HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 5 - oktober 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Monumentje op begraafplaats Buytenhove, Heusden. foto Gemma van der Heyden

 

De dood speelt binnen het vakgebied van de architect en de stedenbouwer al sinds mensenheugenis een belangrijke rol. Enkele van de vroegste en meest monumentale bouwwerken uit de geschiedenis zijn opgericht als grafmonument. Bouwwerken als de piramide van Cheops kent onze provincie natuurlijk niet, maar dat wil niet zeggen dat er bij ons geen interessante grafmonumenten of begraafplaatsen te vinden zijn. Heeft uw dorp of stad ook een bijzondere begraafplaats? Geeft u dit dan door via de website.

 

©Brabant Cultureel – oktober 2015

Bijzondere grafmonumenten: ruimen of bewaren?

 

De nieuwe wet op de archeologische monumentenzorg biedt een handvat om waardevolle monumenten op begraafplaatsen te bewaren. Maar wat is waardevol, en wie moet het betalen? Op begraafplaats Buytenhove te Heusden is een begin gemaakt, maar niet op alle vragen is er een antwoord.

 

door Frank Klerks / Mea Culpa

 

Even buiten de vestingwallen van het stadje Heusden bevindt zich, redelijk afgelegen in een omgeving van weilanden, de met bomen beplante begraafplaats Buytenhove. Deze begraafplaats werd op 2 april 1889 in gebruik genomen om daar mensen uit zowel de vestingstad als het dorpje Herpt te begraven, wat de afgelegen locatie tussen de twee kernen verklaart. In 1891 en 1892 werden verschillende graven van het kerkhof bij de Waterstaatskerk in Heusden overgebracht naar de nieuwe begraafplaats. Het graf van Heusdens pastoor Jacobus van Asten, die in 1854 overleed, ligt er bijvoorbeeld nog steeds. De katholieke begraafplaats werd in de jaren ’70 van de twintigste eeuw uitgebreid en tot gemeentelijke begraafplaats gemaakt.

 

 

Graven van de familie Verhoeven op de begraafplaats Buytenhove, Heusden. foto Gemma van der Heyden

 

 

Heemkundekring

In een rapport uit 2005 over de toekomst van begraafplaatsen in de Gemeente Heusden werd vastgesteld dat de capaciteit van deze begraafplaats niet groot genoeg was. Om uit te zoeken welke graven geruimd zouden kunnen worden om zo ruimte te maken voor toekomstige begrafenissen, werden in 2007 bij zo’n beetje de helft van de graven bordjes geplaatst. De indruk ontstond dat deze graven allemaal zouden verdwijnen. Heemkundekring Onsenoort, geholpen door funeraire cultuurvereniging de Terebinth – en gesteund door de gloednieuwe wet op de archeologische monumentenzorg uit datzelfde jaar, waarin staat dat bij ruiming van graven eerst een waardestelling gemaakt moet worden – heeft toen een onderzoek ingesteld naar de historische waarde van de te ruimen graven.

Vanaf de bronstijd (3000 tot 800 voor Christus) was crematie de meest gebruikte methode waarmee de samenleving zich van overledenen ontdeed. Ook bij de Romeinen was dat zo, maar door de opkomst van het Christendom kwam het begraven als alternatief steeds vaker voor. In 785 vaardigde Karel de Grote een verbod uit op lijkverbranding, hoewel crematies pas in de dertiende eeuw helemaal tot het verleden behoorden.

Pas na het midden van de negentiende eeuw kwam crematie als alternatief weer ter sprake, voornamelijk doordat medici de discussie aanzwengelden. De reden daarvoor was onhygiënische praktijken op de kerkhoven, vaak midden in de bebouwde kom. Eduard Douwes Dekker, beter bekend als Multatuli, wordt vaak genoemd als de eerste Nederlander die zich liet cremeren, maar hiervoor moest in 1887 worden uitgeweken naar Duitsland. Pas in 1914 vindt in Velsen de eerste crematie in Nederland plaats.

 

 

De begraafplaats Buytenhove, Heusden. foto Gemma van der Heyden

 

Hoewel begraven in het zuiden van Europa nog altijd ruimschoots de voorkeur geniet boven het cremeren, is het in Noord-Europa snel terrein aan het verliezen. In 2003 waren er voor het eerst meer crematies dan begrafenissen in Nederland en sindsdien lijkt het nog sneller te gaan met de verschuiving. Tien jaar later, in 2013, en bijna honderd jaar na de eerste crematie in Nederland, is het percentage opgelopen tot 61%. Als die ontwikkeling zich doorzet, is het maar de vraag of het ruimen van graven nog nodig zal zijn. Begraafplaats Buytenhove ziet er momenteel vrij leeg uit, nadat uiteindelijk toch zo’n tachtig graven zijn geruimd. Volgens het rapport uit 2005 had het – zonder ingrijpen – al in 2010 vol moeten zijn.

 

 

Het graf van pastoor Jacobus van Asten, overleden in 1854 en later verplaatst naar de begraafplaats Buytenhove, Heusden. foto Gemma van der Heyden

 

 

Naamloos

Bart Beaard van Heemkundekring Onsenoort heeft zich in 2007 sterk gemaakt voor het behoud van de bijzondere grafmonumenten op Buytenhove. Momenteel is hij bezig om dit voor alle begraafplaatsen binnen de gemeente Heusden te doen. Criteria om te bepalen welke graven bijzonder zijn en welke niet zijn er niet echt, maar er zijn wel globale richtlijnen.

Graven van belangrijke personen uit de plaatselijke geschiedenis, zoals pastoors en burgemeesters, zijn bijvoorbeeld gespaard gebleven, maar ook kindergrafstenen, een grafveld van grafstenen in kruisvorm, wat in de jaren ’60 steevast werd gebruikt, een naamloos grafmonument voor elf Zusters van Liefde, grafvelden van vooraanstaande families en grafstenen voor de stadhuisramp van 1944 en een munitieontploffing in 1945.

 

 

Het monument voor de slachtoffers van de stadhuisramp. In de nacht voor de bevrijding in 1944 bliezen terugtrekkende Duitse soldaten het Heusdense stadhuis op. Een groot deel van de bevolking schuilde in de kelder en kwam om. foto Gemma van der Heyden

 

‘Het ligt voor de hand om de duurdere graven te beschermen,’ aldus Beaard, ‘maar dat zijn toch voornamelijk graven van vermogende families, dus dat zou historisch gezien geen goede weerspiegeling van de Heusdense samenleving opleveren.’

Op de vraag wat er in de toekomst met de gespaarde graven zou moeten gebeuren, heeft hij geen eenduidig antwoord: ‘Eigenlijk vind ik dat een probleem voor de volgende generatie. Dan lopen er weer andere mensen over de begraafplaatsen. Als er bijvoorbeeld een ton beschikbaar zou worden gesteld voor het onderhouden en herstellen van de bijzondere grafmonumenten, dan zou ik niet weten welke graven in aanmerking zouden moeten komen voor restauratie. Ik zou niet kunnen kiezen. De kosten voor restauratie zijn zo hoog, dat er met zo’n bedrag slechts enkele kunnen worden gerestaureerd. Om ze allemaal aan te pakken vergt miljoenen, dat lijkt me niet haalbaar.’

Wetgeving over het beschermen van bijzondere grafmonumenten is momenteel nog vrij vaag over de precieze uitvoering ervan. Hoe het onderhoud en de restauraties gefinancierd moeten worden, daar heeft nog niemand een idee over. Lokale overheden zijn momenteel bezig hun bijzondere grafmonumenten te inventariseren, maar als het aankomt op de financiering daarvan, dan volgen vage verwijzingen naar ‘subsidiemogelijkheden’, of de mededeling dat er een fonds in het leven moet worden geroepen.

Ondertussen zijn verschillende graven op Buytenhove al aardig vervallen. Persoonlijk vind ik dat niet storend, een vervallen monument heeft een charme die alleen door het verstrijken van de tijd gecreëerd kan worden. De inscripties op oude grafmonumenten zijn soms nauwelijks nog leesbaar. Dat hoort bij een begraafplaats met enige geschiedenis. Misschien is het inderdaad het beste om beslissingen over ruimen of beschermen aan een volgende generatie over te laten, dan blijft in ieder geval op begraafplaats Buytenhove in Heusden voorlopig nog het oude gedeelte, met alle verweerde en vervallen grafmonumenten, gewoon te bezichtigen.

 

 

De begraafplaats Buytenhove, Heusden. foto Gemma van der Heyden