HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 5 - oktober 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Ineke van Pelt, Tegendraads. Een Tilburgse roman. In Tilburg 12. Tilburg: Gianotten Printed Media 2015, 132 pp., ISBN 978-90-6663-070-3, pb., € 12,95.

www.gianottenprintedmedia.nl

www.gianottenprintedmedia.nl/blog/article

www.inekevanpelt.nl

 

De tekst van Eine verzwickte Verwandtschaft:

(hier te beluisteren: www.youtube.com/watch?v=XDcGyQw-27U )

 

Haben Sie auch so verzwickte Verwandtschaftsverhältnisse wie ich zu Haus?

Also, ich hab verzwickte Verwandtschaftsverhältnisse,

ich kenn mich ja selbst nicht mehr aus.

Viele verzwickte Verwandtschaftsverhältnisse

gibt’s auf der Welt sicherlich,

aber solche verzwickten Verwandtschaftsverhältnisse wie die,

na, die hab nur ich.

Jetzt passen Sie auf, und Sie werden verstehn,

ich erzähl Ihnen was mir geschehn:

Es war einmal im Karneval auf einem Maskenball,

da lernt ich kennen einen Herrn, na, der war sofort mein Fall.

Auch er hat sich in mich verliebt und noch im selben Jahr,

da führte er mich schon als seine Frau zum Traualtar.

Der Mann, der war ein Witwer, und ich hab ihn sehr geliebt.

Er hatte eine Tochter, wie es keine schön’re gibt.

Kaum hat mein Vater sie gesehn, hat er sie angelacht,

und kurz darauf hat er sie dann zu seiner Frau gemacht.

Jetzt war Papa mein Schwiegersohn, war so etwas schon da?

Und meine Tochter als sein Weib war meine Frau Mama.

Doch weil die Dinge, wie sie stehn, ja noch viel zu einfach sind,

bekam nach einem Jahr von meinem Gatten ich ein Kind.

Das Kind, ein Bub, war jetzt der Schwager meines Herrn Papa

Und war zugleich mein Onkel, was ich gar nicht gerne sah.

Mein Mann, der Vater meines Sohnes, brachte fast sich um:

Er war der Neffe seines Kindes. Ist das nicht zu dumm?

Die Gattin meines Vaters hatte auch bald einen Sohn,

der ist ganz klar mein Enkelkind, na ja, soweit versteh ich’s schon.

Doch da mein Mann der Vater ist von meiner Stiefmama,

da bin ich jetzt verheiratet mit meinem Großpapa.

Und weil mein Mann mein Großpapa, bin ich sein Enkelkind,

doch was daran das ärgste ist, ich sag‘s auch noch geschwind:

Als Frau von meinem Großpapa - der Fall war noch nicht da,

da bin ich jetzt natürlich meine eigne Großmama!

Viele verzwickte Verwandtschaftsverhältnisse

gibt’s auf der Welt sicherlich,

aber solche verzwickten Verwandtschaftsverhältnisse wie die,

na, die hab nur ich!

 

©Brabant Cultureel – oktober 2015

Een tegendraadse Tilburgse roman

 

Ineke van Pelt, filosofe en schrijfster, schreef een roman waarin Tilburg een prominente rol speelt. Het is een familieroman die langs – voor Tilburgers dan toch – bekende plekken en personen leidt en waarin tegendraadsheid een centraal thema is. Dat is ook de titel: Tegendraads.

 

door Lauran Toorians

 

De (klein)kinderen van (net niet) Vincent van Gogh, zou je het thema van het verhaal van Tegendraads kunnen noemen. Een van de hoofdpersonen is gemodelleerd naar van Gogh, maar hij is het niet.

Tegendraads is een verhaal dat zich uitstrekt over drie generaties en over ongeveer de hele twintigste eeuw en waarin een broer en een zus, die ook de ik-persoon is, de geschiedenis van hun ouders en grootouders ontrafelen. Daarbij is de opa niet echt de opa en blijken de kinderen feitelijk halfbroer en halfzus te zijn. Het lijkt een beetje op het cabaretlied Eine verzwickte Verwandtschaft dat Cissy Kraner (1918-2012) rond 1950 zong in het Weense cabaretcafé Simpl, maar dan bloedserieus.

 

Aardappeleters

De centrale persoon en de sleutel tot de verwikkelingen is Frans Mesech, een westerling die in Amsterdam schilderlessen kreeg van de geboren Tilburger Theo Swagemakers (1898-1994) en die vervolgens om onduidelijke redenen in Tilburg verzeild raakt, bij oma in huis wordt opgenomen en ten slotte ook met oma trouwt. De beste man heeft als kunstenaar geen enkel succes, zelfs niet als hij zijn eigen aardappeleters schildert of zich laat inspireren door een veld zonnebloemen. Wel maakt hij vrienden in de kring van Tilburgse kunstenaars als Nico Molenkamp (1920-1998) en de dan nog jonge Wijnand van Lieshout. Deze kennismaking brengt hem ertoe naar Parijs en later naar Zuid-Frankrijk te gaan, in de voetsporen van Vincent van Gogh, naar wie zijn persoon overduidelijk is gemodelleerd.

Halverwege het verhaal wordt duidelijk dat hij de vader is van de (half)broer van de hoofdpersoon, en dat die broer Chris de tegendraadsheid van zijn natuurlijke vader erfde. Ook naar het verleden van oma en haar eerste echtgenoot wordt gegraven. Proletariërleed en de wens van de Tilburgse arbeiders om hogerop te komen, komen daarbij voor het voetlicht. Evenals het gegeven dat de textielbazen weliswaar rijker, maar niet per se hoogstaander of beschaafder waren dan de arbeiders. Leuk om te lezen, maar niet bijzonder informatief en ook niet echt de motor die de vertelling voortdrijft.

 

 

 

 

Gestructureerd

De roman is opgebouwd uit tamelijk losse fragmenten die niet strikt chronologisch de lezer het verhaal helpen reconstrueren. Het geheel is knap gestructureerd, maar mist spanning. Dat komt deels doordat er nogal wat overbodige couleur locale in zit die weliswaar voor de Tilburgse lezer aardig is – veel bekende namen en plekjes in de stad – maar voor de lezer die de stad niet kent weinig toevoegt en dan toch teveel decor is om functioneel te zijn. Bovendien wordt nogal eens informatie twee keer gegeven, de ene keer als herinnering van ik-persoon Geertje en dan opnieuw wanneer zij die herinnering vertelt aan een van de andere personen. En halverwege het boek weet de lezer grotendeels hoe ‘het’ in elkaar zit en lees je alleen door om te zien hoe het verhaal wordt afgerond.

Daar komt bij dat voor wie Tilburg en omgeving echt kent, de namen en plekken die in groten getale worden genoemd behoorlijk gewild overkomen (er wordt vaak niet meer mee gedaan dan noemen).

Ook komen ongerijmdheden voor, zoals wanneer de broer en zus op een koude winterdag – er ligt sneeuw – gaan wandelen bij het Galgeven – mooie plek tussen Tilburg en Moergestel – en dan eindigen in het boscafé Venkraai te midden van de Oisterwijkse vennen. Dat is een behoorlijke wandeling die in de zomer goed is te maken, maar niet voor wie even een frisse neus wil halen in de dagen rond Kerstmis. Zeker niet als de wandelaars ook nog terug moeten naar een ergens gestalde auto of fiets.

In al zijn gekunsteldheid is de plot van het verhaal interessant. Er had een goed kort verhaal mee geschreven kunnen worden. De overdaad aan name dropping en wetenswaardige terzijdes en zelfs de nadrukkelijke plaatsing in Tilburg hadden dan allemaal achterwege kunnen blijven. Tegendraads verscheen in de reeks ‘In Tilburg’ en is daarin de eerste roman. De titel van die reeks geeft al aan dat dit boek daarin op zijn plaats is. Buiten Tilburg blijft het – vrees ik – een rariteit.

Het boek is geïllustreerd met een aantal (oude) foto’s die goed aansluiten bij de sfeer van het boek. Daaronder ook, helemaal achterin, de enige foto waarop de volwassen Vincent van Gogh te zien zou zijn. Op de rug weliswaar, en dus niet herkenbaar. Ook die sluit qua sfeer en onderwerp uitstekend aan bij de plot van het verhaal. Hij is gemaakt aan een kanaal in Asnières bij Parijs, maar het had, qua beeld, ook het Wilhelminakanaal kunnen zijn geweest.