Liedjes
van vroeger
5
Sinterklaasliedjes en -verzen
inzending
van Marianne Hoppenbrouwers-van Stiphout
Mevrouw
Hoppenbrouwers schrijft ons dat zij de liedjes en versjes geleerd heeft
van haar moeder, en dat die in 1899 geboren werd. Ze schat dus dat
de teksten minstens een eeuw oud zijn.
Sinterklaasliedje
(versje)
Moeder
ziet eens wat mooi speelgoed
Dat
daar voor het venster ligt
Sprak
een knaapje opgetogen
Met
het oog naar het huis gericht
Ach
lief kind laat ons niet kijken
Onze
toestand is zo erg
’t
Laatste stukje van den huisraad
Bracht
ik gisteren naar den Berg.
Sinds
drie eeuwen lange weken
Is
uw vader zonder werk
En
geen bijstand te bekomen
Noch
van stadhuis, noch van de kerk.
Moeder
hebt u dan geen centen
Voor
zo’n kleine harlekijn?
Moet
dan al dat mooie speelgoed
Voor
die rijke kinderen zijn?
Ach
lief kind ik kan niets kopen
Zusje
streft den hongerdood
En
m’n allerlaatste centen
Dienen
voor een stukje brood
Ik
wil dan wachten lieve moeder
U
bedroeven, het ware dwaas
Ik
wil d’r nog maar eens gaan slapen
’t
Is toch morgen Sinterklaas
Die
zal wel rechtvaardig wezen
Morgen
is ’t bij ons dan feest
Die
vraagt zeker niet naar centen
En
daarbij ‘k ben braaf geweest.
Ach
lief kind voel mij bezwijken
Gij
verbrijzelt mij ’t hart
Heden
zijn wij ongelukkig
Morgen
wacht ons diepe smart
Gij
waart immers als uw zusje
Braaf
en zoet in die arme kluis
Morgen
vindt gij voor uw Klaasdag
Zelfs
geen kruimel brood in huis.
Versje
Kleine
Piet gaat nooit naar school
Of
hij dwingt om centen
En
dan koopt hij snoeperij
Balletjes
of krenten
Foei,
staat lelijk van die knaap
Mag
niet met hem spelen
Want
dat is toch zeker waar
Snoepen
leidt tot stelen
Neen,
ik heb een betere zin
Mijn
centjes gaan de spaarpot in.
Versje
Knippe
knippe tangetje
Wie
woont er in mijn gangetje ?
Een
oud grootje
Wat
heeft ze op haar schootje ?
Een
klein boekje
Wat
staat er in te lezen ?
Vader
en moeder slapen naast elkander
Ik
in het kribbetje
’t
Kribbetje was te maken
Toen
sliep ik op het laken
’t
Laken was te vuil
Toen
sliep ik in ’n kuil
De
kuil die was te diep
Toen
sliep ik in het riet
’t
Riet dat was te scherp
Toen
sliep ik op de berg
De
berg die was te rond
Toen
viel ik met m’n neus
In
de koeien…….
Sinterklaasliedje
Achter
het gordijn van moeders bed
Heb
ik m’n klompje klaar gezet
Vrolijk,
vrolijk, hopsa sa
Drie
maal in de rondte tralala
Sinterklaasliedje
Ach
hoe zeer verlang ik altijd
Naar
december zesde dag
Kan
mij nog heel goed herinneren
Toen
dat moois op tafel lag ( 2 maal)
Naast
een grote doos met speelgoed
Stond
een pop zo groot als Miep
Met
een roede onder haar armen
Maar
voor wie dat zeg ik niet (2maal)
Daarnaast
stond een heel klein doosje
Met
wat mooi beschilderd hout
Met
twee kostelijke belletjes
Niet
van koper maar van goud (2maal)
Dat
was voor mijn zusje Mientje
Die
hij zo oprecht bemint
Zondags
doet zij ze in haar oortjes
En
dan legt zij ze daar weer in (2maal)
|