HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - oktober 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

foto TextielMuseum

 

‘Body Jewels’, t/m 15 maart 2015 in het TextielMuseum in Tilburg.

www.textielmuseum.nl/nl/tentoonstelling/body-jewels

 

©Brabant Cultureel – oktober 2014

Body Jewels

 

Sieraden van textiel. Het TextielMuseum in Tilburg verzamelt ze al sinds in de jaren ’80 textiel als basismateriaal voor sieraden in gebruik kwam. Met de expositie Body Jewels zet het museum deze collectie in de schijnwerpers.

 

door Muriel Boll

 

Mensen hebben zich altijd mooi willen maken, dus bestaan er al sieraden zolang er mensen bestaan. Met een sieraad kun je je onderscheiden, laten zien wat je mooi vindt, maar ook laten zien hoeveel een sieraad wel niet gekost heeft. Dat laatste aspect is in de afgelopen decennia steeds minder belangrijk geworden. Een sieraad is niet langer een kostbaar statussymbool, maar gedragen kunst of mode. Die ontwikkeling is in fasen gegaan en dat kun je zien op de tentoonstelling Body Jewels in het Tilburgse TextielMuseum. Honderd jaar geleden zou niemand hebben gedacht dat we ooit sieraden zouden dragen die gemaakt zijn van rubberbanden, textiel of veren.

 

 

Sieraden in het TextielMuseum. foto TextielMuseum

 

Gijs Bakker en Emmy van Leersum waren in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw pioniers op het gebied van moderne sieraden. Zij werkten met ‘onedele’ metalen, met perspex en aluminium, niet met textiel. Hun werk was de afgelopen zomer te zien in het Amsterdamse Stedelijk Museum.

De tentoonstelling Body Jewels in het TextielMuseum laat sieraden zien uit de eigen collectie. De ‘jewels’ zijn onderverdeeld in verschillende thema’s: lijnen, ambacht, dieren en verhalen. Dat samen is goed voor een kleine, maar bijzondere tentoonstelling. Textiel werd vooral in de jaren tachtig in sieraden gebruikt, met name door Mecky van den Brink, Beppe Kessler en Lam de Wolf. Hun werk was de aanleiding voor het museum om sieraden te gaan verzamelen.

 

 

Alet Pilon, ZT (Swan wings), 1995. foto TextielMuseum

 

 

Conceptueel

Sieraden werden vooral gezien als toegepaste kunst, niet als een autonome kunstvorm. Misschien speelde hierbij het feit mee dat het vooral vrouwen waren die zich bezighielden met het vervaardigen van sieraden. Body Jewels laat goed zien hoe de nieuwe sieraden zich wel hebben ontwikkeld tot autonome kunst, van sculpturale lichaamsobjecten tot conceptuele sieraden.

De tentoonstelling opent met een indrukwekkende witte jurk van vogelveren. Eén van de laatste ontwerpen, Minimal Dress van Digna Kosse, heeft niet méér om het lijf dan een draad die slechts de contouren van een kort jurkje aangeeft. Daartussen vind je van alles: een jurk van zwart bont die bij nader inzien bezaaid is met uit de stof stekende vogelschedels, een rouwring met voor elke vinger een zwart gehaakt dopje dat met een kettinkje naar de pols loopt, een tas in de vorm van een vlieg. Er is een indrukwekkende cape van witte zwanenveren die overgaan in nepbont.

Heel mooi vond ik de creaties die Beppe Kessler maakte met niet meer dan gewone knopspelden. Behalve een collier maakte zij prachtige broches door spelden in een bepaalde vorm kriskras door elkaar en dicht op elkaar in de stof te steken. En ook door met spelden zo in de stof te prikken dat de ontstane gaatjes een patroon laten zien. Naast dit fijne werk maakte Kessler ook schouderstukken van beschilderd perspex.

 

 

Zaaloverzicht in de expositie. foto TextielMuseum

  Grotere weergave

 

Stokjes

Indrukwekkend is ‘Stjerren oant it firmamint’ van Winde Rietstra. Het is een simpele, etherische constructie van dunne stokjes die zo aan elkaar vastzitten dat er ster-achtige vormen met uitstekende punten ontstaan. De stokjes zijn omwikkeld met zachte en soms glanzende mohairdraden. Dat geheel hangt los over een voilen jurk. Het ontwerp is gebaseerd op het planetarium van Eise Eisinga.

Rubber nodigt uit tot strakke vormen. Maria Blaisse maakte er prachtige hoofdsieraden van, John Brakman stoere halsstukken met bijzondere uitsnijdingen. Er zijn kettingen te bewonderen, zo groot en zwaar dat ze niet te dragen zijn, maar alleen als sieraad aan de wand kunnen hangen. Bolero’s gemaakt van stug canvas, dat toch fijn geplisseerd werd tot prachtige pofmouwen.

Het werk van Felieke van der Leest, Beestenboel, wordt in een aparte vitrine getoond. Daar is het goed op zijn plaats. Het zijn kleine, geestige beestjes als beertjes, een zeemeermin, konijntjes, een Siamese tweelingzebra, een punkzebra, allemaal gehaakt van kleurig, glanzend garen. Ontroerend en argeloos zijn de woorden die ik daarbij vind passen, gemaakt puur om het plezier van het maken. Een gehaakt, kruipend konijntje met achter zich aan een treintje van een stuk of zes gehaakte worteltjes met groen loof en op wielen van dun gouddraad, vertederende panda’s in pluizige truitjes en een dikke kraag van gouden kraaltjes. Heel draagbare kettingen of broches waarmee de draagster zeker opmerkingen uitlokt.

Het is zoals gezegd, een kleine tentoonstelling, maar wel een die je met plezier bekijkt. Zoveel verschillende bijous om je lijf mee te versieren.

 

 

Felieke van Leest, Beestenboel. foto TextielMuseum