INHOUD VAKANTIE
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

De Vakanties van Vroeger
Stuur ons uw verhaal over uw vakantie van vroeger
Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl


Simon Carmiggelt

Brabant is Prachtig

En ja hoor, daar was hij weer, de melkboer - licht gebruind terug van de vakantie en als u het mij vraagt een tikje voller in het gezicht.

'Leuk geweest?' vroeg ik, blootsvoets op het kokos van onze fakirmat, maar hij woof mijn understatement dadelijk de gang in en riep: 'Leuk? Wat heet leuk? Gewél-dig. Schit-te-rend. Ik ga in mijn leven nooit meer ergens anders naar toe dan naar Brabant.’

'O, is het daar zo... eh... prachtig?' mikte ik, van de mat op het zeil stappend, dat wel koud is maar niet zo prikkerig.

'Meneer, ik zal u vertellen...' zei hij en hij zette de flessen op de grond, omdat het een lang verhaal met veel wijswerk zou worden. 'We waren daar in een pension hè, en dat kostte vijftig gulden per dag. Alles inbegrepen. Alles. Om te beginnen, een pracht van een kamer, schone lakens en slopen, stromend water, afijn wát je maar wou. Kwam je 's ochtends beneden, dan was de tafel al gedekt. En op die tafel stond...’

Hij begon op zijn vingers af te tellen, staccato sprekend, de blik triomfantelijk op mij gericht: 'Op die tafel stónd: wit brood; bruin brood; zwart brood; worst; kaas; spek; een ei; sjem; hagelslag; koek; een ei. Het ei heb ik al gehad, geloof ik... nou ja... koffie en thee was er net zoveel als je wou. Was je koppie leeg, dan riep je maar: "Juffouw Annie, hiero," en dan werd je bijgeschonken. Dat kostte niks. Was inbegrepen bij de vijftig gulden. Nou, om elf uur was het weer: koffie met een wafeltje. Zeg maar gerust wáfel. Hij was zó groot, ongevéér hoor, ik wijs uit me hoofd, maar hij was eerder groter dan kleiner. De wafel was ook inbegrepen. Goed, zo tegen halfeen ging je naar boven, op je kamer, om je op te knappen, handen wassen en gezicht en dan kwam je beneden en daar stond dan de lunstafel al weer klaar. Ging je zitten en dan kreeg je...’

Hij begon weer af te tellen, zijn grote, trouwe duim in de lucht.

'Soep. Elke dag andere soep. Ballen d'r in. Zulke ballen. En zuivere vleesballen hoor. De ene keer vier, de andere keer vijf, ik heb er wel eens acht gehad, maar dat was natuurlijk een tref. Nou, als de soep op was en je had twee, drie bordjes genuttigd, dan kwam er vlees, aardappels en groente. Zo'n stuk vlees. Met sju erbij. Goeie vette sju. Waren je aardappels op, dan riep je maar: "Juffrouw Annie, hiero!" en dan kwam ze aan met de pan en de pollepel, pats we hebben wel eens gelachen, ze zei en keer: "Nou, het lijkt wel of deze tafel direct op de riolering is aangesloten. "Puddinkie toe. Lekker puddinkie. Goed in de krenten. Maar daar kon je er maar één van krijgen. Dat is begrijpelijk. Wie dan meer pudding wil, die moet maar betalen, niet waar? D'r waren wel types die wouwen vier, vijf puddinkies eten, inbegrepen... ach meneer, dat heb je altijd. Daar zijn wel eens harde woorden over gevallen. Maar verder geen wánklank.

'En 's avonds?' vroeg ik, want het begon me mee te slepen.

'Ho ho,' riep hij glimlachend. 'Vergeet de thee niet. Om vier uur was het theedrinken geblazen. Wéér met zo'n wafel. Eén. Maar net zoveel thee als je wou, drie, vier, vijf koppen, dat gaf niet. Na de thee ging je naar je kamer, 'n half uurtje liggen, je gezicht eens een beetje wassen en je handen, nou, en dan stond beneden de tafel al gedekt voor het diner. Soep weer. En een warm schoteltje... lekker hoor, alleen voor de gróte eters een beetje weinig. Maar geen nood, want daarna had je weer je vlees, je groenten, je aardappels, allemaal volop. En een stuk fruit toe. Dat mocht je nemen uit zo'n mand. Ik nam meestal een peertje. Lekker peertje. Niet groot. Maar sappig.'

Hij keek er peinzend op terug. 'Nou, 's avonds ging je maar vroeg slapen,' zei hij. 'Ik kan u Brabant aanbevelen, hoor. 't Is práchtig daar.