HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

62ste Jaargang - december 2013

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Frans Hoppenbrouwers. fotograaf Jurgen van Hoof

 

KLIK HIER voor een in memoriam elders op CuBra

 

Postuum verscheen nog een fraaie bundel Laatste gedichten, vormgegeven en gedrukt bij Kabeljauws in Eersel (ISBN 978-90-77747-52-0; www.kabeljauws.nl ).

  

©Brabant Cultureel / Brabant Literair – december 2013

 

Romanticus van de milde soort

 

Eerst en vooral was Frans Hoppenbrouwers dichter. Van 2005 tot begin 2013 formeel als gemeentedichter van Valkenswaard, maar feitelijk zijn hele leven lang. Een romanticus met een rechte rug, geen zwijmelaar, maar met verstand van vele zaken en met een grote liefde voor de omgeving waarin hij thuis was.

 

door Lauran Toorians

 

Het waren zijn beide zoons die Frans Hoppenbrouwers tijdens zijn uitvaartmis omschreven als verstokt romanticus. Dat was hij ook, maar dan wel een romanticus van de milde soort die de schoonheid zag van de wereld om zich heen. En daarvan genoot zonder bitter te worden wanneer hij die schoonheid miskend of geschonden zag worden. Dat is des te bewonderenswaardiger als we weten dat hij zelf geruime tijd werd gekweld door een ziekte die zijn lichaam sloopte, maar die hij toch lang de baas wist te blijven. Zijn werklust lijkt daardoor onaangetast te zijn gebleven. Hij bleef dichten en zich beijveren om zijn literaire nalatenschap vorm te geven en te vervolmaken. 

Als dichter ken ik Frans Hoppenbrouwers sinds het verschijnen van zijn monumentale Calendarium poeticum in 1998. Een ongekend dikke dichtbundel met een sonnet voor elke dag van het jaar, inclusief de schrikkeldag. En met Latijnse titels die vaak verwijzen naar de liturgische kalender van de katholieke kerk, maar ook naar planten, dieren of naar persoonlijke belevenissen. Nog los van het uitstekende dichterschap viel deze bundel op door zijn kloeke omvang en vooral door de liefde die eruit sprak voor traditie en de grote verbondenheid van de dichter met zijn naaste omgeving: Valkenswaard en de loop van de Dommel ten zuiden van Eindhoven.

Ook het feit dat de bundel nauwelijks een toelichting bevat, bleek tekenend voor de dichter Hoppenbrouwers. Zijn werk staat voor zichzelf. Zelfs de korte auteursbiografie blinkt uit in bescheidenheid, maar meldt uiterst veelzeggend wel dat Hoppenbrouwers poëzie van Seamus Heaney vertaalde. Beide dichters waren geestverwanten, maar dat weet alleen wie beide personen wat beter kent en zeker Hoppenbrouwers bood daar weinig gelegenheid voor. Hij was bescheiden en bleef graag in de luwte.

 

 

 

 

Zeldzame kwaliteit

Later leerde ik Frans Hoppenbrouwers ook kennen als dialectdichter van een zeldzame kwaliteit, als redacteur en medewerker aan het dialecttijdschrift Brabants en doordat hij soms gedichten instuurde voor Brabant Literair. Daar kwam enige jaren geleden het alarmbericht binnen dat Frans Hoppenbrouwers zo ziek was dat hij zijn ‘nagelaten gedichten’ niet zelf zou kunnen afronden. En de vraag of we in Brabant Literair uit deze postume bundel zouden willen voorpubliceren. Zo geschiedde, maar de dichter krabbelde er weer bovenop, nam zelf het heft weer in handen en overleefde zowaar zijn literaire ‘executeur testamentair’ Michel de Koning.

Pas ergens in deze periode – en nu nog geen twee jaar geleden – leerde ik Frans persoonlijk kennen. Het was Michel de Koning die ons aan elkaar voorstelde tijdens een boekpresentatie op de bovenste etage van het Provinciehuis. Het klikte meteen tussen ons. We bleken gelijkgestemde zielen en hielden daarna contact. Niet heel intensief, dat liet zijn gezondheid ook niet toe, maar wel hartelijk en met als resultaat ook een zodanige stroom gedichten voor Brabant Literair dat we als redactie aan de rem moesten trekken. Een aantal van deze gedichten stuurde ik zelfs met zijn instemming door naar het ledenblad van Brabants Landschap, waarin al jaren ook steeds natuurgedichten van Noordbrabantse dichters staan en waar blij op deze inzending werd gereageerd.

Over zijn ziekte sprak hij niet met mij. Wel dat hij erg moe was en steeds maar voor een korte periode actief kon zijn. En soms was hij gewoon een hele periode stil omdat de zoveelste chemokuur hem volledig in beslag nam. Toch kwam zijn overlijden nog onverwacht en niet alleen voor mij als ‘kennis op afstand’. In literair Nederland lijkt zijn dood onopgemerkt te zijn gebleven. Dat is jammer, want hij was een weliswaar weinig vernieuwende, maar wel erg goede dichter. En heeft bovendien door de vele eerste leesboekjes die hij ook schreef, menigeen de eerste stapjes op weg naar de literatuur laten zetten.

In Valkenswaard is hij waardig herdacht als gewezen gemeentedichter die nog net heeft meegemaakt hoe zijn gedichten letterlijk in het landschap werden opgenomen. In de provincie waren het vooral de dialectliefhebbers die stilstonden bij zijn dood. Bescheiden als hij was, zal het hem allemaal niet hebben gestoord, maar iets meer aandacht zou hebben gepast. Onze wereld heeft behoefte aan romantici die het cynisme op afstand weten te houden en die in alle stilte het kleine, lokale in ere houden en een stem weten te geven die het hart beroert.

 

Profetisch

Dat Frans Hoppenbrouwers profetische gaven had, wil ik niet beweren, maar het gedicht dat hij in zijn Calendarium schreef voor 21 november, de dag waarop hij zou overlijden, blijkt zeker passend voor die dag in 2013:

 

Het donker roest al op het zwaarst getij,

de ransuil slaat de doffe veldhoorn aan

en op de zandweg zie ik schimmen gaan,

zich schuw verhullend in de zwarte brij

 

die eigen is aan deze norse dagen,

maar voortgaan in de zucht naar averij,

alsof ze zeker van hun schone lei

de laatste kruistocht met vertrouwen wagen.

 

Ik hoor de zanger maar verkies het zwijgen,

omdat mijn stem de wendingen niet vangt

die woord en toon tot psalmodieën rijgen.

 

Ik ben een lijf dat naar een lief verlangt

en naar de dingen die ik nooit zal krijgen,

omdat mijn lijfgoed reeds te drogen hangt.