De
feesten en partijen van vroeger
De
wereld geschapen - scheppingsverhaal op rijm
uit
de verzameling van Nel Timmermans
transcriptie
Ben van de Pol
Aangebrachte
wijzigingen in rood
Over de paarse
woorden heb ik nog even in dubio gestaan, maar uiteindelijk ben ik toch
tot aanpassing overgegaan, omdat het taalgebruik in het lied eigenlijk
niet echt oud overkomt.
De Wereld
geschapen
Toen Onze Lieve
Heer de wereld had geschapen,
Eerst de koeien en
daarna de apen,
En dat alles zomaar
uit het niet
Toen was hij
blijde dat het was geschied.
Toch moest er nog
een wezen komen
waarvan de dieren
zouden schromen.
God schiep de mens
zoo wijd en zijd beaamd,
en die eerste mens
werd Adam toen genaamd.
Maar Adam was zo
eenzaam en verlaten,
hij had niemand om
mee te kunnen praten.
En het werd donker
en het werd nacht,
maar wat er toen
gebeurde had Adam nooit verwacht.
Toen is er een
Engel, zacht op pantoffeltjes gekomen,
en heeft een rib
uit Adams zij genomen,
en maakte daar een
vrouwtje van,
tot gezelschap van
de eerste man.
En bij het
ontwaken, wat moest Adam horen?
Een stemmetje lief
en zacht klonk hem in d'oren.
Zeg Adam luister
eens even hier,
ik ben gekomen
alleen voor jou w
plezier.
En Adam was
verheugd in grote mate.
Hij kon het loven
en prijzen haast niet meer laten.
En vol verrukking
riep hij luid,
neem al mijn
ribbetjes Heer, en maak er vrouwtjes uit.
En daarom zijn de
vrouwen op deez aarde,
voor de mannen van
zoveel waarde.
Daarom hulde aan
de vrouw,
Want zij blijft in
alles trouw.
Einde
|