INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl

Toen honger heel gewoon was

Ed Schilders - met bijdragen van Han van Meegeren (Valkenburg & Goirle) en mevr. De Vries-Blitz (Oisterwijk) & een reactie van Zus van Kollenburg-van de Camp

Naar aanleiding van ‘Het tafellied’ over een menukaart waarop bizarre en onsmakelijke gerechten staan, stuurde Han van Meegeren de feestgids van zijn ouders, die in 1946 in Valkenburg in het huwelijk traden. Onder de titel ‘Wat de pot schaf!’ bevat die gids een humoristisch nep-menu in het plaatselijk dialect. De titel en het jaartal geven al aan dat het zo kort na de oorlog nog behelpen was met de spijskaart. Een beetje spotten met de culinaire werkelijkheid kan dan geen kwaad. Wat een chef-kok op de kaart zou zetten als een ‘heldere bouillon’ wordt in de feestgids dan ook ‘Werm water mèt oigskes’ genoemd; warm water met vetringetjes. Aardappels worden ‘Còloradokever-voor’ genoemd, voer voor de in de oorlog beruchte coloradokever, die de aardappelplant aantast. Het dessert is een ijsje, en dat wordt ‘Coupe Bevroore Water’ genoemd. Wijn is ‘droevesap’, en als de mannen koffie drinken, krijgen de dames ‘Vrouwluujdrenkskes’ (een advocaatje of boerenjongens?) Let wel: dat aten ze dus niet, maar ze lachten erom tijdens het diner.

‘De echte menukaart’, zegt Van Meegeren, ‘is ook bewaard gebleven.’

 

 

En ook die haakt in op de ontberingen van kort na de oorlog. De derde gang is bijvoorbeeld ‘C.C.D.-pasteitjes’ en dat verwijst naar de ‘Crisis Controle Dienst’. De agenten van die dienst namen het voedsel in beslag dat hun landgenoten tijdens de zogenaamde ‘hongertochten’ verzameld hadden. Verder bevat de kaart van dit bruiloftsdiner gerechten als ‘In beslag genomen aardappelen’ en ‘Ondergedoken ossentong’. Zou dat niet een clandestien geslacht rund zijn? Ach, wat zal dat allemaal extra heerlijk gesmaakt hebben. Ik heb mijn best gedaan, maar ik heb niet kunnen ontdekken wat de volgende gang betekende: Peelhaas. Als u het weet mag u het zeggen. Het werd geserveerd met ‘vitamine-compôte’.

Toen was culinair geluk dus nog niet heel gewoon. Dat blijkt ook uit de inzending van mevrouw De Vries-Blitz uit Oisterwijk. Zij stuurde de tekst in van een liedje dat zij, geboren in 1930, van haar vader kent. En die hoorde het weer op de gouden bruiloft van zijn grootouders. ‘Het liedje is niet zo bijzonder’, schrijft ze, ‘maar ik vind het leuk dat op deze manier iets bewaard blijft uit de verleden tijd.’ Die verleden tijd was de crisistijd, de jaren dertig van de vorige eeuw. ‘Toen was voldoende eten’, schrijft mevrouw De Vries, ‘niet voor iedereen vanzelfsprekend.’ De tekst van haar liedje gaat zo:

Laat ons eten, laat ons drinken

Laat ons vrolijk zijn rondom

Laat ons op het welzijn klinken

Van de bruid en bruidegom

Kip en taartjes

Allegaartjes

Tast maar toe, geneer je niet

Eet maar flink je buikje rond

’t Kost je niets en ’t is gezond.


Een reactie van Zus van Kollenburg-van de Camp

Met veel plezier las ik het artikel van Ed Schilders over de teksten van feestliedjes uit de oorlog, rare combinaties van etenswaren die zó natuurlijk "niet te eten" waren.
 
Tijdens het lezen schoot mij een voorval te binnen dat zich in de oorlog voordeed met mijn vader. Stel je voor: een gezin met drie jonge kinderen, een vader die hard moest werken, een grote eter. Nu hebben wij, kinderen, in de oorlog nooit echt honger gehad, maar met onze ouders was dat natuurlijk anders. Mijn vader had eigenlijk altijd honger.
 
Zo ook op die avond dat hij laat van een repetitie thuiskwam. Moeder en de kinderen lagen al in bed. Op het aanrecht stond een glazen schaal met een papje. Hij nam er een schep van...: "lekker". Je begrijpt wel, de schaal was snel leeg.
 
De volgende morgen totale ontreddering bij mijn moeder!  Waar waren haar glasgordijnen gebleven?!  Ze had ze de avond tevoren (mijn vader moest toch weg) van het keukenraam gehaald om ze te wassen. Ze waren moeilijk te wassen omdat ze van papiergaren waren gemaakt. Normaal wassen en spoelen en wringen ging niet, dus maar een nacht in een schaal in een sopje zetten en ze dan de andere dag voorzichtig uitspoelen.
 
Je snapt het al, mijn vader was verrast dat mijn moeder een papje voor hem klaar had gezet, en hij heeft er lekker van gesmuld. Het duurde lang voor er weer een gordijn voor het raam hing.