HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - december 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Job van Gelder. fotograaf onbekend

 

  www.monnikenwerk.nl

 

  De Gouden Boekjes

Op 1 oktober 1942 verschenen de eerste twaalf Gouden Boekjes. Een enthousiaste groep Amerikaanse kunstenaars, uitgevers en drukkers wilde goedkope boekjes voor kinderen maken en uitgeven. Ondanks de lage prijs, 25 dollarcent (gemiddeld kostte een kinderboek toen zesmaal zoveel) moesten de Gouden Boekjes van goede kwaliteit zijn.

Kinderboeken werden destijds nog niet zo veel gekocht, er waren er nog niet zoveel en ze waren duur. De Gouden boekjes waren bestemd voor iedereen. Je kon ze overal kopen, niet alleen in boekhandels maar ook in de supermarkt en bij tankstations. Ze zagen er heel aantrekkelijk uit. De uitgevers Simon & Schuster wilden het proberen, maar het plan zou alleen lukken als er minstens honderdduizend exemplaren verkocht werden. Dan konden grote oplages in kleur gemaakt worden. Goede illustratoren en schrijvers wilden meedoen: mensen van Walt Disney, gevluchte kunstenaars als Tibor Gergely, Feodor Rojankovsky.

Hoewel er nogal wat mensen waren die vonden dat de kwaliteit van de Gouden Boekjes te wensen overliet, bleek het initiatief een schot in de roos. De boekjes werden in korte tijd ongelooflijk populair. Ze waren goedkoop, uitgevoerd in mooie kleuren en de keus was groot, en bovendien waren de boekjes sterk genoeg om door vele kinderhanden te gaan.

In de moeilijke tijd van de Tweede Wereldoorlog waarin mannen ten oorlog werden geroepen, deed Eleanor Roosevelt, de echtgenote van de Amerikaanse president, een oproep om kinderen voor te lezen. Zo konden moeders ondanks alle narigheid, afwezige vaders, hun kinderen toch goed opvoeden. Vijf maanden nadat het eerste Gouden Boekje was verschenen waren er al anderhalf miljoen verkocht. Sterk punt in de verhalen is dat die vaak een aanknopingspunt hadden in de realiteit, het leven van alledag.

Toen de Verenigde Staten Marshallhulp naar Europa brachten, wilden zij ook Amerikaanse producten laten zien; denk aan de American Kitchen. In 1946 was er een tentoonstelling in Brussel waar ook de Gouden Boekjes ten toon werden gesteld. Dichter Han G. Hoekstra bezocht die tentoonstelling en was meteen enthousiast. Hoekstra werkte met Annie M.G. Schmidt voor de Bezige Bij en zij hebben directeur Lubberhuizen warm gemaakt om de Gouden Boekjes ook in Nederland uit te geven. Omdat er gebrek was aan geld, papier en kleurdruktechniek duurde het nog tot 1953 voor de eerste Gouden Boekjes in Nederland verschenen.

 

De nieuwe Efteling sprookjesboeken, in een mooie verzamelbox, waren in eerste instantie bestemd voor de lezers van het Algemeen Dagblad. Over enige tijd zijn ze voor iedereen te koop.

 

www.goudenboekjes.nl

 

 

©Brabant Cultureel – december 2014

Job van Gelder illustreert Gouden Boekjes

 

Gouden Boekjes vormen voor velen een warme jeugdherinnering. Ze verschijnen nog steeds en er worden ook nieuwe boekjes in de reeks uitgebracht. Job van Gelder, illustrator in ’s-Hertogenbosch mocht een aantal nieuwe sprookjesboeken illustreren.

 

door Muriel Boll

 

De Gouden Boekjes, dunne kinderboekjes met een gouden bandje op de rug, wie kent die niet? Talloze volwassenen koesteren hun herinneringen aan Het koekemannetje, De gele taxi, Konijntje Woelwater en natuurlijk Wim is weg. Afgelopen herfst kon uitgeverij Rubinstein dit populaire deeltje uit 1953 eindelijk weer op de markt brengen, na jarenlang geruzie over wie het recht had als auteur genoemd te worden. Behalve met deze gouwe ouwe, kwam de uitgever ook met een aantal splinternieuwe Gouden Boekjes: Joke van Leeuwen schreef en tekende Houtje en Blauwtje, waarvoor zij zich liet inspireren door het werk van Karel Appel. En in samenwerking met de Efteling kwamen er maar liefst twaalf nieuwe sprookjesboeken uit. Vier daarvan werden geïllustreerd door Job van Gelder.

 

Job van Gelder, illustratie De zes dienaren.

 

 

Sprookjesbossen

Job van Gelder (’s Hertogenbosch 1971) is illustrator en vormgever met een eigen bureau in Den Bosch: Monnikenwerk.

Die Eftelingboekjes waren een mooie opdracht.

‘Jazeker,’ beaamt Van Gelder aan de telefoon. ‘Ik ken de Gouden Boekjes en hou ervan. Al een jaar of vijf werk ik regelmatig als illustrator voor de Efteling. Meestal gaat het om reclamewerk, kleine accenten geven aan de huisstijl van het park, illustraties maken voor de website. En nu dus die sprookjes: Hans en Grietje, De nieuwe kleren van de keizer, Doornroosje en De zes dienaren. Het zijn nieuwe illustraties. Ik heb er vier maanden aan gewerkt. Goed in het sprookjespark rondgekeken om de sfeer te voelen. Aan de Efteling kun je zien dat het park al lang bestaat en dat het gegroeid is tot wat het nu is. Dat is het mooie van de Efteling. Het was destijds uniek, later zijn ook in andere landen sprookjesbossen aangelegd, maar die missen dat aspect van traditie en ontwikkeling in vormgeving, ze zijn meer uit de grond gestampt.’

 

 

Job van Gelder, illustratie De nieuwe kleren van de keizer.

 

De mensen van de Efteling zagen enige overeenkomst – verwantschap is teveel gezegd – in kleur en materiaalgebruik met het werk van de grondlegger van de Eftelingstijl, Anton Pieck. Het kleurenpalet van Van Gelder lijkt inderdaad op dat van Pieck: het rozerood, het grijs... En ook bij hem zijn strakke lijnen zelden totaal strak, er zit altijd wel een minimale kromming in. Ook is er een zelfde zachtheid in het werk: hoort er koperbeslag bij dan is er koperbeslag, moet je houtnerven zien dan tekent hij houtnerven. Toch constateerde de Efteling-opdrachtgevers een persoonlijke inbreng in fantasie en verwondering, en daar waren ze van gecharmeerd. Eerder ontwierp Van Gelder al een eigen alfabet voor het sprookjespark. Elke letter kreeg een mooie versiering, zoals de monniken in de middeleeuwen dat deden met hoofdletters. Zijn bureau heet niet voor niets Monnikenwerk.

 

 

Job van Gelder, illustratie Doornroosje.

 

 

Knipoog

Van Gelder heeft diverse opdrachtgevers. Al heel lang maakt hij de illustraties voor de financiële bijlage voor de kranten van Wegener, hij tekent voor het wetenschappelijk magazine Eos en hij illustreert voor uitgeverijen als Plint en de educatieve uitgeverij Malmberg.

Bij het illustreren voor educatieve boeken moeten je illustraties aansluiten bij de stof. Je bent dus meer gebonden. Lastig?

‘Als in de tekst sprake is van een gele bloes, moet er een bloes zijn en die moet geel zijn. Is er een kleine hond, dan teken je een kleine hond. Wat gevraagd wordt, moet je leveren, maar het is de kunst en de lol om daarbinnen de grenzen op te zoeken. Ook het werk voor de Efteling heeft zijn begrenzing, maar daarbinnen kun je vrij werken, een knipoog maken of er een gelaagdheid in aanbrengen. Dat kun je weer minder doen in educatieve boeken, daar komt het vooral aan op kennis en feiten, ook op mijn eigen kennis, en die stop ik in verbeelding.’

 

 

Job van Gelder, illustratie Hans en Grietje.

 

Tegenwoordig staan in kinderboeken zelden illustraties zoals bijvoorbeeld Mance Post die in de jaren zeventig en tachtig maakte. Dat waren tekeningen met haaltjes, aarzelingen, nooit egaal van kleur en nergens een strakke lijn, volgens mijn eigen kinderen waren de boeken die zij illustreerde altijd goede boeken.

‘Ja,’ zegt Van Gelder, die zijn tweede dochter trouwens naar Mance Post noemde. ‘Je werkt nu vaak digitaal. Bij handwerk beoordeel je je werk, je kleuren, meer in detail. Moet er een beetje meer pigment bij, of juist minder, je kunt dan niet in één keer met één kleur toe. Dat is het mooie van handwerk. Als je digitaal werkt is de verleiding groot om het perfect te maken. Je moet jezelf echt tegenhouden om het steeds nog iets mooier te willen maken. Dat geldt zeker voor reclameopdrachten. Je zit daardoor eerder op een wat gelikt spoor.’

 

 

Job van Gelder, SuperKindertekening.

 

Eén van de vele dingen die Van Gelder doet, is het maken van wat hij zelf SuperKindertekeningen noemt. Die zijn vooral bestemd voor ouders. Zij sturen Van Gelder een kindertekening waar hij vervolgens op zijn tablet een tekening van maakt en digitaal schildert.

‘Het is een zijspoor,’ zegt hij, ‘ik wil met dit idee naar ziekenhuizen gaan om met kinderen die daar langere tijd verblijven, SuperKindertekeningen te maken. Op locatie met elkaar, en dan samen een mooie expositie maken voor de ouders, en voor de kinderen zelf natuurlijk.’

 

 

Job van Gelder, SuperKindertekening.

 

 

Vakmanschap

Van Gelder kreeg zijn opleiding vormgeving aan het Sint Lucas in Boxtel, de school die opleidt voor beroepen in de creatieve industrie. Het is een school die nogal wat ontwerpers voortbrengt die het ver schoppen.

‘Sint Lucas is vooral vakgericht,’ vertelt Van Gelder. ‘Daar is de aandacht in eerste instantie op gericht. Het zoeken naar een eigen stijl, het aanscherpen ervan, komt pas daarna. Op de kunstacademie begin je juist met het ontwikkelen van een eigen stijl, het echte vakmanschap, het ambachtelijke komt later aan bod. Dat is dus een kortere route voor je persoonlijke ontwikkeling. Ik ben na het Sint Lucas naar de academie gegaan, mijn vriendin achterna, maar ik ben daar toch niet lang gebleven.’

 

 

Job van Gelder, illustratie voor educatief werk.

 

Eigenlijk heeft Job van Gelder al zijn hele leven getekend en dat is niet zo vreemd. Zijn moeder volgde een tekenopleiding en werd lerares tekenen, zijn vader had een drukkerij. Thuis was er dus altijd papier genoeg. Maar niet alleen dat, er was ook aandacht voor vorm en kleur. Dat je dan illustrator wordt, komt niet zomaar uit de lucht vallen.

Illustreren is het in tekeningen vertellen van andermans verhaal. Natuurlijk zou Van Gelder graag ook eens een heel eigen boek willen maken. Maar als je een gezin hebt, kun je je dat niet zomaar veroorloven, je hebt je verplichtingen. Van Gelder: ‘Een eigen boek staat haaks op je inkomen... Maar ik zit al dicht bij het vuur zou je kunnen zeggen. Uitgeverij Lannoo wil een boek maken met mijn tekeningen. Wie het verhaal in woorden schrijft, ik of een schrijver, is nog niet duidelijk.’ Nog even wachten dus op het boek van Job van Gelder, maar erg lang zal het niet duren. 

Job van Gelder, illustratie voor educatief werk.