INHOUD FEEST
INHOUD MOORDLIED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

Liedjes van vroeger

 

Werkloze handen

Uit het liedschrift van mevrouw Hermans


Werkloze handen

 

In 't schamele huisje in 't armelijke slop,

zit een man in de kracht van zijn jaren,

hij kijkt naar zijn handen en buigt er z'n kop,

en zit in de ruimte te staren,

dan denkt hij vol wanhoop, waar moet dat naar toe,

waar zal er mijn scheepje eens stranden,

hij voelt zich zo eindeloos droevig en moe,

als hij kijkt naar zijn werkloze handen.

Die eerlijk handen zo stoer en zo sterk,

wat waren zij vroeger een zegen,

zij waren nooit lui en zij vonden steeds werk,

daar waren zij nooit voor verlegen,

want als hij dan denkt aan die heerlijke tijd,

dan vloekt hij en knarst op zijn tanden,

geen mens kan begrijpen hoe iemand zij lijdt,

als hij kijkt naar zijn werkloze handen.

Hij heeft in het lot van zovelen gedeeld,

hij werd naar de steun toe gedreven,

daar werd hem een zeker bedrag toebedeeld,

daar moesten ze voortaan van leven,

die aalmoes, dat steungeld, hoe goed ook bedoeld,

het is net al voelt hij het branden,

het is of hij nu reeds zijn machteloosheid voelt,

als het ligt in zijn werkloze handen.

Zijn vrouw en zijn kinderen gaan schamel gekleed,

zij hebben geen zondagse kleren,

wat heeft hij daar vroeger een boel aan besteed,

dat moeten zij ook nu ontberen,

nu groeien zij op in de modder der straat,

in armoe, misschien wel in schande,

is 't 'n wonder dat vader de maatschappij haat,

als hij kijkt naar zijn werkloze handen.

Ook gij die nog werk hebt, denk er toch aan,

je werkloze broeder te schaden,

wees blij dat gij niet in de rij hoeft te staan,

voor 't bittere brood der genade,

wees goed voor uw broeder, het is niet zijn schuld,

zij werkeloosheid is toch geen schande,

wees veeleer met een diepe meelij vervuld,

als gij kijkt naar zijn werkloze handen.