|
Brabant Cultureel • Brabant Literair Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur 64ste Jaargang - nummer 1 - februari 2015 |
||||||
|
|||||||
¶ Huub van Esch (Haaren 1970) werkt in deeltijd als productiemedewerker. De meeste tijd besteedt hij aan het schrijven van gedichten. Hij publiceerde eerder in Schoon schip, in de verzamelbundel Echte inkt van uitgeverij Opwenteling en in enkele verzamelbundeltjes samengesteld uit wedstrijden van uitgeverij Kontrast. Winnaar finale Brabant Gedicht 2006 te Leuven.
©Brabant Cultureel – februari 2015
|
Zeven gedichten
door Huub van Esch
het stinkt naar kak hier in mijn Kartuizer kluis
die ik jarenlang mijn huis heb gewaand,
godverdomme Jan, geen luis valt hier nog plat te drukken,
alleen het suizen in het oor is mij gebleven,
en tik.
ik ben de poëet, een meester met stok, ik leef in een hol omgeven door spinrag,
een huis van buitenbeentjes, arme luizen in het stof,
ik herinner mij de jonge jaren op het plein, de jongens vol dromen die wij waren,
en het noodlot dat me trof.
de verbeelding laat ons een leven zien dat wij niet leiden maar toch voortdurend moeten belijden,
lichaam en geest bedrijven daarin het vraagstuk van het wezen en scheppen de mogelijkheid om
leegte te verwerven op een wijze zoals wij die zelden zullen begrijpen met enkel het rationele denken.
de vogels zijn mijn vrienden, de vogels groeten mij al- tijd wanneer ik voorbij ga,
de kraai roept mijn naam, de ekster legt zilveren kralen op de plaats waar ik ben,
de schreeuw van de meeuw wakkert het verlangen aan naar eeuwigheid, soms
zelfs moet ik wat grienen, maar meestal houd ik het droog.
men moet voorzichtig zijn met de woorden die men gebruikt wanneer ik in de buurt ben,
voordat je het weet stuur ik je het bos in waar de woorden stuurloos worden zonder
het oordeel dat ze heeft voort- gebracht, voordat je het weet slaat het allerlaatste uur
en legt de klok het zwijgen over het verwijt dat men heeft beijverd met bekwaam besluit.
een zacht verstilde glimlachende vrouw die mij de hand op het hart legt en zal zeggen dat het goed is,
dat is de liefde,
dat is het stille geluid van een zoekende mug die de gehele nacht doet huiveren
waardoor het gebeente verstijft en wordt een witte roos die trillend al haar blad verliest.
de werkelijkheid kent vele gedaanten waarin ze verschijnt,
toch blijft ze voor ons ongrijpbaar, onbenoembaar, onaantastbaar
en op velerlei wijze tegenstrijdig aan zichzelf,
op wat wij zeggen dat ze is ontglipt ze ons,
en laat ons dromen zijn. |
||||||