De
feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl
Hij
was vliegenier - Bijdrage door dhr. De Kort
Hij
was vliegenier, ’t vliegen dat was zijn plezier
Al
had hij een meisje, een aardig sijsje
Zeer
bedeesd en voor ’t vliegen bevreesd
Dikwijls
vroeg hij: lieve meid
Ga
nou eens mee voor de aardigheid
In
de cabine
Van
mijn vliegmachine
Is
nog plaats voor twee
Refrein
Meisje
[je] moet het eens proberen
Heus
je zal je amuseren
Als
je ’t vliegen eenmaal hebt gedaan
Wil
je steeds nog hoger en hoger gaan
Als
je maar gewend raakt aan het stijgen
Zal
je de smaak ervan te pakken krijgen
Je
hele leven wil je er dan voor geven
Geloof
gewis dat ’t aardig is.
Hij
vroeg (haar) dagen lang, maar ze bleef voor vliegen bang
Na
lang zeuren, zou het gebeuren
Hij
z’n zin, ze stapte in
Ze
rilde over lijf en been
Ze
werd van angst zo koud als steen
De
motor draaide
Wat
haar angst oplaaide
Telken
keer sprak hij dan weer…. (refrein).
Beiden
snorden door de lucht
Van
angst liet ze menige zucht
En
ze beefde
’t
vliegtuig zweefde
Telken
keer op en neer
Toen
ze landde op de aard
Vond
ze ’t wel de moeite waard.
Ze
gaf haar ventje een kus als presentje
't
Was echt zo hij had gezegd... (rerfrein)
Andere
meisje vroegen haar
Gaat
't in zo'n vliegtuig raar?
't
Is zeer aardig
en
merkwaardig
Eer
je 't weet
Heb
je de smaak bet
’t
Dalen is een aardigheid als je zo naar beneden glijdt
Dan
een schokje in je kopje
Ze
kijkt in rond de vaste grond…
|