INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger

 

De paters van plezier

Uit de collectie van Nel Timmermans - bezorgd door Ben van de Pol


Aangebrachte wijzigingen in rood

Dit lied is een familieversie op 'Wij zijn drie nonnen...' maar dan voor heren, waarschijnlijk in travestie.

 

 

Geen titel (vermoedelijk: Wij zijn de Paters van Plezier)

 

 

Toespraak:

Patertjes zijn wij en allemaal in het klooster

eens was het leven vrij, nu gaat het volgens rooster

de pij bevalt ons best en wij hebben mooie petjes

de kloosterplicht houdt ons heel ver van aardse pretjes

het kruis op onze buik veranderde in een sticker

want kruisjes zijn zo duur en dit kost ons geen flikker.

 

Lied: (wijze: Miserere mei deus)

 

Ik draag als kloosternaam Hubertus groot van schoenen

Ik loop hier in dit huis de meubeltjes te boenen

Ik sjouw de hele dag met bezem, dweil en water

en af en toe denk ik, ach was ik maar geen Pater.

 

Refrein: (wijze: Wij zijn de jongens van plezier)

Wij zijn de Paters van Plezier

Wij zijn dat geworde

't Is zo'n leuke orde

Wij zijn de Paters van Plezier

Als ge't ook wil worde, kom maar hier.

 

Marinus was mijn naam, nu heet ik Tante Dora

Ik zorg hier voor de tuin en al die schone flora

nog denk ik vaak vol spijt aan al die mooie bloemen

die 'k ooit geschonken heb, ik zal geen namen noemen.

 

Refrein

 

Ik, zuurpruim zonder deeg, eens noemde men mij Sjarrel

Ik denk nog vaak met smaak aan menige fijne scharrel

dat nachtelijk gefuif, het kan me niet berouwen

als ik langer had gewacht, ha'k zeker moeten trouwen.

 

Refrein

 

Ik, Pater zonder baard, als kind noemden ze mij frater Lexi

de pij staat me wel goed, al is hij niet zo sexy

Ik help nu de kokkin bij het koken in de keuken

en geloof me maar gerust, dat dan m'n handen jeuken.

 

Refrein

 

Mijn jeugd was een roman van dolle dwaze streken

die tijd is nu voorbij, de kansen zijn verkeken

nu doe ik goed m'n best de hemel te verdienen

met bezem, spons en zeem, met vim en lodaline.

 

Refrein

 

Vaarwel o dier'bre jeugd, ik zou wel kunnen wenen

Ik krijg, als ik aan jouw denk, de kriebels in m'n tenen

ach liet toch de portier de poort een kiertje open

Ik nam beslist de kans er stiekem uit te lopen.

 

Refrein

 

Nu zingen wij in koor en prevelen weesgegroetjes

omdat 't niet anders kan... met uitgestreken snoetjes

we hebben met ons haar de streken ook verloren

maar zie 'k een lekker stuk, dan krijg ik rooie oren.

 

Refrein