HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

63ste Jaargang - april 2014

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

 

 

© Brabant Cultureel – april 2014

 

Column: Doe iets

 

door JACE van de Ven

 

Met Pasen hoorde ik dat de muziekschool in Oisterwijk, onderdeel van zo’n modern cultureel paleis, in dit geval Tiliander geheten, binnenkort dichtgaat. In stadswijken sluiten de bibliotheekdependances. In weer andere plaatsen is er vaak nog nauwelijks programma in de lokale schouwburgjes. Tien jaar geleden moest ieder gat nog zo nodig een theater met alle toeters en bellen erop en eraan hebben. Waarom? Omdat ze dan dachten mee te tellen, vergelijkbaar met het feit dat elk Brabants dorp rond 1970 nog een flat wilde bouwen of in ieder geval een gebouw van minstens vier lagen. Dan hoorde je erbij, dachten de plattelandswethouders.

Die dorpsschandvlekken zijn inmiddels verpauperd en hier en daar alweer afgebroken, de schouwburgjes werden een jaar of tien gebruikt om tweederangs cabaretiers hun try-outs te laten doen en voor de lege bibliotheken zaten de hangjongeren te gamen en te ‘aaipotten’. Waarom ze niet naar binnen gingen? Omdat ze onderwijs hadden genoten waaruit stelselmatig alle educatie die naar kunst, cultuur en historie riekte, was geschrapt.

Dat laatste is het ergste wat Noord-Brabant de voorbije decennia is overkomen. Dat we de jeugd geen cultureel houvast hebben gegeven. Hoe moeten zij nu hun plaats bepalen? Tegen wie of wat moeten ze zich afzetten?

Waarom hebben we niet gezegd dat ze naar de Matthäus Passion moesten gaan luisteren, naar De Aardappeleters gaan kijken, en dat ze Don Quichote of voor mijn part De ondraaglijke lichtheid van het bestaan moesten lezen. Nee, we zeiden alleen niet dat ze dat moesten, maar ginnegapten dat Gordon ook goed was. Dat er voor de Donald Duck ook leuk werd getekend en dat lezen passé was omdat we naar een beeldcultuur evolueerden. Die ondraaglijke lichtheid van het bestaan, die droegen we zelf uit.

Wel probeerden we de schijn op te houden. Er moest een goeie culturele infrastructuur komen en een op en top culturele organisatie. Dus bouwden we overal stenen cultuurpaleisjes en richtten allerlei instellingen op als De Kunstbalie en het Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur (bkkc). Die zouden het culturele leven voor ons in de gaten houden. Hèhè, konden wij tevreden achterover leunen en naar CSI kijken.

Maar zo gaat dat niet. Instellingen en culturele façade-gebouwen, indien niet bemand door particuliere kunstgekken maar door ambtenaren, zijn kunstcrematoria. Elke creativiteit komt er in ademnood, verstikt door regeltjes, of geplet door de poeha die de plaatselijke kunstambtenaar van dienst ergens op een cursus opgedaan heeft. En dan komt er ook nog crisis.

O jee! Wat dat allemaal niet kost, die kunst! Na diep nadenken door onze plattelandspolitici blijkt er alleen nog geld voor de gebouwen en de instellingen. De kunstenaars moeten het – sorry, maar het kan niet anders – eventjes zelf uitzoeken.

Zo komt het dat wanneer iemand het woord kunst of cultuur intypt op google met de naam van een gemeente of provincie erbij, automatisch het woord bezuiniging in beeld verschijnt.

Zo komt het dat we de komende jaren zitten opgescheept met een aantal overbodige gebouwen en instellingen – en vergeet ook de megalomane projecten ‘waarmee Brabant op de kaart wordt gezet’ niet – die zelfs als uiterlijk vertoon al belachelijk ogen, laat staan dat de kunst er iets mee opschiet.

Maar wie neemt de gretige puber bij de hand en toont hem of haar wat we hier hebben gemaakt – echt gemaakt, zinvol gemaakt – om hem of haar te stimuleren dat ook te doen. Niet afgeschermd van wat er mondiaal gaande is, maar als wereldburger in Noord-Brabant. Daag de talentvolle jongere uit om een wereldboek te schrijven over de grasspriet naast zijn voordeur, om er een wereldschilderij van te maken, of een muziekstuk dat mondiaal de klank van die grasspriet doet verstaan. Of praat hem of haar iets anders aan, niet van belang wat, maar doe iets. Verkwansel de taak om cultuur over te dragen niet door ze uit te besteden aan ambtenaren of kunstmakelaars. Kom in actie.

En als er dan al weinig geld voor kunst zou zijn, doek dan de instellingen op, verpats de megalomane projecten aan de meest biedende kunstmakelaar, verkoop de leegstaande kunsttempels en besteed wat er over is aan kunsteducatie en het uitdagen van talent.

Daarna mag je CSI gaan kijken. Hoewel? Waarschijnlijk vind je daar dan niets meer aan.