HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 4 - augustus 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Pien Storm van Leeuwen. foto Piet den Blanken

 

Pien Storm van Leeuwen (red.), Omtrent Vincent. Jeugd en beginnend kunstenaarschap. Zoektocht naar de poëzie van het onvergankelijke. Chaam: Stichting TrajarT, in samenwerking met uitgeverij Ceedata, 2015, ISBN 978-90-71947-45-2, pb.

De bundel verscheen in een oplage van 2500 stuks en kost in de boekhandel € 7,50. Tevens is er een luxe-editie à € 25,00, in een oplage van 600 stuks. De Engelse uitgave verscheen in een oplage van 1900 exemplaren en kost eveneens € 7,50.

 

www.pienstormvanleeuwen.nl

 

©Brabant Cultureel – augustus 2015

Een Brabantse parel voor Van Gogh

 

Twintig dichters en een fotograaf gingen op pad om het Brabantse thuisgevoel van Vincent van Gogh in woord en beeld te vangen. Een gesprek met initiatiefneemster en samensteller Pien Storm van Leeuwen over de bundel ‘Omtrent Vincent’. ‘Het zijn vooral zijn brieven die mij inspireerden.’

 

door Olaf Douwes Dekker

 

Een eerdere bespreking in deze kolommen kwam er nog niet van. Niet in de laatste plaats omdat maar liefst drie redacteuren van Brabant Cultureel als dichter een bijdrage hadden geleverd aan het in maart 2015 uitgebrachte Omtrent Vincent. Dat is dan altijd wat lastig voor een redactie. Maar tussen de talloze publicaties die dit jaar verschijnen rond de dit jaar op 29 juli 125 jaar geleden overleden Vincent van Gogh is met name Omtrent Vincent echt een Brabantse parel van jewelste.

Pien Storm van Leeuwen, zowel beeldend kunstenaar als dichter, stelde een mooi uitgegeven collage samen van indrukken over de diverse aspecten van de Noordbrabantse jeugd en de gevolgde aanzet tot het korte, hevige kunstenaarsleven van Vincent van Gogh.

Storm van Leeuwen doet dat via steeds goed leesbare, maar ook informatieve teksten met titels als ‘Een pelgrim op de heide’, ‘Lange wandelingen’ en ‘Molens in het landschap’. In het op klein, handzaam formaat uitgegeven boek (er is ook een kloeke, gebonden uitgave beschikbaar) wordt de auteur ondersteund door haar levensgezel Jan Willem Storm van Leeuwen, die met een groot aantal verbluffend goed getroffen foto’s de tekst ondersteunt. Het doet soms bijna pijn over zijn mooie foto’s gedrukte tekst te zien lopen, hoewel de versmelting met het beeld altijd goed gekozen is.

 

 

Pien en Jan Willem Storm van Leeuwen. foto Piet den Blanken

 

 

Natuur

Doel van de auteurs was om het spoor dat Vincent van Gogh door Noord-Brabant trok te volgen en zo dichtbij mogelijk visueel en tekstueel in beeld te brengen. Het accent lag daarbij op Van Goghs meestal te voet afgelegde routes in het gebied bekend als de Baronie van Breda. Daarbij mochten te lang uitgesponnen uiteenzettingen de draad niet verstoren. Storm van Leeuwen: ‘Ik heb mij beperkt tot de Baronie, in hoofdzaak, met enkele uitstapjes, omdat daar zijn bakermat heeft gelegen.’

Zij verdiepte zich in die Brabantse jaren van Van Gogh: ‘Wat was het dat hem gemaakt heeft tot de mens die hij was, wat heeft hem gevormd tot de kunstenaar die hij werd en al van jongs af aan moet zijn geweest.' Het werd Storm van Leeuwen steeds duidelijker ‘hoe zeer de natuur van hier op een intense, bijna religieuze manier voor Vincent van enorme betekenis was en hem voor altijd heeft verbonden met zijn geboortestreek’.

Die bewustwording van de rol die de Brabantse omgeving op Van Gogh heeft gehad, bracht Pien en Jan Willem Storm van Leeuwen er toe te besluiten zo letterlijk als mogelijk in zijn voetsporen te treden en de door hem gemaakte wandelingen en tochten te hervinden. Hierbij speelden de talloze brieven tussen Vincent en zijn broer Theo een cruciale rol: ‘Die hebben mij geraakt en deden mij besluiten het anders aan te pakken dan ik aanvankelijk van plan was. Van Gogh is in de Baronie de kunstenaar geworden die hij later voor anderen werd, hier ligt die bakermat die hem inhoudelijk heeft gevormd. Meestal spreekt men over die laatste periode, van het afgesneden oor, het hevige drinken, de kraaien. Vanuit mijn jeugd had ik, als de meeste mensen, een bepaald beeld van Van Gogh meegekregen. Ik ben, de laatste jaren hem intens bestuderend, heel anders naar hem gaan kijken, veel genuanceerder. Religieus bedoelde ik ook heel bewust, als in religare, verbinden, Vincent was zijn leven lang verbonden met de natuur. En de basis was hier, deze streek.’

 

Expressie

In het gesprek komt toch ook zijn rol als schilder in kunsthistorische zin ter sprake: ‘Van Gogh wordt door een aantal mensen gezien als de vader van het expressionisme. Ook hier speelt in mijn ogen de natuur een doorslaggevende rol. Hij schrijft bijvoorbeeld: Je moet altijd maar veel blijven wandelen, ik zie in de hele natuur expressie en als het ware een ziel!’

‘Hij is ook zo verbonden met de aarde, hij kijkt ook heel puur, al die lijnen die hij in de natuur ziet, niet alleen maar als een hoeveelheid kleuren, maar ook als verschillende structuren, langs heel duidelijke lijnen, dat grafische, daar had hij een geweldig oog voor. En dat houdt hij zijn leven lang vol, ook als olieverfschilder. Hij blijft lijnen herhalen, daar drukt hij zich ook in uit. De knotwilgen, de natuur als metafoor. In een getormenteerde boom herkent hij iets als van zichzelf. Dat losgewoeld zijn uit de aarde in de luchtwortels van een boom. Daar had Vincent echt een enorm goed oog voor.’

 

 

Zadkine, Vincent en Theo van Gogh. Beld bij het kerkje in Zundert waar vader Van Gogh predikant was. foto Piet den Blanken

 

 

Poëzie

Een andere belangrijke draad die door het boek loopt is de poëzie. Als ondertitel staat op het omslag ‘Zoektocht naar de poëzie van het onvergankelijke’. Storm van Leeuwen schreef zelf zes mooie gedichten, een ervan ook gefotografeerd als poëzietegel in de patio van het Van GoghHuis in Zundert, maar zij verzocht ook aan twintig Noordbrabantse dichters een bijdrage te leveren, waarbij steeds een bepaalde invalshoek op Vincents leven de aandacht diende te krijgen (bijvoorbeeld de kindertijd, Theo, de knotwilg, de spitter, de brieven). Een goed voorbeeld van een van de sobere gedichten van Pien zelf:

 

                        zijn voet voegt zich

                        naar de velden

                        moeren en hei

 

                        voert hem langs

                        masthout dat

                        grond en genoeg

                        heeft aan sober

                        wit zand

 

                        in zijn gaan

                        loopt hij het leven

                        lichter

 

                        vindt er vensters

                        naar tijdloos zijn

 

Als hun eigen uitgevers was de familie Storm van Leeuwen pas tevreden nadat ook de publicatie van een Engelstalige versie (Concerning Vincent) was verzekerd. De bekende vertaler John Irons tekende voor vertaling van zowel proza als poëzie. Als altijd bij het vertalen van poëzie is het vraagteken gerechtvaardigd over de artistieke haalbaarheid ervan.

Een feit is dat John Irons in elk geval geen moment probeert er alsnog in het Engels een soort eigen poëzie van te maken, maar zo dicht mogelijk bij de originele teksten in het Nederlands wilde blijven. Het is voorstelbaar dat de uitgave in het Engels aan een behoefte vanuit het buitenland voorziet naar authentieke, Brabantse beleving van wortels en betekenis van Vincent van Gogh voor zijn geboortestreek.

 

Metafoor

Een dag of twee na het geplande interview in Chaam met Pien Storm van Leeuwen lag er nog een mailtje in mijn digitale bus. Zij bedankte mij voor het plezierige gesprek, maar voegde er niettemin, bijna bestraffend, aan toe: ‘Ik bedacht me nog dat Vincents liefde voor de poëzie nog niet helemaal aan de orde is geweest. Niet alleen kopieerde hij met de hand bladzijden vol gedichten die hem getroffen hadden en stuurde deze aan Theo of andere dierbaren, maar hij gebruikte het woord “poëzie” ook als metafoor en was voortdurend op zoek naar, zoals ik dat noem, “de poëzie van het onvergankelijke”, en vond dat – mijns inziens – in de natuur.’

Ik moest glimlachen. Twee dichters die het niet genoeg over de poëzie hadden gehad? Natuurlijk was in het gesprek en passant wel degelijk Rückert gepasseerd, alsook Paul Van Ostaijen en Jan van Beers, alsook enkele uitspringers in de selectie aan levende dichters (van de kant van de interviewer!, Storm van Leeuwen liet zich niet uit over haar favoriete regels). Haar mailtje benadrukte voor mij nog eens de ernst en de toewijding waarmee zij haar werk opvat. En de poëziebeleving van Vincent vóór alles geheel en niet weerspreekbaar centraal wenst te stellen.

Aan de uitgave werkten de volgende dichters mee: Bert Bevers, Catharina Boer, Frans A. Brocatus, Olaf Douwes Dekker, Maarten van den Elzen, Albert Hagenaars, Bauke van Halem, Kees Hermis, Marijke van Hooff, Joris Iven, Peter Korsman, Pieter Luykx, Kees van Meel, Jasper Mikkers, Herbert Mouwen, Y. Né, Hannie Rouweler, Rob van Uden, JACE van de Ven en Victor Vroomkoning.