HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

62ste Jaargang - oktober 2013

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

De masterclass in volle gang. foto IVC

 

www.ivc.nu

www.belvedere-competition.com

 

©Brabant Cultureel / Brabant Literair – oktober 2013

 

Niet bij wedstrijd alleen

 

Wie voor zijn vak wil zingen, moet bereid zijn tot strijd. Vooral in het klassieke genre.

Voordat een zanger doorbreekt en carrière kan maken, moet hij eerst jaren van studie, concoursen en audities overleven. En daarbij spelen collegiaal respect en warmte zelden een rol. Behalve bij het Internationaal Vocalisten Concours, IVC.

 

door Camiel Hamans

 

Ook het IVC is een wedstrijd, een wereldberoemd concours zelfs, en ook bij dit Bossche concours zitten agenten, casting directors, critici, concertdirecties en dirigenten in de zaal of in de jury. En ook ’s-Hertogenbosch is voor veel zangers een opstapje geweest tot een grootse internationale loopbaan. Maar het IVC, dat van 4 tot 14 september 2014 zijn vijftigste aflevering beleeft, is veel meer dan een competitie.

Het IVC heeft in de woorden van Annett Andriessen, directeur en zelf gelauwerd zangeres, een Triple O-Satus. Het concours Ontdekt talent, helpt zangers zich te Ontwikkelen en draagt ze Over aan de markt. En op dat ontwikkelen ligt nu de nadruk. Vooral, omdat de conservatoria in deze tijden van bezuiniging nauwelijks meer aan deze taak toe kunnen komen.

 

De laureaten van het 49-ste Internationaal Vocalisten Concours in Den Bosch (2012). foto Dré de Man

 

Academy

Een van de methoden die Annett Andriessen gebruikt om zangers te helpen zich te ontwikkelen zijn de door haar opgezette masterclasses en summerschools. In de jaren tussen de concoursen is er steeds een masterclass met internationaal bekende docenten, zoals een paar jaar geleden de ‘diva van de Van Baerlestraat’ Nelly Miricioiu. Bovendien worden de deelnemers tijdens het concours, net zoals bij masterclasses, gestimuleerd naar elkaars interpretaties te luisteren, hetgeen bij de meeste andere wedstrijden volstrekt uit den boze is.

Dit jaar, 2013, is voor het IVC weer een tussenjaar. Vandaar dat er tussen 22 en 28 september opnieuw een masterclass op het programma stond: de IVC-Wagner Academy. Dit natuurlijk vanwege de tweehonderste geboortedag van Richard Wagner (1813-1883).

Een, zoals dat in wijnkennerstermen heet, uitgelezen groep docenten was aangetrokken, waaronder de top-Brünnhilde Nadine Secunde, Von Karajans Kundry Dunja Vejzović, Siegfried Jeruzalem, dé Wagner-heldentenor van de laatste decennia en de Nederlandse dirigent Ed Spanjaard, die bij de Nationale Reisopera recentelijk een succesvolle Ring heeft verzorgd. Daarnaast befaamde musicologen als Etty Mulder en Emanuel Overbeeke die de jonge zangers wegwijs maakten in de theoretische aspecten van Wagners oeuvre. En zoals altijd werden de deelnemers opgevangen in de huiselijke sfeer van Bossche gastgezinnen.

 

Groepsfoto van de Wagner Academy deelnemers, coaches en masters. Foto Dré de Man

 

Ervaring

Drieëntwintig aankomende zangers onderwierpen zich aan de lessen en aanwijzingen van het docentencorps. Onder hen sommigen zoals Falko Hönisch en Dashon Burton al prijswinnaar van een eerder IVC-concours, anderen helemaal aan het begin van hun loopbaan, zoals de piepjonge Charlotte Janssen, die pas in 2008 aan een zangstudie begon aan het Conservatorium in Tilburg en die eerder een grafische opleiding volgde aan Sint Lucas in Boxtel. Dat onderwerpen ging met veel genoegen, zoals een van de deelnemers vertelde: ‘Zo’n docent met tientallen jaren ervaring in het vak en in Wagner heeft zoveel specifieke kennis en zoveel inzicht in de problemen van een rol en van een tekst, dat je hier binnen een paar dagen meer opsteekt dan in maanden op een school.’

Voor een ander, die al wat podiumervaring heeft, voelde het als een evenement om gecoacht te worden door docenten met zoveel inzicht. ‘Bij een normale productie krijg ik als beginneling nauwelijks aandacht en zeker niet van de sterren. Ik kan hooguit door zelf bij ze af te kijken proberen te begrijpen wat ze doen en hoe ze het doen. Hier krijg je de volle aandacht en schenken ze je genereus hun ervaring.’

 

De masterclass in volle gang. foto IVC

 

 

Bach

Van de drieëntwintig jonge talenten kwamen er zeven uit Nederland. Een zeer goede score, waarmee het IVC de ambitie meer dan waarmaakt om het gat te vullen dat de vaderlandse conservatoria laten liggen. Onder deze deelnemers zangers die al enige ervaring hebben zoals Mark Omvlee die deze zomer met een Wagnerboot de Rijn afzakte of Morschi Franz, die regelmatig te gast is bij André Rieu, maar ook de veelbelovende Deirdre Judith Angenent, die in de zomer van 2012 met een prestigieuze Wagnerbeurs in Bayreuth heeft kunnen studeren en de komende tijd verbonden zal zijn aan het jongerenensemble van de Nationale Reisopera, en de nog jeugdiger Charlotte Janssen.

 

De sopraan Deirdre Angenent tijdens het IVC in december 2011. foto Jan van de Ven

 

Het IVC richt zich niet op solistische uitschieters, maar op continuïteit, ook als organisatie. Vandaar dat het IVC samenwerkt. Voor deze Wagner Academy met het Wagner Genootschap Nederland, de Stichtingen Gustav Mahler en Pierre Boulez, het Amsterdams Conservatorium en het Theater aan de Parade in ’s-Hertogenbosch.

Samenwerking is dus zeker geen incident voor het IVC. Dit najaar organiseert Annett Andriessen Liszt Lieder Masterclasses, in het kader van en in samenwerking met het Utrechtse Lisztconcours. Het IVC is daarnaast de Stichting Bossche Bach Cantates behulpzaam bij het zoeken naar solisten en zo hebben Deirdre Angenent, Judith Willemse, die ook deelnam aan de Wagner Academy , Dashon Burton, winnaar van de Oratoriumprijs van het 49e IVC en Seil Kim, 2010-IVC-finalist, in september Bachs cantate BWV 70 Wachet! betet! betet! Wachet! uitgevoerd in de Grote Kerk in ’s-Hertogenbosch.

 

Perspectief

Onlangs heeft het IVC een concurrent gekregen in Nederland. Twee rijke Amsterdamse operaliefhebbers hebben het Belvedère Operaconcours, dat in Wenen financieel op zijn einde liep, naar Amsterdam gehaald. Met een zeer beperkt succes, zoals de critici schreven. Maar ook volstrekt overbodig, want Nederland heeft al een goed concours en niet het hele culturele leven hoeft zich in Amsterdam af te spelen, hoezeer het Amsterdamse gemeentebestuur daar in dit geval ook anders over lijkt te denken.

Bovendien is het Belvedère nu typisch een van die concoursen waarin het alleen draait om het wedstrijdelement, waar het in feite slechts gaat om een openbare auditie. In vergelijking met het totaalpakket van het IVC is dat een volstrekt achterhaald concept. Het gaat er niet alleen om wie scoort, of wie de hoogste noot zingt, het gaat er juist en vooral om wie het beste perspectief biedt voor een gezonde zangcultuur.