De
feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan:
eindredactie@brabantsdagblad.nl
Petrus
Boemelt
Tekst
uit 'Liedjes die je niet vergeet'
Petrus
boemelt
Overal
heerst nog grote nood,
Zelfs
daarboven ergert men zich dood,
Petrus
steekt heel aarz'lend nu en dan
Een
klein sterrenlampje aan.
Men
betracht de grootste zuinigheid
Want
ook daarboven is 't een dure tijd
Alle
engeltjes gaan vroeg naar bed,
Daar
wordt zeer streng op gelet.
Het
bevel van Petrus luidt:
Niemand
mag de hemel uit
En
de poort wordt streng bewaakt,
Niemand
die een glipper maakt.
Ja,
ja, ja, ja, geen die een glipper maakt
Doch
als niemand het bemerken kan,
Komt
zacht sluipend Petrus an,
Knarsend
opent hij de hemelpoort,
En
snelt in het duister voort.
Refrein:
Petrus
maak de poort maai dicht,
Engeltjes
die slapen licht
Met
een lach op hun gelaat,
Als
die ouwe bengel, met een aardse engel,
Nog
een uurtje boem'len gaat.
Als
die ouwe bengel, met een aardse engel,
Nog
een uurtje boem'len gaat.
Petrus
deed dat stiekum ied're nacht,
Tot
het uitkwam heel onverwacht.
Want
een engel had hem juist gesnapt,
En
de zaak direct verklapt
Petrus
stond van schrik gewoonweg stram,
Toen
ie 's morgens tipsy boven kwam.
En
hij zag een hele eng'lenschaar,
Lachen.
dollen met elkaar.
Het
bevel van Petrus luidt;
Niemand
mag de hemel uit.
En
de poort wordt streng bewaakt,
Niemand
die een glipper maakt.
Ja,
ja, ja, ja, geen die een glipper maakt.
Als
van verre drong het tot hem door,
't
Spottend duizendstemmig eng'lenkoor.
Petrus
die de engeltjes bewaakt
Heeft
een glippertje gemaakt.
Refrein:
(als boven).
Als
ik zelf dit. aardse tranendal,
Wat
beslist gebeurt, verlaten zal,
Hoop
ik maar, dat boven eng'l en zijn,
Die
men kust bij maneschijn.
Dat
kan best in alle eer en deugd.
Hemels,
is toch boven elke vreugd.
En
je kan daarbij onschuldig zijn
Want
je zoen doet niemand pijn.
Ik
klamp daad'lijk Petrus aan,
Om
eens mee op stap te gaan.
Want
de hemel is niets waard,
Zonder
'n glipper naar de aard',
Ja,
ja, ja, ja, een glipper naar de aard'.
Zijn
de engelkindertjes naar bed,
Boem'len
wij beneden, fijn en net,
Petrus
geeft een knipoogje naar mij
Dol
en lustig zingen wij:
Refrein:
(als boven).
|