HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 3 - juni 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Henri Swinkels. foto Piet den Blanken

 

Henri Swinkels zit namens de SP in het College van GS. Hij heeft recht op een maandsalaris van ongeveer 8000 euro bruto. Conform de interne afdrachtregeling gaat een deel daarvan naar de partijkas. Netto krijgt Swinkels 2700 euro per maand. Zonder afdracht zou dat ongeveer 4300 euro per maand zijn.

 

De provincie Noord-Brabant heeft in 2015 (afgerond) 775 miljoen euro te besteden. Daarvan gaat bijna 56 miljoen euro naar cultuur en leefbaarheid. En van die post is ongeveer 33 miljoen euro bestemd voor cultuur. Daarnaast is er in deze begroting een investeringsagenda opgenomen. Daaronder vallen het Brabant C Fonds (25 miljoen euro) en het behoud van grote erfgoedcomplexen (61,5 miljoen euro).

 

©Brabant Cultureel – juni 2015

Cultuur is de smeerolie van de samenleving

 

Zijn benoeming was de grote verrassing in het nieuwe college van GS van Noord-Brabant. Henri Swinkels (1963), tot voor kort fractievoorzitter voor de SP in Vught, neemt de komende vier jaar de portefeuille leefbaarheid en cultuur voor zijn rekening. Een interview.

 

door Emmanuel Naaijkens

 

Toen hij het bestuursakkoord doorbladerde dat de onderhandelaars van VVD, SP, D66 en PvdA in mei waren overeengekomen, kwam Henri Swinkels wel erg vaak het woord ‘economie’ tegen. Was dit wel een goede basis om, zoals hem door SP-fractievoorzitter Nico Heijmans was voorgelegd, als gedeputeerde voor leefbaarheid en cultuur in het nieuwe college van GS te stappen? Na een week wikken en wegen was hij er uit: kunst en cultuur zijn een wezenlijk onderdeel van het beleid, is zijn overtuiging. ‘Cultuur is bepaald geen ondergeschoven kindje. In Brabant zien wij dat als een kerntaak van de provincie. Dat is niet vanzelfsprekend, want er zijn provincies waar men weinig of niets doet,’ zegt gedeputeerde Swinkels.

 

 

Henri Swinkels tijdens het interview. foto Piet den Blanken

 

Gedeputeerde Swinkels. Ook zelf moet hij er nog aan wennen op die manier aangesproken te worden. Het is een flinke stap van de lokale politiek in Vught, waar hij sinds 2006 de SP-fractie leidde, naar het bestuurderspluche in het statige Provinciehuis uit 1971, naar een ontwerp van architect Maaskant. Ook voor de buitenwereld was zijn voordracht een verrassing. Hij heeft als professional geen staat van dienst in de cultuursector en bestuurlijk is zijn ervaring beperkt. Anderhalf jaar was hij medewerker van de SP-fractie in de Tweede Kamer en hij is zelfs zeer kortstondig – als vervanger – Kamerlid geweest. Tijd voor een introductie van de ‘grote onbekende’.

 

Krijgsmacht

Swinkels studeerde biologie en na het behalen van zijn bul wachtte hem de dienstplicht. Hij overwoog te weigeren, maar deed dat niet. ‘Ik sloot me aan bij de VVDM, de Vereniging van Dienstplichtig Militairen. Vanuit het idee dat we van binnenuit de krijgsmacht konden veranderen.’ Vervolgens werkte hij een blauwe maandag als artsenbezoeker bij Jansen Farmaceutica (‘dat was echt niks voor mij’) om vervolgens trainingen en opleidingen te verzorgen, eerst bij de FNV en laatstelijk bij de Nederlandse Politiebond.

‘Als je commentaar hebt op bepaalde zaken, blijf dan niet langs de kant staan, maar steek de handen uit de mouwen.’ Het is nog altijd zijn motto. Voor Swinkels is cultuur, naast de politiek, een van zijn passies. Na tien jaar slagwerkles ging hij in de muziekkapel van het leger de grote trom spelen. En in zijn vrije tijd legt hij zich toe op toneelspelen en op het schrijven van teksten, in het bijzonder voor muziektheater. In het najaar gaat de productie ‘Het Narrenschip’ van Meierij Theaterproducties in premičre in het Jeroen Bosch Artcentrum. Eerder schreef hij voor hen ook al ‘De Marskramer’.

Swinkels is nog volop bezig zich te oriënteren op de inhoud van zijn portefeuille. Zijn kennismakingsreis brengt hem in alle hoeken van Noord-Brabant en hij is verrast door de vele interessante initiatieven, de bevlogenheid van de betrokkenen, de bedrijvigheid als het om leefbaarheid en cultuur gaat, de samenwerking tussen sectoren, het zoeken naar vernieuwing. Ook binnen het ambtelijk apparaat. ‘Ik kom in een warm bad.’ Maar verwacht van hem in deze ‘wittebroodsweken’ geen al te grote uitspraken over het beleid. Eerst maar eens goed inwerken. Tussen de regels door slaat de nieuwe gedeputeerde echter al wat piketpaaltjes.

 

 

Henri Swinkels in zijn nieuwe werkkamer. foto Piet den Blanken

 

 

Kerntaak

Is er eigenlijk wel een grote rol voor een provincie op het gebied van cultuur?

‘Dat is niet vanzelfsprekend. In Brabant is het een kerntaak. Maar het is best moeilijk om te duiden wat dan precies die rol is en hoe je die vorm geeft. Volgens mij is daar nog veel discussie over te voeren. Cultuur is ook een beetje experimenteren en de vrijheid en ruimte krijgen om iets uit te proberen als we met elkaar denken dat het kansrijk is. Als je het bestuursakkoord leest, is je eerste indruk: het gaat wel heel veel over economie. Natuurlijk ligt daar een belangrijke opgave, maar het is niet zo dat dat al het andere overschaduwt. Binnen GS is er wel degelijk oog voor wat de waarde is van cultuur: smeerolie van de samenleving. En daar maken we middelen en capaciteit voor vrij.’

Met het Brabant C Fonds ligt de nadruk op de topcultuur. Maar intussen staat op tal van plaatsen de basis zwaar onder druk. Hier en daar zijn instellingen omgevallen door bezuinigingen. Zoals MIK Kunsteducatie in de Meijerij en eerder PULZ in de Kempen.

‘Waar het om gaat is, hoe versterk je het culturele systeem? Dat heeft zowel met de top als met de basis te maken. Je alleen met de top bezighouden, heeft niet zoveel zin als ondertussen de basis afbrokkelt. Kijk, als wij er bijvoorbeeld niet in slagen om cultuurvakdocenten een sterkere basis te geven en hen als zzp’ers met een paar uurtjes les onder het minimum duwen, dan zetten wij het vakmanschap van die mensen onder druk. Ik heb ook niet een twee drie de oplossing, maar ik vind dat we als provincie moeten nadenken hoe we er voor kunnen zorgen dat cultuurvakonderwijs in stand blijft. Ik vrees dat we als we daar nu te lang bij weg kijken, wij daar over vijftien of twintig jaar spijt van hebben.’

 

 

Henri Swinkels. foto Piet den Blanken

 

 

Bezuinigingen

‘Het klopt dat basiseducatie een taak is van gemeenten. Dat moeten we als provincie ook niet overnemen. Het is een lokale verantwoordelijkheid. Maar je kunt als provincie wel meekijken: waar gaat dat goed, en waar minder goed. En waar kunnen we helpen. In eerste instantie door expertise aan te bieden, en toegang tot netwerken. Ik zie dat kleine gemeenten enorm onder druk staan. Dan komen de zachte factoren als leefbaarheid en cultuur al gauw in beeld bij bezuinigingen. Daar maak ik me wel zorgen over.’

In de beleidsdoelen van het Brabant C Fonds ligt er een nadruk op de economische betekenis van cultuur. Gaat met dit college de slinger weer de andere kant uit?

‘Misschien was er in het verleden te veel het idee dat cultuur ten dienste stond van economie. Dat is op zijn minst genuanceerd in het bestuursakkoord. Uiteindelijk gaat het om het maatschappelijk nut, de leefbaarheid en het welzijn van de mensen. Cultuur en economie hebben elkaar nodig, kunnen elkaar versterken. Maar persoonlijk vind ik dat we ruimte moeten houden voor de intrinsieke waarde van cultuur en de autonomie van kunst. Kunst die vragen stelt, mensen op het verkeerde been zet, onrust stookt, ons een spiegel voorhoudt. Waar mensen over van mening verschillen. Dat heeft ook betekenis voor de samenleving.’

 

 

Henri Swinkels voor het Provinciehuis. foto Piet den Blanken

 

 

Musea

In het bestuursakkoord wordt een proef aangekondigd om de toegang tot de Brabantse musea op bepaalde dagen gratis te maken. Plasterk heeft dat als minister van cultuur ook ooit voorgesteld, maar dat is niet doorgegaan omdat het geen nieuwe bezoekers naar de musea zou trekken.

‘Die pilot is als een soort voorbeeld in het akkoord terechtgekomen. De vraag waar het om gaat is hoe je groepen die nu niet of nauwelijks in musea komen, toch kunt bereiken. Gratis maken is misschien niet de manier, omdat je dan alleen een verschuiving van bezoekersstromen krijgt. We gaan samen met het veld onderzoeken wat wel werkt.’

Er is door het vorige kabinet 200 miljoen bezuinigd op cultuur. Volgens de VVD is dat zonder grote ongelukken verlopen. Is dat ook uw waarneming?

‘We moeten toch wel vaststellen dat we een paar grote gezelschappen zijn verloren. Je kunt er over twisten hoe erg dat is, maar het is een verschraling van het culturele landschap. Er is ook nog onzichtbare schade. Want organisaties en instellingen zijn uitgehold, er is ingeteerd op vermogens. We hebben een sector die zich met veel moeite overeind heeft weten te houden, maar het vet is van de botten.’

Volgens het bestuursakkoord komt er ook een heroriëntatie waar het gaat om het behoud van grote erfgoedcomplexen. Waarom is dat?

‘Nu er minder middelen beschikbaar zijn is het niet slim om dan maar overal een beetje te investeren. We moeten dus focus aanbrengen. Erfgoed heeft er juist baat bij dat je zaken goed aanpakt. We moeten bedenken welke gebouwen voor Brabant zo waardevol zijn dat we die als provincie mee overeind willen houden. Wat zijn de Brabantse verhalen waar het erfgoedcomplex aan te koppelen is? Daarbij zullen we moeten afwegen welk project kansrijk is en draagvlak heeft in de samenleving en of er al andere initiatieven zijn. In het najaar verwacht ik dat we een voorstel kunnen doen voor een kader, waar we aan kunnen toetsen waarom een erfgoedcomplex wel of niet het behouden waard is.’