treedt veel op, kent zijn teksten uit het hoofd en laat zich vaak door muzikanten begeleiden. In het Nederlandse slamcircuit is hij een bekende figuur.

Sinds eind augustus is hij als stadsdichter de opvolger van de meer ingetogen Jasper Mikkers. Eigenlijk was zijn uitverkiezing niet echt opvallend, want de Tilburgse stadsdichterscommissie die elke twee jaar een nieuwe stadsdichter kiest, zoekt steeds iemand die in groot contrast staat tot de vorige.

Beversluis schrijft al vanaf zijn vijftiende, ‘anders word ik chagrijnig’. Via de schoolkrant en het kerkblaadje – hij is van gereformeerde huize, maar heeft niets meer met welke kerk dan ook – kwam hij in 1995 tot een eerste bundel: De Zeisloper, uitgegeven in eigen beheer en vormgegeven door Ivo van Leeuwen en Walter Russ.

 

 

Ivo van Leeuwen, portret van Martin Beversluis.

 

 

Performen

Ongeveer vanaf die tijd begon hij ook met performen. Hij trad op met een improvisatieband waarin het niet goed gevonden werd dat hij zijn teksten voorlas. Dus leerde hij alles van buiten, en dat doet hij nog steeds.

‘Listening Principles heette die band en in het begin moesten ze me als het optreden begon van de wc halen, zo zenuwachtig was ik. Met hen maakte ik in 1998 Kijken voorbij hoe de tijd gaat, een dichtbundel-met-cd. Een jaar later beleefden we ons hoogtepunt toen we mochten optreden op Oerol en met Jan Akkerman in Tilburg. In 2000 brachten we nog de dichtbundel-met-cd Week uit. Maar we waren zeven kapiteins op één schip. Daarna ging ieder zijn eigen weg.’

Vanaf 2007 was Beversluis actief in het slamcircuit, een moderne variant van dichtkunst waarbij poëten het op een podium tegen elkaar opnemen. Dat gaat gepaard met heuse titelgevechten. Beversluis werd in 2009 zevende op het Nationaal Kampioenschap.

‘Tegenwoordig slam ik nog maar sporadisch. Wel organiseer ik samen met Daan Taks al voor het derde seizoen het poety-slam-treffen Podiumvlees. Vier voorrondes en een finale per seizoen in Tilburg en de winnaar van die finale plaatst zich voor het Nationaal Kampioenschap.’

 

Zeefdruk

Van april 2004 tot juni 2007 publiceerde Martin Beversluis samen met de beeldend kunstenaar John Dohmen een kleine honderd bijdragen op de Brabantse culturele website Cubra (www.cubra.nl). Dat leverde twee bundels op die beide handmatig werden gezeefdrukt en in elkaar gezet, in 2005 Rijpen onder invloed en in 2007 Blauw van jou. ‘Een vruchtbare samenwerking. Soms was er eerst een zeefdruk, soms eerst een gedicht. Maar na drie jaar moesten we stoppen, omdat de meerwaarde die het ene aan het andere ontleende begon op te raken,’ herinnert Beversluis zich.

‘Na het maken van een bundel raak ik even geen pen meer aan, daarna verplicht ik me weer om minstens één gedicht per week te maken. De meeste van die verzen worden nooit gepubliceerd, verdwijnen uiteindelijk in de prullenbak of worden bijgeschaafd en bewerkt tot gedichten die ik publicabel acht.’

Op die manier verscheen in 2011 Talisman, vormgegeven door Jac. de Kok en uitgegeven door Telexpress Tilburg. Tussen Talisman en Meandertaler bracht Beversluis nog twee dunne bundeltjes uit. In 2012 verscheen zo Tijdreis. ‘Dat was op verzoek van bevriende organisatoren uit Venlo. Die hadden van een oude sigarettenautomaat een NoSmokingMachine gemaakt, je gooit er geld in en er komt een dichtbundeltje uit.’ En begin dit jaar kwam dan nog De liefde begonnen, een digitale bundel poëzie met eigen muziek, gratis te downloaden via www.beversluis.com.

Echte idolen in de dichtkunst heeft Martin Beversluis niet, maar hij voelt een band met figuren als Jotie ’t Hooft, Ton Lebbink, Bart Chabot en Diana Ozon. ‘Popdichters dus,’ verklaart hij, ‘dat voel ik mezelf ook enigszins. De beste vind ik de Duitser Wolfgang Niedecken die teruggrijpt naar figuren als Dylan en zijn poëzie brengt met een band.’

 

 

Martin Beversluis met kater Floyd. foto Gemma van der Heyden

 

 

Muziek

Daartegenover staat Beversluis’ liefde voor volksmuziek als die van Fungus, Wolverlei, Overstekend Wild of het Tilburgse Wè-nun Henk. ‘En nu we het toch over Tilburg hebben. Ik kwam in 1985 naar deze stad om het lied ‘Boterham met kaas’ van MAM, Tom America’s bandje van toen. Ik was jaren naar dat nummer op zoek, maar het bleek alleen op een verzamelelpee met een heel andere naam te staan. Mijn liefde voor dat nummer is te verklaren uit het feit dat ik zelf met poëzie wilde gaan optreden, begeleid door een band.’

Tegenwoordig werkt Martin Beversluis vaker met een DJ dan met een band. Hij blijkt daar ook het gemak mee te dienen. ‘Regelmatig plannen we een sessie en die kan ik dan thuis opnemen en op de podia gebruiken.’

Weet hij dat de Nederlandse literatuurgeschiedenis al een Martin Beversluis kent, een sociaal geëngageerd dichter die jammer genoeg verkeerde keuzes maakte, lid van de Kultuurkamer werd en NSB-burgemeester van Veere? De Martin Beversluis van nu weet het. Het is een oudoom van hem. Daarom een pseudoniem nemen wil hij niet. ‘Ik ben wie ik zelf ben, ik sta met mijn poten in de modder van nu en reageer op onze tijd, daarop moet je me afrekenen, niet op een oudoom.’

Een mooie reactie op de tijd van nu is het gedicht Schermmensen in zijn laatste bundel Meandertaler:

 

En op een ochtend

waren we kleiner

enkel een wandelend

schermpje van vier

bij acht met alle

communicatie bij de hand

verleerden we langzaam onze taal

onze tongen hingen er slapjes bij

we scholden liever

ons schermpje vol

dat was anoniemer

 

een nieuwe wereld

die onvoorstelbaar groot

toch klein en handzaam is

vier bij acht centimeter

voldoende om een mens

in op te bergen het laat

zelfs nog wat ruimte

voor fantasie

maar ook die zullen we weldra

in kaart kunnen brengen

we zullen haar van alle kanten

aandachtig bestuderen

en uiteindelijk besluiten

dat dat schermpje

nog een centimeter kleiner kan.