INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl

Opstel over de koe - Ingezonden door Frans van Gčssel

Ik vroeg de meester of ik iets mocht maken over de koei. Hij vond dat goed maar ik moes niet zeggen koei maar koe.

Ik zat even te spelen met mijn vloeipapier en vroeg hij wat ik aan het doen was. Ik zei heel netjes: "Ik knoe met met mijn vloe meester." Ik moest maar vlug doorwerken volgens de meester. Ik zei: "Dat doei ik al." En kreeg een lel om mijn oren maar zei toch maar nie: Oei, oei!"

Ik weet niet veel van beesten daarom heb ik het aan ome Driek gevraagd die weet beestachtig veel over dieren.

Tante Jans zegt dat hij zo dom is als een os, maar ik vind hem wel een goei kalf al is hij een koei van 'ne vent. Nou begin ik dan met:

 

De koe

 

De koe is 'n inheems dier, ze hoort bij ons land zoals de windmolen, de Volendammerbroek en de Hollandse kaaskop. Onder de oorlog was de koe erg uithuizig, reisde naar Duitsland en werd hier een voorhistorisch dier. Ze ging gaande weg en stierf uit zoals 'n juttepeer.

De koe is een viervoetig dier omdat ze kan loeien en ze twee horens op haar kop heeft. De koe is geen redelijk schepsel zoals sommige mensen, want dan moest ze verstand hebben en dat heeft ze niet. Ze heeft alleen maar een dikke kop, eeltknieën en vergeet-me-nietjes ogen. De koe bestaat zoals de mens uit twee delen, de huid en de ziel. De huid zit aan de buitenkant en daar moet het gras in. De ziel kan je niet zien, die zit in de huid en heet rundvlees. De ziel van de koe is geen zuivere geest, dat kun je omderweg wel zien. Ze doet dikwijls een "akte van hoop", die steeds goed "uitvalt". Een andere naam voor rundvlees is biefstuk, als het taai is en duur kost.

Een koeienbaby heet kalf. De kalveren worden niet op de fabriek gemaakt Ze komen ook niet uit China. Ze komen van de grote ijsbergen op zee die in 't voorjaar 'n hele tijd afkalveren. Daar kunt ge met St.Juttemis de kalveren op het ijs zien dansen.

Kalveren raken heel dikwijls aan de drank, maar er zijn er ook die hun poten van de drank kunnen afhouden die heten dan nuchtere kalveren. Als een kalf haar stiel kent en koe gaat worden, schaft ze zich een stel horens aan en vertoont ze een steeds meer 'n in het oog lopende aanhankelijkheid dat men de uier noemt. De uier is ook een viervoetig diertje. Ze heeft vier pootjes en daar loopt de melk mee. Als de melk is weggelopen en de uier leeg noemt men dát weer melkweg.

Ik zei al dat de koe zit vastgemaakt aan de uier. De koe zit aan de bovenkant zodat het niet in de uier kan regenen, anders zou de melk nat worden. Als de melk toch nat wordt noemt men dat ondermelk (fiets). De uier staat niet op de rug van de koe, omdat de melkstoeltjes te laag zijn.

Onze meester is een geleerde Piet. Hij noemt de uier altijd de lactiferale protuerántie aan de peripherie van het vacale abdómen. En als de meester dat zegt kijkt hij net of hij het ook nog begrijpt.

De melk van de koei wordt verkwanseld en gekwanseld en dat heet dan boter. Boter die helemaal in het geniept wordt gemaakt en waar de koe helemaal buiten wordt gelaten, heet margarine.

In vroeger tijden kwam de boter niet van de koe maar van de hond, die heette dan karnhond. Die werd in een molen gezet en probeerde dan altijd maar zó hard te lopen dat hij z'n eigen kon inhalen. en dát werd dan boter.

Kaas is taai-taai waar ze 20+ op geschilderd hebben. Toen de moffen hier waren jaagden ze voortdurend op jonge kaas. Ze hadden een gruwelijke hekel aan echte belegen Hollandse kaaskoppen. Er zijn ook veel koeien die dat gekwansel van zo'n melktank onder aan hun buik niet kunnen uitstaan. Ze hebben er van af gezien en heten dan stier. Die beesten voelen meer voor sport, zoals de stierenvechterij. Dan kunnen ze echt goed kwaad worden als ze denken dat men hen voor het lapje houdt omdat men hen een lapje vóór houdt. Een stier die heelstom is heet os.

Onze meester weet het natuurlijk weer beter en zegt: "Een os is een doorgefuneerde antifeminist." En toen ik hem vroeg om dat een beetje duidelijker te zeggen zei hij:

"Een os is een celibatair malgré, soit, en toen wist ik nog niks.

Koeien schijnen erg log en lui te zijn maar schijn bedriegt. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt en dat heet dan runderhaas. Ouwe koeien gaan altijd in de sloot liggen, waarom weet ik niet, maar ge moet ze altijd laten liggen en zeker geen ouwe koeien uit de sloot halen, anders worden de mensen kwaad. De koe is ook een herrkauwend dier, dat wil zeggen, dat ze pas begint te eten als ze er mee uitscheidt. Ik zou ook wel een herkauwend dier willen zijn voor pudding en taartjes, maar niet voor levertraan. De maag van de koe is heel gek. Daar zijn veel kamers in. Het is een flatgebouw met een lift van boven en via een brandtrap van achteren de straat op. Heel rijke mensen houden ook wel eens een koe en die heet dan gouden kalf, dat is het jong van een melkkoetje. De Joden hadden vroeger voor de aardigheid ook eens een gouden kalf gemaakt, want voor een koe hadden ze geen gras genoeg in de Sahara. Mozes was in de wolken toen hij dat hoorde, dat wil zeggen, hij was toen op de hoge berg in Suna waar hij tafels moest gaan kopen. Waarvoor weet ik niet. En toen hij naar omlaag kwam en dat kalf zag werd hij woest en smeet zijn twee tafels op het beest zijn kop. Maar daar kreeg hij straf voor. O.L.H. stopte hem van kwajigheid met allebei zijn blote voeten in een brandende braamstruik en zei:

"Waarom moes jij die twee tafels naar de bliksem helpen? Één was al welletjes geweest. Nou kan ik weer nieuwe tafels gaan maken, en er is toch al zo weinig hout in deze negorij. Daar zulde weinig plezier aan beleven," zei O.L.H., en gaf Mozes twee horens op zijne kop net als bij een koe. Zo gauw als ze de Smousen van Mozes zagen aankomen riepen ze: "Daar heb je dat kalf Mozes weer!" Daarom gooide Mozes ten lange laatste voort altijd zijne zakdoek over zijne kop.

Dit is allemaal zowat het voornaamste van de koe. maar er zit nog veel meer dierkunde in dat beest. Ik zal nou maar niks meer vertellen van die dierkunde of zoölogie, want anders gaat ge nog zeggen: Hij geloofde'n het zelf, zo-loog ie.