HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 3 - juni 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Rien Bekkers. foto Ade Adinata

 

‘Dromen van Shakespeare’, t/m 23 augustus 2015 in Het Noordbrabants Museum

 

www.hnbm.nl

 

©Brabant Cultureel – juni 2015

Dromen van Shakespeare

 

Rien Bekkers ontwierp kostuums voor tal van grote theaterproducties. In Het Noordbrabants Museum zijn nu kostuums van hem te zien waarvoor hij zich liet inspireren door toneelstukken van Shakespeare. Ze nodigen uit tot mijmeren of – voor Shakespeare-kenners – citeren.

 

door Muriel Boll

 

De tentoonstelling Dromen van Shakespeare in Het Noordbrabants Museum in ’s Hertogenbosch ademt iets van de sfeer van deze overbekende eerste regel van Sonnet XVIII van Shakespeare: Shall I compare thee to a summer’s day? Rien Bekkers ontwierp, geďnspireerd door toneelstukken van Shakespeare, vijfentwintig betoverende kostuums die u hier kunt bewonderen. Achter in de expositieruimte staan kostuums opgesteld die zijn gemaakt van stof in stralend rode schakeringen, de daarvoor opgestelde kostuums zijn veelal van lichte, glanzende zijde met parelmoer – samen appelbloesem. En zo drong Shakespeares summer’s day zich op.

 

 

Droomkostuums van Rien Bekkers. foto Ade Adinata

 

 

Sleutelrol

Rien Bekkers (Vught 1950) is in de theaterwereld een bekende naam. Je kunt wel zeggen dat hij daarin een sleutelrol vervult. Hij heeft voor meer dan honderdvijftig theater-, ballet- en operavoorstellingen kostuums ontworpen, in binnen- en buitenland. Voor onder meer Toneelgroep Amsterdam, het Haagse Het Nationaal Theater, het Berlijnse Schillertheater, de Staatsoper van Mannheim en de Nationale Reisopera.

Het begon allemaal met de Tilburgse Tekenacademie, hoorde ik Rien Bekkers vertellen in een radioprogramma. Daar volgde hij een opleiding tot leraar tekenen en handvaardigheid. Dan leerde hij in ieder geval een vak, en dat vonden zijn ouders, die een zuivelhandel hadden, belangrijk. Daarna kwam de opleiding modeontwerpen aan de Amsterdamse Rietveldacademie. Bekkers leerde Li Edelkoort kennen, nu wereldberoemde trendvoorspeller en toen nog werkzaam bij de Bijenkorf. Dat was een belangrijke impuls. Vervolgens werd hij kostuumassistent bij het Ro-theater. Dat lukte allemaal door hard te werken, dat had hij van huis uit meegekregen. Hij was lid van vele jury’s en eindexamencommissies, en sinds 1999 doceert hij aan de Academie Beeldende Kunsten in Maastricht.

 

 

Droomkostuums van Rien Bekkers. foto Ade Adinata

 

Puur mode ontwerpen vindt Bekkers minder interessant dan theaterkostuums bedenken. Het aantrekkelijke van ontwerpen voor theater is, vindt hij, dat je je als ontwerper in dienst moet stellen van de betreffende opera, het ballet of het toneel. Je bent geen autonoom kunstenaar, maar een dienend ontwerper. Daar zit de uitdaging in. Het is niet zo oppervlakkig als de wereld van de mode. Je moet rekening houden met de wensen van de regisseur, van de acteur, van de rol. Moet een acteur vechten of zich anderszins makkelijk kunnen bewegen, dan moet je voor zijn kostuum heel soepel materiaal gebruiken. Voor de harnassen in Richard III gebruikte Bekkers bijvoorbeeld een lycra-stof en borduurde dat vervolgens van onder tot boven met metaalkleurige of parelmoeren pailletten. Het zag eruit als een stevig gevechtsharnas, maar kon wel naar alle kanten mee rekken.

 

 

Droomkostuums van Rien Bekkers. foto Ade Adinata

 

 

Insectenboek

Theaterkostuums kunnen veel uitdrukken. Je kunt ze zo maken dat ze vooral macht uitdrukken, waarbij het menselijke verloren gaat onder lagen stof. Een andere keer moet juist te zien zijn dat het om mensen gaat, dat er een lijf onder de lappen zit. De ene rol vraagt om grotere bewegingsvrijheid dan een andere. Met al die zaken moet je als ontwerper van theaterkostuums rekening houden.

Een van de moeilijkste opdrachten was het ontwerpen van de kostuums voor de film Erik of Het Klein Insectenboek in 2004, naar het boek van Godfried Bomans. Hoe maak je van een mens een insect? Door een insectenachterlijf, dat was de oplossing. De acteurs kregen ook, waar nodig, fragiele vleugels, trillende sprieten her en der, en dat alles in prachtige kleuren.

 

 

Droomkostuums van Rien Bekkers. foto Ade Adinata

 

 

Schaal

De kostuums voor Dreams of Shakespeare zijn speciaal gemaakt om tentoongesteld te worden en daarom uitgevoerd op schaal 2:3. Ze nemen dan minder ruimte in beslag. Dat is begrijpelijk, maar ook een beetje jammer. Doordat de kostuums kleiner zijn, kun je je minder goed voorstellen hoe de kostuums bewegen en ruisen, ze komen moeilijker tot leven. Wellicht had een belichting vanuit verschillende posities daar iets aan kunnen doen. (Een draaiende discobal zou misschien te ver gaan, maar wel voor beweeglijkheid hebben gezorgd.) Voordeel van het formaat is dan weer wel dat je makkelijker het hele kostuum goed kunt bekijken.

Opgesteld staan onder meer ontwerpen voor Richard III , kostuums met enorme kopmouwen en grote molensteenkragen en een schitterend rode jurk met een in de nek opstaande kraag zoals we die kennen van het beroemde portret van Elizabeth I voor Gertrude uit Hamlet. Er zijn kostuums voor Jago en Othello, een kostuum voor een soldaat, een hoveling, enzovoort.

 

 

Droomkostuums van Rien Bekkers. foto Ade Adinata

 

Voor de kostuums die op het podium gedragen worden, gebruikt Bekkers van alles. Kostbare Indiase organza, maar ook oude gordijnen of meubelstof van de markt, voor een habbekrats gekocht. Voor de kostuums voor deze tentoonstelling gebruikte Bekkers vaak aluminiumzijde, een stof die je goed in plooien kunt trekken, die dan blijven staan. Hoewel hij hier en daar toch een heupkussentje nodig heeft, zorgt dit materiaal ervoor dat er minder lagen stof nodig zijn om volume te krijgen. Er zijn wijde pofbroeken waar korte, smalle pijpjes onder uitkomen. Knopen van glas, van been, van parels. En een mooie grote ketting van een kralenspiraal, een platte hoed van drie zwarte strooien place-mats.

Bekkers’ ontwerpen zijn gebaseerd op zeventiende-eeuwse kostuums, maar het zijn geen kopieën zoals in Britse kostuumfilms. De kostuums van Bekkers zijn veel sprankelender doordat ze dat juist niet zijn. Hij voegt een grapje toe, overdrijft bewust, of gebruikt veel kleur. Nu kun je dat ook niet zo makkelijk doen in een film die de realiteit moet suggereren. Om kleuren zo mooi mogelijk te laten zijn, gebruikt hij het liefst natuurlijke materialen. Die blijven ook onder kunstlicht mooi van kleur terwijl kunststoffen dan makkelijk valer van kleur worden. Jakken en jurken zijn geborduurd met etnische motieven of er zijn, heel simpel, met gekleurd zijden rijgdraad patronen in geregen of gepitcht.

 

 

Droomkostuums van Rien Bekkers. foto Ade Adinata

 

 

Fantasie

Om inspiratie op te doen oriënteert Bekkers zich door het lezen van historische boeken over de tijd waarin een stuk speelt, en door kijken naar schilderijen, maar ook door middel van plaatjes kijken en knippen. Van Afrikaanse krijgers, van prehistorische bouwsels, van alles wat zijn fantasie maar kan voeden. Eens had hij ergens gelezen dat keizer Nero van parelmoer hield, dus toen hij een kostuum voor Nero moest ontwerpen werd dat een maliënkolder vol parelmoeren knoopjes, knoopje tegen knoopje.

De kostuums van Rien Bekkers zijn zo een mix van stijlen en culturen, postmodernistisch. Geen ratjetoe, want op de een of andere manier is wel steeds goed duidelijk naar welke periode het ontwerp verwijst en waarom een kostuum eruit ziet zoals het eruit ziet. Dat is het knappe van de ontwerpen van Bekkers: ondanks vrijheid in stijl, toch zó afgebakend dat je weet in welke tijd je zit. Die vrijheid kan ver gaan. Toen de Nationale Reisopera in 1996 Don Carlo van Verdi opvoerde, kreeg Philips II een zwarte kroon met daarbovenop een witte duif met uitgespreide vleugels die de Heilige Geest voorstelde. Het was het enige lichte in deze voorstelling, voor de rest was alles zwart. Zo werd uitgedrukt dat aan het hof van Philips II alle kleur was verdwenen. Een zwarte opera.

De Dromen van Shakespeare hebben geen ironische trekjes, ze zijn duidelijk gemaakt om het plezier van het maken en de schoonheid daarvan. Op een beeldscherm is bovendien een selectie te zien van ontwerptekeningen die Rien Bekkers voor voorstellingen maakte. In 2009 zijn deze kostuums in Korea getoond en in 2013, het Nederland-Ruslandjaar, waren ze te zien in het A.A. Bakrushin Theatermuseum in Moskou.

 

 

Droomkostuums van Rien Bekkers. foto Ade Adinata