INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: eindredactie@brabantsdagblad.nl

 

Petrus boemelt

inzending van Albert Vink


Overal heerst grote nood
Zelfs daarboven ergert men zich dood,
Petrus steekt heel aarz''lend nu en dan
Een klein sterrenlampje aan.
Men betracht de grootste zuinigheid
Want ook daarboven is 't een dure tijd.
Alle engeltjes gaan vroeg naar bed,
Daar wordt zeer streng op gelet.
Het bevel van Petrus luidt:
Niemand mag de hemel uit.
En de poort wordt streng bewaakt,
Niemand die een glipper maakt.
Ja, ja, ja, ja, geen die een glipper maakt.
Doch als niemand het bemerken kan,
Komt zacht sluipend Petrus an,
Knarsend opent hij de hemelpoort,
En snelt in het duister voort.
 
Refrein
 
Petrus maakt de poort maar dicht,
Engeltjes die slapen licht.
Met een lach op hun gelaat.
Als die ouwe bengel, met een aardse engel,
Nog een uurtje boem'len gaat.
Als die ouwe bengel, met een aardse engel,
Nog een uurtje boem'len gaat.
 
Petrus deed dat stiekum ied're nacht,
Tot het uitkwam heel onverwacht.
Want een engel had hem juist gesnapt,
En de zaak direct verklapt.
Petrus stond van schrik gewoonweg stram,
Toen ie 's morgens tipsy boven kwam.
En hij zag een hele eng'lenschaar,
Lachen, dollen met elkaar.
Het bevel van Petrus luidt:
Niemand mag de hemel uit.
En de poort wordt streng bewaakt,
Niemand die een glipper maakt.
Ja, ja, ja, ja geen die een glipper maakt.
Als van verre drong het tot hem door,
't Spottend duizendstemmig eng'lenkoor.
Petrus die de engeltjes bewaakt,
Heeft een glippertje gemaakt.
 
Refrein
 
Als ik zelf dit aarse tranendal,
Wat beslist gebeurt, verlaten zal,
Hoop ik maar, dat boven eng'len zijn,
Die men kust bij manenschijn.
Dat kan best in alle eer en deugd.
Hemels, is toch boven elke vreugd.
En je kan daarbij onschuldig zijn,
Want je zoen doet niemand pijn.
Ik klamp daad'lijk Petrus aan,
Om eens mee op stap te gaan.
Want de hemel is niets waard,
Zonder 'n glipper naar de aard',
Zijn de engelkindertjes naar bed,
Boem'len wij beneden, fijn en net,
Petrus geeft een knipoogje naar mij,
Dol en lustig zingen wij:
 
Refrein