INHOUD RAAMSDONK
INHOUD MOORDLIED
INHOUD FEESTLIEDJES
HOME

 

De Moord van Raamsdonk

 

Rover Ben had last van zweetvoetèn 

  door Rudie Kagie


 

Rover Ben had last van zweetvoetèn 

 

Zodra voorouders die de negentiende eeuw hadden meegemaakt, aan het vertellen sloegen hoe de wereld eruitzag toen radio en televisie nog moesten worden uitgevonden, begon de kat te spinnen en besloegen de ruiten. Gezelliger dan vroeger zouden de avonden nooit worden. Ze deden spelletjes, ze lazen elkaar verhalen voor, ze zongen samen. Het repertoire bestond uit stichtelijke liederen en streekgebonden ballades van veelal eeuwenoude herkomst. Het Meertens Instituut verzamelde duizenden van zulke teksten en trok het land in om de met onvaste stem vertolkte solo’s van authentieke volksliedkenners vast te leggen. De opnamen werden tussen 1957 en 1993 geparkeerd in het radioprogramma Onder de groene linde. Een selectie belandde op de negen schijfjes van een imponerende cd-box die het instituut uitbracht. Een van de klassiekers verhaalt van de moord op Mina Koes die als meid in het Drentse gehucht Schottershuizen werkte. Op een avond in 1881 liep ze over de heide van het Zwarte Gat, op weg naar haar ouders. Ze was zojuist uitbetaald, 34 stuivers, en zag op het zandpad een man haar kant op komen. Hij sprak haar aan: geef mij uw geld / want daarom ben ik zeer verlegen / ik ben hierop ook zeer gesteld / maar Mina had hierop tegen. Enfin, er volgde een worsteling, de snoodaard sneed haar strot door, ging met de stuivers aan de haal en werd later gepakt. Het genre is onuitputtelijk: in talloze liederen werden soortgelijke drama’s bezongen, maar uiteindelijk zou uitsluitend die ene parodie beklijven.

Volgens onderzoekers is De moord te Raamsdonk minstens honderdvijftig jaren oud, maar wordt nog steeds uit volle borst meegezongen bij knetterend kampvuur en op bonte avonden. Ook onder folkgroepen en radiopiraten is deze evergreen favoriet, getuige de versies op Youtube.  Zeg mensen luister naar mijn lied /wat te Raamsdonk is geschied. De tientallen varianten die in omloop zijn, hebben met elkaar gemeen dat ieder couplet – de oertekst schijnt er 130 te tellen - een tweeregelige schets van een dader of slachtoffer behelst. De ene rover heette Ben / die had zo’n last van zweetvoetèn, zong de in 1892 geboren Brabander Antoon van Kerk in 1968 voor de microfoon van Onder de linden. Vervolgens somde hij melodieus op hoe de acht familieleden een voor een door de zes boeven te grazen werden genomen. Pa werd uit z’n bed gesleurd en doormidden gescheurd, ma viel van schrik uit bed en brak de leinen van haar corset; de oudste dochter, een schone maagd, werd in de lengte doorgezaagd; dit was een lied dat uren kon duren.   

De samenstellers van de cd In die grote stad Zaltbommel, waarop het OSM-koor in 1993 kampvuurliederen nieuw leven inzong, kozen voor een benadering waarin een zekere poep- en piesfascinatie doorklonk. Die aanpak valt volgens geleerden van het Meertens-instituut uitstekend te verdedigen: in sommige regio’s stond de wijze waarop rovers en belaagden zich te Raamsdonk van hun ontlasting bevrijdden centraal. De ene meid die was zo bang / ze liet een scheet van vijf el lang. En: De roverhoofdman moest op de pot / vond tot zijn spijt de deur op slot / dat stelde hem toen zo teleur / dat hij het stiekum deed achter de deur. En: De meid sprong gauw op een stoel / en scheet de moordenaars in hun smoel.

Nee, dit was allerminst verheffend. Maar in verhouding tot de gruwelijke details van de bezongen moordpartij betrof het hier poëzie van de hoogste orde.

 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Argus, nr. 114, 10-11-2021