INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: eindredactie@brabantsdagblad.nl

 

Doofstom

Ed Schilders

 


Beleefd aangeboden

 

Veel van de liedjes waarover het in deze rubriek gaat, werden in de eerste helft van de vorige eeuw nog door straat- en marktzangers ten gehore gebracht. Die speelmannen en ‘monicaspulders’ probeerden soms nog wat bij te verdienen door de tekst van het lied voor een luttel bedrag te verkopen aan het publiek. Zo’n gedrukt liedblad bevatte alleen de tekst; de melodie was meestal toch wel bekend. Vooral in de jaren dertig, de crisisjaren, werden dergelijke bladen echter ook verspreid door armen en werklozen. Je kunt zulke bladen gemakkelijk herkennen omdat ze naast het lied ook een bedeltekst bevatten. Zo werd bijvoorbeeld de smartlap ‘Bij moeders graf’ aangeboden met deze verontschuldiging: ‘Neem het mij niet kwalijk, dat ik voor een keer bij U kom, daar de omstandigheden er mij toe dwingen om U onderstaand lied aan te bieden.’ Op het liedblad over de moord op een 19-jarig meisje in Strijp (Eindhoven), lezen we: ‘Dit lied wordt aangeboden door een werkeloze huisvader, die niet wordt gesteund’. De tekst van ‘De onbewaakte overweg’ werd verspreid door ‘een man met één arm’. Zo’n blad werd blijkbaar in de brievenbus gedaan, want onderaan de tekst lezen we meestal dat de verspreider of diens echtgenote terugkomt om ‘antwoord te halen’. Dat antwoord kon de prijs van het blad zijn, maar ook oude kleren, schoenen, en ondergoed zijn welkom. De mooiste bedeltekst die ik ken, is op rijm, en staat boven een lied over de moord op het ontvoerde kind van Charles Lindbergh: Mijnheer of mevrouw/ Gij dienstbode getrouw/ Met armoede belaan (beladen)/ Bied ik u dit aan/ Ik dwaal langs den weg/ Vraag waarom, en ik zeg/ U mijn leed en strijd/ Ach toont menschlievendheid.

Misschien is het lied ‘Doofstom’ wel uniek in dit opzicht. Het werd niet alleen aangeboden door een doofstomme en dus hulpbehoevende vrouw, het gáát daar ook over: Nu dwaal ik langs de straten/ Met dit versje in mijn hand… Ik kan nooit geen uiting geven/ Van mooie woorden noch van zang/ ’t Is een ramp voor geheel mijn leven/ Soms klopt mijn hart zo droef en bang. Een lied dus dat de zanger niet kon zingen, maar de koper wel. Paradoxaler kan het bijna niet. En om te bewijzen dat ze geen oplichtster was, staat er boven de tekst gedrukt: ‘Dit lied wordt beleefd aangeboden door een doofstomme vrouw. Bewijs van professor Visser ter inzage.’ Zo kwam er dan wel geen gezongen smartlap door de straat, maar toch een levenslied van vlees en bloed.