HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 5 - oktober 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Willy Martin & Carina van der Walt, Amalgaam. Utrecht: Uitgeverij IJzer 2015, 95 pp., ISBN 978-90-8684-117-2, pb., € 15,00.

www.uitgeverij-ijzer.nl

  

©Brabant Cultureel – oktober 2015

Amalgaam van Afrikaans en Nederlands

 

Willy Martin, Vlaming, en Carina van der Walt, Zuidafrikaanse in Nederland, schreven samen een dichtbundel, elk in hun eigen taal en met hun eigen stem, maar reflecterend op elkaar en op elkaars taal. De bundel bevat gedichten in twee talen die door elkaar zijn opgenomen plus een aantal vertalingen van gedichten van anderen, van het Afrikaans naar het Nederlands of omgekeerd. Een spannende mix.

 

door Lauran Toorians

 

Willy Martin (Roeselare 1941) was tot zijn emeritaat hoogleraar Lexicologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Een lexicoloog is een taalkundige die zich bezighoudt met woorden, of beter met de woordenschat van een of meerdere talen. Voor Martin was dat vooral het Afrikaans en hij is de samensteller van Groot Woordenboek Afrikaans-Nederlands Nederlands-Afrikaans (kortweg ANNA). Dat klinkt misschien saai – al doet de brede aandacht voor de nieuwste Van Dale al anders vermoeden – maar dat is het niet. Om de woordenschat van een taal in kaart te brengen en de betekenissen van woorden in al hun nuances goed (en toch kort) te omschrijven, vereist een flinke dosis discipline ook creativiteit.

Dat een dergelijke creativiteit en een levenlang werken met woorden uitloopt op het schrijven van poëzie komt vaker voor. Martin debuteerde laat, in 2011, met de bundel Voor de gelegenheid (Gent: Academia Press). Daarin staan gedichten in zowel het Nederlands als Afrikaans. Behalve eigen gedichten, maakt hij ook vertalingen.

Carina van der Walt (Welkom 1960) is dichteres, literatuurwetenschapper en tegenwoordig ook journalist voor enkele media in Zuid-Afrika. De liefde bracht haar naar Nederland waar zij alweer een aantal jaar een actieve rol speelt in het literaire en culturele leven in haar nieuwe thuisstad Tilburg (en daarbuiten). Ook voor lezers van Brabant Cultureel/Brabant Literair is zij geen onbekende.

Twee allochtone Nederlanders dus, die allebei vanuit het zuiden naar Nederland kwamen – de een om te wonen en de ander om te werken – en die samen de liefde voor het Afrikaans en voor de poëzie delen. Zij sloegen de handen ineen en maakten samen een dichtbundel. De titel Amalgaam lijkt daarmee al verklaard, maar daar zit meer achter.

 

Geamalgameerd

Geen twee Germaanse talen zijn zo nauw aan elkaar verwant als het Nederlands en het Afrikaans. Veel meer dan even wennen is meestal niet nodig om sprekers van beide talen elkaar te laten verstaan en er valt dus ook eenvoudig van elkaars literatuur te genieten.

Voor Martin was die nauwe verwantschap aanleiding om in ANNA, zijn grote woordenboek, beide talen gelijkwaardig en door elkaar te behandelen. Het Afrikaans en het Nederlands zijn in ANNA niet gescheiden, maar alle woorden uit beide talen zijn samen in ‘alfabetisch lexicografische’ volgorde opgenomen. ‘Anargie’ en ‘anarchie’ staan na elkaar op dezelfde pagina, net als ‘ontug’ en ‘ontucht’.

Martin spreekt in dit verband van een ‘geamalgameerd’ woordenboek waarin beide talen gelijkwaardig naast elkaar staan. Uiteraard zijn er woorden die er in beide talen hetzelfde uitzien, maar die toch verschillende betekenissen hebben. In ANNA is dat in één oogopslag zichtbaar.

Op dezelfde manier is ook de bundel Amalgaam geamalgameerd. De gedichten zijn weliswaar gegroepeerd in enkele rubrieken, maar daarbinnen staan zij op alfabetische volgorde op basis van de titels. Beide dichters en beide talen staan dus door elkaar. Voor het oog is er in de titels nog onderscheid gemaakt door het gebruik van kleine letters voor Afrikaans en hoofdletters voor Nederlands, maar dat is hooguit een aardigheidje in de inhoudsopgave waar het als in Engelse drop de verschillende smaken zichtbaar maakt.

 

Reflecteren

De bundel bevat een ‘Woord vooraf’ waarin de achtergrond van het amalgameren wordt toegelicht, ‘VOOR-woorde(n)’ waarin beide dichters met elk één gedicht reflecteren op de taal van de ander, twee grotere rubrieken met gedichten die respectievelijk plaatsen en mensen als uitgangspunt hebben, een aantal vertalingen en tot slot een ‘NA-skrif / NA-schrift’ met opnieuw van elke dichter één gedicht. Door deze haast mathematische indeling lijkt Amalgaam een verzameling ‘losse’ gedichten van twee dichters die zonder veel onderlinge samenhang in één bandje bij elkaar zijn gekomen. Dat is echter te kort door de bocht. Al lezende lijken de dichters toch op elkaar te reageren. Of dat allemaal opzet is, is natuurlijk weer de vraag. Ook het lezen in een woordenboek stimuleert de fantasie en verleidt de lezer tot associëren van het ene woord naar het volgende.

Er staan mooie gedichten in de bundel, en ik beperk me nu even tot die van Carina van der Walt, zonder de Vlaamse Amsterdammer Martin daarmee tekort te willen doen. Van der Walt begint vaker met een ‘klein’ gegeven of een beeld om daar een gedicht uit voort te laten vloeien. Zo bijvoorbeeld met dit gedicht:

 

Vespa-verhuring

 

hier ry die meisies hulle bromponies       [scooters]

soos minnaars

sodat toeriste

hulle leepoog agterna staar

 

sjiek in hulle sjoebroekies &                      [hotpants]

Roger Vivier-stiletto’s

is díe Parisiennes binne sakpas bereik

van die gulsige reisiger

 

so dink hy as sy varkleerbeursie uithaal

om ’n vespa te huur

vir ’n pretrit van ’n uur

wat stylloos pot op die kop versuur

 

De twee woordverklaringen komen uit de bundel. Dit gedicht staat in de rubriek ‘plekgedichten’ en gaat dus over Parijs – al had het los van de genoemde Parisiennes ook Rome kunnen zijn. Maar het had natuurlijk evenzogoed kunnen gaan over de modieuze meisjes die de toerist verleiden een Vespa te huren, waarna de pret wordt tenietgedaan door de pothelm die je erbij krijgt.

 

Geluk

Zo vinden we onder de gedichten die over mensen gaan een actueel gedicht over aangespoelde drenkelingen op Lampedusa:

 

bootramp by Lampedusa

 

die see offer 300 swart anemone

op die strande van Lampedusa

ontmenslik is hulle ledemate spons

wat in die vlak branders roer & roep

vryheid gelykheid broederskap suster Europa

 

aangespoel damp hulle lywe soutlug

droog hulle sagte oë gryswit & styf

verdamp verlangens verstil uitroepe

Europa kroon Lampedusa op sy strande

met segekranse van verwelkte anemone

 

Dit is een gedicht dat – als dat al nodig zou zijn – meer gewicht krijgt door de wetenschap dat ook de schrijfster afkomstig is uit Afrika en dat zij wel haar geluk mocht vinden in Europa, terwijl anderen daarvoor hun leven wagen en ook wanneer zij levend de overkant halen, dat geluk zelden vinden.

Het is wat mij betreft duidelijk dat Van der Walt beter schrijft in haar eigen taal dan in het Nederlands. Dat geldt wanneer het over een Vesparitje in Parijs gaat, maar zeker ook voor onderwerpen die dichter aansluiten bij haar eigen Afrikaanse achtergrond. Zo is er een gedicht over haar vader, maar ook over Kevin Carter, de fotograaf uit Johannesburg die in 1994 de Pullitzerprijs voor fotografie won en enkele maanden later een eind aan zijn leven maakte. Hij had teveel ellende gezien en was in 1993 valselijk beschuldigd van het uitbuiten van het leed tijdens de hongersnood in Soedan. Van der Walt schreef met ‘laaste woorde vir Kevin Carter’ een gedicht dat een Bijbelse toon combineert met het woordspel en ritme van een kinderrijmpje. In het Nederlands zou dat al gauw gekunsteld en misplaatst zijn, maar in het Afrikaans kan dit naar mijn gevoel een klassiek gedicht worden.

 

Vertalingen

In de ‘woorden van ANDEREN’ staan vertalingen van – mogen we aannemen – lievelingsgedichten. Het blijft de vraag of vertalen van en naar het Afrikaans nu wel echt nodig is, maar zeker waar dichters zich bedienen van spreektaal (of regelrecht dialect) kan dit toch dienstig zijn.

De rubriek open met een vertaling van een erg bekend gedicht van de (hier) veel te onbekende Adam Small. Naar mijn gevoel doet Martin het origineel daarbij onrecht door te kiezen voor een soort straattaal (die hem niet eigen is) waardoor hij Small in de hoek van dialectdichters lijkt te zetten. Dat lijkt mij niet juist, en wie ervoor kiest om in dialect te vertalen (waarom niet, taal is taal) moet dat wel integer doen en niet alleen voor de sfeer.

Van der Walt vertaalde onder meer De krûk (De kruik) van Tsjêbbe Hettinga en Earje dyn sprake (Eer je taal) van Piter Jelles Troelstra uit het Fries en verder drie gedichten van Paul van Ostaijen.

Amalgaam is een interessante bundel met mooie gedichten, maar roept ook vragen op, zoals – heel elementair – wat is de winst van deze mix? Echt helder is mij dat niet geworden. Het hadden ook twee afzonderlijke bundels kunnen zijn, het kwik dat beide componenten aan elkaar bindt en het geheel stabiel (en veilig in je mond) maakt, lijkt mij wat zwak. Maar bezwaarlijk is het amalgaam dan ook weer niet en uiteindelijk – en dat moet zeker de West-Vlaming Martin bevallen – je krijgt zo wel twee dichtbundels voor de prijs van één. Om met Adam Small te besluiten: ‘... / so dis allright pêllie dis allright / ons moenie worry nie’ (dus het is goed zo jongen, het is goed, we hoeven ons geen zorgen te maken).