|
Brabant Cultureel • Brabant Literair Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur 64ste Jaargang - nummer 2 - april 2015 |
||||||
|
|||||||
¶ Herman Coenen (1946) is socioloog en oud-hoogleraar van de Universiteit voor Humanistiek (Utrecht) en woont in Tilburg. Hij publiceerde eerder gedichten en korte verhalen in literaire tijdschriften, waaronder Brabant Literair, eigen bundels en op cd. hermancoenen.wordpress.com ©Brabant Cultureel – april 2015
|
Twee gedichten
door Herman Coenen
Laesie
Dat ik de taal, de woorden van dit gedicht begrijp, het zacht gevederde geluid van de meeuw boven mij hoor, de wind voel en weet dit is de wind en terwijl ik opsta, naar de keuken loop, de geur herken, een vleug van de kleine sering, al trillen licht mijn knieën, de stroom van signalen omhoog en omlaag tussen hoofd en romp, zich altijd nog ononderbroken door deze smalle nek perst, het had anders gekund, sirene, ambulance, brancard, het onafgebroken draaien door de straten tot bij de zijingang, tests met naalden, vingers die mijn ogen en steenkoud mijn handen, of de zwart gemaskerde met zijn pistool, het is maar in welk land je toevallig bent, maar altijd poëzie als ultieme test of het essentiële tussen hart en hoofd nog stroomt.
Rainham
In de namiddag was er een met zorg gedekte tafel, de theepot, de kopjes, de lepeltjes, de servetten en, wonder van overdaad, de driehoekige sandwiches, koekjes in allerlei soorten, als de Britse vlag in kleurige velden verdeeld. Ik was ‘the Continent’, vertegenwoordigd in zijn meest omworven exemplaar, dit hier het drijvend centrum van een wereldrijk uitgestrekt over de Zeven Zeeën, hun archipels, hun verre kusten. In de aftandse Austin van je vader, hij met zijn manke been achter het stuur, reden we naar de River Medway met zijn stille moerassen, zagen watervogels, amfibieën, een vergeten natuur die ouder moest zijn dan ik ooit had gezien. Darwin, Cook en al die anderen waren hier voorbij gevaren, onder zeil naar Galapagos, Vuurland, het woeste Australië. Ik droomde van heldendaden. Maar in de nacht lag ik te staren, wakker van een verbijsterend gekerm. Waarover je 's morgens op vertrouwelijke toon vertelde, dat hij mee had gevochten in de veldslagen van de Noordafrikaanse woestijn. |
||||||