HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 4 - augustus 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Jan van Rijthoven, De vermogensbeheerder. Soeterberg: Aspekt 2015, 308 pp., ISBN 978-94-6153-745-4, pb., € 18,95.

 

Jan van Rijthoven. fotograaf onbekend

  

©Brabant Cultureel – augustus 2015

Tweede roman Jan van Rijthoven prikkelt

 

Het waagstuk ondernemen om op latere leeftijd aan een roman te beginnen. En amper twee jaar later een tweede te laten verschijnen. De Oisterwijker Jan van Rijthoven durfde het aan. In 2013 lanceerde hij op 72-jarige leeftijd ‘Julia, het besluit van Chartres’. En nu ligt ‘De vermogensbeheerder’ in de boekwinkels.

 

door Rinus van der Heijden

 

Met Julia maakte Van Rijthoven een alleszins acceptabele entree in het land van de romanciers. Met De vermogensbeheerder zet hij een ferme step voorwaarts. Het boek kent een aantal gedegen verhaallijnen die eenzaam worden uitgerold en later op een organische manier ineenvloeien. Dat maakt het lezen van het boek tot een aangename bezigheid, met constante spanning die als een prikkelend vehikel door de ruim driehonderd pagina’s hobbelt. De aandacht verslapt daardoor geen moment.

 

Omstandigheden

Leugens en leugentjes om bestwil brengen hoofdpersoon Joris Veenstra in onmogelijke situaties. Hij voert er zijn huwelijk, dat het hoogtepunt al een aantal jaren voorbij is, mee naar de rand van de afgrond. Jan van Rijthoven schetst die ontwikkeling en neergang met uiterst realistische, zo uit het leven geplukte omstandigheden. De leugens die Joris Veenstra hanteert tegenover zijn vrouw zijn van alledag. Evenals de zaken die hij achterhoudt. Iedereen kent ze van een eigen of andermans situatie, maar zelden zijn ze zo uitvergroot als in het huwelijk van Joris en Janneke.

Het boek begint met een affaire die de hoofdpersoon krijgt met een vrouw die hij als vrijgezel in een bar ontmoet. Ze hebben een korte, maar heftige seksuele relatie. Punt. Dan verschuift de roman naar achttien jaar later. Joris Veenstra is getrouwd met boerendochter Janneke, die erg graag kinderen wil. Joris is echter onvruchtbaar. Althans, zo laat hij dat zijn vrouw geloven. Dat het tegendeel waar is, blijkt als zich een dochter meldt, de vrucht uit de relatie van achttien jaar eerder. De komst van Sofie in zijn leven durft hij niet aan zijn vrouw te vertellen, evenmin als de vader-dochterband die hij al snel met haar opbouwt.

Intussen heeft Joris via zijn kantoor een klus toebedeeld gekregen. Hij moet een bezoek brengen aan een mevrouw Christine Veldman die over financiële zaken wil praten. Zij is een schatrijke weduwe die een zoon heeft die niet deugt en op haar geld uit is. Joris Veenstra wordt al snel aangewezen als de vermogensbeheerder van Christine. De ontwikkelingen die hieruit voortvloeien, geven het boek een ongekend spannend karakter. Want al snel wordt duidelijk dat de weduwe Veldman ernstig ziek is. Zij heeft nog maar vier maanden te leven en wil niet in eenzaamheid sterven. Om dat punt te omzeilen, heeft ze veel meer een mens nodig dan puur een vermogensbeheerder.

 

Verdoezelen

Er ontstaat een intieme, maar geen seksuele band tussen Joris en Christine. Echtgenote Janneke, die steeds verder van haar man af groeit, hoort van de opdracht van haar man. Hij houdt haar zelf op de hoogte, althans van de zaken die hij kwijt wil. Uiteraard niet van de band die er tussen hem en de weduwe ontstaat. Hier stapelt de ene leugen zich op de andere, net als bij het verdoezelen van het bestaan van een dochter.

De vermogensbeheerder en zijn cliënt vertrekken naar Christine’s tweede huis in Schotland, het favoriete land van Joris. Hier raakt hij steeds verder verstrikt in het financiële web dat de weduwe spint. Wel in zijn voordeel, want ze laat hem haar vermogen na. Als zij stervende is, komt er een aantal apen uit de mouw en worden de leugens door de verschillende waarheden achterhaald. Janneke raakt op de hoogte van de dochter van haar man. Zijzelf blijkt al een paar jaar een relatie te hebben met een van de artsen van het ziekenhuis waar zij werkt.

 

Realiteit

Jan van Rijthoven heeft De Vermogensbeheerder in realistische kaders geplaatst. Hij haakt op diverse plekken aan bij de realiteit als hij het heeft over de Troonrede van 2013, over de bankencrisis en verdekt over Lucia de B. Die elementen versterken de geloofwaardigheid van het boek. Evenals wat fraaie sfeertekeningen, die de kwaliteit van Jan van Rijthoven als romanschrijver benadrukken. Zoals deze:

 

Een kille maandagochtend in de tweede week van december. Onder een asgrauwe hemel hing de mist in flarden tussen de struiken in de achtertuin, die aan een braakliggend stukje grasveld daarachter grensde. Als een ragfijn dekentje van gesponnen suiker lag een dun laagje rijp over het gazon uitgespreid. Daarin de pootjes afgedrukt van een kat, die kennelijk al voor dag en dauw op strooptocht was. Waterdruppels bengelden aan de bruin geworden blaadjes van de beukenhaag, die de afscheiding vormde met de tuin van de buren. In de bloempotten op het terras lieten herfstasters hun verschrompelde kopjes hangen, niet opgewassen tegen de winter, die nu ging doorzetten.

 

Het is echter jammer dat te veel taalfouten het boek ontsieren. En ook dat er soms wel heel flauwe grapjes opduiken, goed voor een tonpraot maar niet voor een roman. Zoals: ‘(…) die de as van zijn vader bij hem achter in de tuin zou uitstrooien, dan kon hij nog eens komen aanwaaien’. Een betere eindredacteur had De vermogensbeheerder naar een hoger plan getild, daar waar dit mooie boek thuishoort. En wellicht had hij het met de schrijver ook kunnen hebben over de uiteindelijke ‘plot’ van het verhaal. Dat past nu niet bij een boek van dit formaat, wel bij dat van Libelle of Margriet. De laatste bladzijden van een boek hoeven, nee moeten, meestal niet uit te monden in ‘eind goed, al goed’.