Liedjes
en voordrachten voor bruiloften en partijen
De bruiloft van Marietje
inzending
van Martje Dikmans
De bruiloft van
Marietje
Marietje was een meisje van melk en van bloed
Ze waste voor de mensen en ze streek het fijne goed
Ze was uit een goede familie geboren
Dat vertelde ze aan iedereen die het maar wilde horen.
Mie’s pa – want Mie zei altijd pa voor het gemak –
Was namelijk sneeuwschepper van zijn vak
Daar had hij des zomers niets mee te maken
En ’s winters ging hij werk staken.
Mie’s ma, was een vrouw, ja natuurlijk een vrouw
Daar ze anders nooit Mie’s ma wezen zou
Ze was baker en de mensen fluisterden zacht
Dat ze er meer uit dan in de wereld had gebracht.
Mie had ook nog een vrijer, een zekere Adonis
Je weet wel dat is iemand die extra schoon is
Nu bedoelde ik met ‘schoon’ niet pasgewassen
Nee, ’s menselijk aangezicht, eerste klasse.
Hij droeg een Belse broek, een sjiek jaquet
Een pet op zijn hoofd, zie dat is zijn portret
En als ik nou nog vertel dat hij Janus heette
Nou, dan ben ik voorlopig niks meer vergeten.
Op een dag sprak Mie’s ma dat het welletjes was
‘Janus’, zei ze, ‘je moet trouwen want dat geeft zo geen pas’
Waarop Janus het waagde op te merken
Dat hij het verdomde om voor een vreemd wijf te gaan werken.
Maar daarop sprak Mie’s ma: ‘daarvoor steek ik een schotje
Al was je de koning, trouwen mot je’.
Kortom, Janus moest het hoofd buigen
En liet zich van ’t nut van ’t huwelijk overtuigen.
Zo stonden zes weken daarna, hand in hand
Janus en Mie voor de ambtenaar van de burgerlijke stand
’t Liep netjes af en na het trouwen
Ging men naar huis, waar de bruiloft werd gehouden
Oh ja, ik vergat jullie nog te vertellen dat Janus en z’n schone
Voorlopig bij de ouwe luitjes in zouden wonen
Daar stonden op zolder nog twee kamertjes leeg
Waarvan er het bruidspaar een als slaapkamertje leeg
Nou was er onder de gasten ook een zekere tante Kee
Ze zei niemendal, maar ze zoop wel voor twee
Het was een oude maagd, van zo’n tachtig jaren
Met geen tanden meer en zo’n klein bosje haren
Ze kwam van buiten en ze kwam voor plezier
Daar het de bruiloft van Marietje was hier
En omdat ze ’s avonds niet meer naar huis kon gaan
Was haar dat tweede slaapkamertje afgestaan
Men had haar gevraagd of ze zich niet geneerde
Daar in het kamertje naast haar het jonge paartje logeerde
Maar ze lachte een beetje en zei: ‘och mens, wel neen
Als ik eenmaal leg, slaap ik door alles heen’.
’s Avonds tien uur, tante moest naar boven
De klare werkte sterk, ze moest eraan geloven
Ze stamelde nog: ‘ik heb de eer jullie te groeten’!
En toen kroop ze de trap op, op handen en voeten
Toen rond middernacht alle drinkbare waar was verdwenen
Gingen de andere gasten vanzelf ook henen
Toen bracht moeder Marietje naar bed
En hielp haar bij het maken van haar nachttoilet
En toen ze beneden kwam, zei ze fier:
‘Nou Janus, ze leit en ik wens oe veel plezier!’
En toen het één uur sloeg op de toren
Liet zich in het hele huis geen geluid meer horen
’s Nachts om drie uur, een ijselijke gil
Eerst een geroep om hulp, dan weer een ogenblik stil
Ma vliegt omhoog, ontdaan in haar aanschijn
’t Geluid kwam van boven, God wat zou er toch gedaan zijn
Weer een geroep om moord, Pa schiet z’n broek aan
En laat over zijn lippen een vreselijk woord gaan
Ze stuiven naar boven en blijven ontdaan
Voor de deuren der twee slaapkamertjes staan
Daar verschijnt de bruidegom in pyjama en hemd
En een vrouw, die van achteren zijn middel omklemt
‘Laat me los’, riep hij, ‘jij, lelijk mirakel’
En wat was nou de oorzaak van al dat spektakel?
De bruidegom was die nacht de verkeerde kamer ingelopen
En in plaats van bij z’n bruidje, bij die ouwe tante gekropen!
|