|
Brabant Cultureel • Brabant Literair Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur 62ste Jaargang - december 2013 |
||||||
|
|||||||
Huub van Esch (Haaren 1970) werkt in deeltijd als productiemedewerker. De meeste tijd besteedt hij aan het schrijven van gedichten. Hij publiceerde eerder in Schoon schip, in de verzamelbundel Echte inkt van uitgeverij Opwenteling en in enkele verzamelbundeltjes samengesteld uit wedstrijden van uitgeverij Kontrast. Winnaar finale Brabant Gedicht 2006 te Leuven.
©Brabant Cultureel / Brabant Literair – december 2013 |
Twee gedichten
door Huub van Esch
Geen gave of zegezang
ik hekel de moeite die ik altijd maar weer op moet brengen om de poëtische zeeën van de waan die mij verveelt te ver- talen, zwaarwegend oog, noodlijdend vlees,
het aanvankelijke vallen der hemelen overvalt mij ook nu nog steeds met haar veelal slechtgeluimde lauwhartige leegte,
zelfs wanneer ik mijn gedichten keer op keer herlees begin ik altijd weer overdadig te zeveren om haar theoretische bepaald ideologisch voorbijgestreefde onzinnigheden,
en ook al blijven de rituelen eender, de gêne die de gehele cleruse klerezooi omgeeft wordt zelfs op de minste vraag naar beleving nooit minder eentonig dan dat haar spreek-
taal met vaak veel te veel loze woorden de eigen onvolkomen begaafdheden verdedigt tegen de allerkleinste geste die ik ben.
Het gevaarte van verschijning
ik verklein mij naar meer ruimte zonder ruis te ver- oorzaken of ontluistering te braken, ik ruim de dingen altijd grondig op naar onzegbare staat, in oorspronkelijke intellectuele grond van de zaak ben ik zelfs nooit geboren,
ik verklein mij naar meer ruimte waardoor wijsheid ook uitsluitend nog van waan getuigt en zuiver schijn gelijkertijd aan mij haar uitzonderlijke authenticiteit
als enig in zijn soortelijk gelijk op alle fronten van de rede vastbijt in het gezegde dat zal worden verwijderd als een- voudigweg een hele ordinaire vernauwing van het brein,
ik verklein mij naar meer ruimte van het hart dat mij te allen tijde aan mijn zijde zegt dat zelfs de meest af- grijselijke menselijke barrière op onberispelijk spontaan besef wel weer voorbij zal gaan aan altijddurende gevangenschap. |
||||||