De
feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl
Lof
met asperges
Ed
Schilders
Na
de donderpreken van de afgelopen weken, vandaag de persiflages op de preek
waarbij de pastoor vanaf de kansel allerlei mededelingen deed. De
zogenaamde pastoor die de voordracht hield op een feest, zo schrijft
Harrie Scholtze ons, ‘was uiteraard belachelijk gekleed, soms zelfs met
een pispot als hoofddeksel.’ Zulke zondagspreken zijn zeer populair
geweest. Ze hadden een min of meer vaste opzet, maar de details wisselen,
ook al omdat ze aan het feest werden aangepast. Veel rooms getinte grappen
zullen tegenwoordig niet meer begrepen worden. De versie die Scholtze
stuurde, begint bijvoorbeeld met de mededeling dat dit de preek is voor
‘De zevende zondag van de advent’. Dat was een goeie binnenkomer, want
iedere katholiek wist toen dat de Advent slechts vier zondagen telt (de
vier vóor Kerstmis). En wat was ‘de roep’? Dan noemde de pastoor de
voorgenomen huwelijken op, drie weken achter elkaar. Dat was een mooie
gelegenheid om met absurde namen te smijten zoals Adrianus d’n Bril die
wil huwen met Johanna Zonder. Kees den Dwarse en Catrina Springop. Waarna
de pastoor steevast zegt dat dat de ‘zesde roep’ is, ‘en nou heel
hard’. Dan volgt meestal het programma van de komende week. Op woensdag,
bijvoorbeeld, zal ‘onze parochiaan Ben van Steen in het huwelijk treden
met drie heren’. Nee, geen homohuwelijk in het meervoud, maar een ‘Mis
met drie heren’, drie geestelijken. Op vrijdag, zei de pastoor dan, is
het Aswoensdag. Wat we moeten horen als ‘As woensdag’, ofwel ‘zoals
op woensdag’. Ook is er ‘lof met asperges’ en dat is geen maaltijd,
maar een mis waarbij met wijwater wordt gesprenkeld onder het zingen van
de psalm ‘Asperges me’, wat Latijn is voor ‘Besprenkel mij’.
Oudere
generaties (vijftig-plus) zullen het nog wel herkennen. De processie naar
Hakendover, de misdienaars die van de wijn moeten afblijven, de kruisweg,
de duivenvereniging, en deze mededeling: ‘Het hoesten na de consecratie
begint vandaag bij de achterste banken’.
De
oudste varianten op deze preek kreeg ik van Nel Timmermans. Ze dateren
waarschijnlijk uit de oorlogsjaren, want aan het begin zegt de pastoor:
‘Deze hoogmis zal worden opgedragen tot het welslagen van een
clandestiene slachting.’ De thuisslacht was toen immers door de bezetter
verboden. In een van die vroege versies komen we zelfs een pastoor tegen
die dikke vrienden is met zijn parochianen. Hij besluit zijn preek als
volgt: ‘Om elf ure vertrek van de bedevaart naar Hakendover. Brood en
koffie meebrengen. We zijn tegen de volgende week pas terug. Zegt dat maar
tegen oew vrouw. En kaarten meebrengen, anders weten we niet wat we
onderweg moeten doen.’
Herinneringen
aan zulke voordrachten kunt u ons schrijven of e-mailen via eindredactie@brabantsdagblad.nl.
|