HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - oktober 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Het Huis van Waalwijk. foto Piet den Blanken

 

www.huisvanwaalwijk.nl

www.atelierwinterdijk30b.nl

 

©Brabant Cultureel – oktober 2014

Kunstenaars veroveren Huis van Waalwijk

 

Sinds Waalwijk een nieuw gemeentehuis heeft, staat het oude, monumentale stadhuis leeg. De gemeente stelt het nu beschikbaar voor culturele evenementen en daar wordt graag gebruik van gemaakt. De eerste expositie was Error en die bewees de potentie van het gebouw.

 

door Joep Trommelen

 

Imposant is het zeker, het voormalige stadhuis van Waalwijk. Het in 1932 voltooide gebouw van architect Alexander Jacobus Kropholler heeft de tongen altijd in beweging gehouden. Mooi of lelijk, het is in ieder geval een bijzonder voorbeeld van de traditionalistische bouwstijl uit die tijd. Het stadhuis is alleen nog als trouwlocatie in gebruik sinds het nieuwe gemeentehuis van Waalwijk er staat. Vorig jaar was het even het Huis van Sinterklaas – die ook nu (2014) wederom tijdelijk zijn intrek neemt – en van daaruit is uiteindelijk begin dit jaar het Huis van Waalwijk geboren.

 

 

Het Krophollergebouw gezien vanuit de Hooisteeg. foto Piet den Blanken

 

Iedereen mag Krophollers hoogstandje – dit jaar nog om niet – gebruiken voor culturele evenementen. Met de ateliers aan de Winterdijk en de Hooisteeg, de schoendesignopleiding SLEM als buurman en een verhuizing van het Schoenenmuseum naar de eveneens leegstaande gemeentekantoren uit de jaren tachtig moet het Huis van Waalwijk dan een kloppend cultureel hart gaan vormen, midden in het centrum van de stad.

 

Kunstonvriendelijk

Error, heette de eerste expositie met beeldende kunst die in september vier weekenden te zien was in het Huis. Frans Hagendoorn, Clemens van Meurs, Sahar Rastakhiz, Luuk van Son en Hans van Bijnen mochten er hun gang gaan. Hoe is het om in zo’n op het eerste oog kunstonvriendelijk gebouw vol donkere gangen, trappen, bogen en kamertjes als kunstenaar te mogen exposeren? Want in dit gebouw huisde niet alleen jarenlang de macht, het gebouw is macht, of in ieder geval de representatie ervan. En voor wie kunst ziet als iets wat macht bekritiseert of in ieder geval bevraagt, krijgt de naam van de expositie een speciale betekenis.

In vier weekenden trok Error vijf- tot zeshonderd bezoekers, schatten de kunstenaars. In het weekend dat het wandelevenement De 80 van de Langstraat werd gehouden, onttrok het grote podium van dit sportgebeuren het Huis van Waalwijk aan het zicht. En prompt bleven de mensen weg. Kunstenaar Luuk van Son (1992): ‘Het oude stadhuis lokte ook mensen, zeker wanneer ze onze grote banner zagen hangen aan die imposante gevel. Dan dachten ze: ‘Hé, we kunnen in het oude stadhuis gaan kijken! En en passant pikten ze dan onze kunst mee.’

 

 

Het voormalige raadhuis ten tijde van Error. foto Piet den Blanken

 

 

Pitbull

Architect Kropholler heeft het gebouw nooit bedoeld als ruimte waarin vrijheid zou heersen, laat staan artistieke vrijheid. De in 1881 geboren en in 1973 gestorven architect was een conservatief man. Hij interesseerde zich al vroeg voor kerkenbouw en als 27-jarige werd hij katholiek. Plaatsen waar macht werd uitgeoefend ontwierp hij, waaronder een fors aantal gemeentehuizen. Hij maakte gebruik van steen en hout, bogen, trappen, hoge plafonds en veel ornamenten en spreuken. In de trappenhal staat Concordia Res Parvae Crescunt in de muur gemetseld: Eendracht Maakt Macht.

Een hond die een trap siert in het Huis van Waalwijk oogt dan ook niet als een schoothondje maar als een gevaarlijke pitbull. De koe en de os die de trapgevel van het oude stadhuis sieren en die verwijzen naar de schoen- en lederindustrie in de Langstraat zijn door de Error-kunstenaars afgeschermd met grote ratten. Kropholler zou zich in zijn graf omdraaien!

Kropholler maakte naam, maar was ook omstreden. De man had een hekel aan vernieuwing. Zijn conservatisme dreef hem richting het fascisme. In de jaren dertig werd hij lid van Zwart Front en in de oorlog werkte hij niet alleen gewoon door, maar publiceerde hij ook artikelen in Nazi gezinde tijdschriften. Na de oorlog werd hij tot opluchting van veel collega's veroordeeld voor collaboratie. Hij werkte door tot op hoge leeftijd, maar raakte in de vergetelheid. Onlangs kondigde het Huis van Waalwijk aan het komend voorjaar een expositie aan de omstreden architect te gaan wijden.

 

 

Entree en trappenhal met aan de wand een werk van Sahar Rastakhiz, op de trap een installatie van Clemens van Meurs. foto Piet den Blanken

 

 

Hoofdkwartier

Was het een bewuste keuze van de vijf kunstenaars om te gaan exposeren in dit gebouw, dat met enige fantasie zo door kan gaan voor een Gestapo hoofdkwartier in een oorlogsfilm. Of was het inderdaad een Error, een vergissing?

Hans van Bijnen (1962) is niet zo te spreken over het oude stadhuis als expositieruimte: ‘Op zich een mooi gebouw maar kut voor een expositie,’ zegt de kunstenaar die op Error aanwezig was met puinstukken en reststukken, puur op gevoel gemaakte objecten van ‘afval’ dat in zijn atelier aanwezig was. ‘Het Huis van Waalwijk is nauw en donker, heeft hele grove elementen waar je eigenlijk niks naast kunt hangen zonder dat dit door de elementen in het gebouw overschaduwd wordt.’

 

 

Werk van Hans van Bijnen in de centrale gang. foto Piet den Blanken

 

Hij vindt het ook maar niks dat je eigenlijk nog geen spijker in de muur mag slaan, een regel die het monumentale gebouw moet beschermen. ‘Maar stiekem hebben we toch her en der iets opgehangen, de gaatjes stoppen we wel weer dicht, dat ziet straks geen hond meer.’

Luuk van Son maakte onder andere een indrukwekkende opstelling met skateboards. Die hangen als grafstenen aan het plafond van een voormalige administratieruimte, beschreven met titels van popsongs en andere teksten; een poging tot rouwverwerking en een eerbetoon aan een overleden vriend. In een klein kamertje bij die ruimte heeft hij een ‘Mariakapel’ ingericht die door bezoekers van Error met knipsels uit allerlei bladen mag worden aangekleed als een religieuze collage.

De administratieruimte heeft als enige kamer grote ramen waar het licht genereus door naar binnen stroomt. Van Son: ‘Je zou dit gebouw beter geschikt moeten maken voor kunst. Hang rails om dingen aan op te hangen, dat kost niet zo veel hoor. En maak de verlichting in orde, want het is op veel plaatsen te donker. Maar het gebouw heeft zeker charme, het is als een mysterieuze tunnel.’ Van Bijnen knikt: ‘Ja, je moet er alleen zelf iets van maken.’

 

 

Luuk van Son, installatie. foto Piet den Blanken

 

 

Sahar Rastakhiz. foto Piet den Blanken

 

 

Reclamezuil

Dat is ook gebeurd. In de donkere gang achter de entreehal stond een steigerconstructie met lichtspotjes om werk te belichten van Van Bijnen en Sahar Rastakhiz, een in 1984 in Amerika geboren kunstenares met een Iraanse achtergrond. De grote blikvanger in de entreehal was een reclamezuil van dichter Frans Hagendoorn (1950), die zijn teksten steeds meer in mixed media jasjes verpakt en zichzelf momenteel dan ook het liefst geen dichter meer noemt.

De zuil was behangen met reclame-uitingen die bij nadere bestudering een venijnige commentaar leveren op de van commercie doordrenkte consumptiemaatschappij en die het manipulatieve karakter van communicatie blootleggen. Hagendoorn wilde de zuil in de kleur groen schilderen van de soortgelijke zuilen zoals hij die kent uit Amsterdam. Maar het ‘grachtengroen’ dat hij eerst op het oog had, pakte in Krophollers hal veel te donker uit. Gelukkig wist de verfwinkel welk groen wel voor het gewenste effect zou zorgen: ‘monumentengroen’. ‘Ja, dit is een gebouw met een gebruiksaanwijzing,’ zegt Hagendoorn lachend.

Het gebruik van de hal leidde trouwens tot tragikomische taferelen. Op de vrijdagmiddag en zaterdag is het oude stadhuis nog steeds als trouwlocatie in gebruik en de hal moest dan telkens leeg worden gemaakt. De zuil van Hagendoorn stond gelukkig op wieltjes.

 

 

De reclamezuil van Frans Hagendoorn. foto Piet den Blanken

 

 

Gemeentesecretaris

Sahar Rastakhiz had de voormalige kamer van de gemeentesecretaris in gebruik. Zij had totaal geen problemen met het gebrek aan licht. ‘Ik exposeer mijn schilderijen het liefst in een neutrale ruimte. Heb hier dan ook eerst een zwart gordijn voor de ramen gehangen en de meubels met zwarte kleden afgedekt. Daarna kon ik met spots de focus richten op mijn werk. Dat is de manier waarop ik het liefst exposeer. Dit pand is dus prima voor mij, al moest ik in een bunker exposeren, dan nog kan dat op deze manier. Licht is belangrijk voor kunst, maar kan ook veel verpesten. Dat was hier gebeurd als ik die gordijnen niet had opgehangen.’

En, het moet gezegd, de spotlights doen haar werk goed uitkomen. Vooral het forse Untitled No S03, een wit doek met een tekst in het Farsi en de suggestie van bloedspetters wekkende rode verf ‘knalt’ de verduisterde ruimte in. Rastakhiz vindt het heel bijzonder om in dit gebouw te werken. ‘Het is perfect, een beetje middeleeuws doet het aan. Het gebouw voegt mysterie toe aan mijn werk. Error is natuurlijk kunst-in-kunst.’

 

 

Een gezaghebbende uitstraling. foto Piet den Blanken

 

 

Fotocollages

Clemens van Meurs (1961) exposeerde fotocollages en thinnerprints.’Mijn werk heeft juist veel licht nodig en ik heb daar ruimtes voor gevonden. Die hal is bijvoorbeeld niks voor mij, veel te donker. Zo’n gebouw brengt mij wel op ideeën. Eigenlijk moet je het gebouw benaderen als onderdeel van een Gesammtkunstwerk. Kleed het aan, bijvoorbeeld met teksten die contrasteren met die stichtelijke teksten van Kropholler. Ik heb zelf een geïmproviseerde installatie gemaakt in het trappenhuis, met de microfoons uit de oude raadzaal. Dit was ooit ook het Huis van de Democratie. Met die installatie stel ik de vraag: luisteren we in onze democratie nog wel naar elkaar?’

‘We moesten er zelf wat van maken, en dat is goed gelukt,’ zegt Hagendoorn op de laatste dag van de expositie, zondag 28 september. ‘Wat haal je eruit en wat steek je erin? En is het dat waard geweest? Dat moet je je afvragen. Het meest irritante vond ik de bruiloften op vrijdag en zaterdag waardoor we telkens de hele hal moesten ontruimen en de banner en de grote ratten bij de gevel moesten weghalen. Lastig voor ons, maar ook voor die bruidsparen. En bezoekers stonden dan voor een gesloten deur. Dat werkt niet.’

Maar over de ruimte waar hij zijn vijf ‘oppressive portraits’ van prostituees kon ophangen is hij zeer te spreken. ‘Perfect. Die ruimte heeft alles: hoog, strak, wit en licht. Maar als ze die verlaagde systeemplafonds er straks uit gaan slopen, wat de bedoeling is, dan wordt het weer een hoog donker hol, met een plafond van zware donkere balken.’

Van Meurs denkt dat het Huis van Waalwijk een uniek onderdeel van een prachtig stadscentrum is. ‘Met alles wat er omheen gebeurt, kun je er een culturele hotspot van maken. Jammer dat Waalwijk niet zo groot is: als dit in Tilburg had gestaan, was dat allang gebeurd. Maar ze zijn stom als ze dat hier niet gewoon gaan doen! Maak van die tuin naast het gebouw een koffie- en theetuin met een klein podium waar af en toe iets te doen is. En zorg voor voldoende vrijwilligers. En een visie op wat je wilt bereiken. Dan kan hier iets heel moois ontstaan.’