INHOUD FEEST
INHOUD VARKEN
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl

Opstel over de hond - Ingezonden door Frans van Gèssel

Is me dat een hondenleven! Nou moet ik weer een opstel maken over de hond. Dat moet ik van de rooie, onze meester, 'ne kwaaie die bekend staat als een bonte hond. Hij zei: "Jij met je melkboerenhondenhaar, maak eens een opstel over de hond. Nou ben ik zone does dat ik het nog doe ook.

 

 

De hond

De kinderen komen uit China en de kleine hondjes uit het nest., maar hoe ze daar in komen weet ik niet. De hond bestaat vanonder uit poten maar boven niet. Daar is hij gemaakt van haar met een lijf ertussen. Voor aan de hond zit de kop omdat daar ook de bek is. Die dient weer voor de tong want daar moet een hond mee zweten. Dan is ie bekaf. De bek kan open en dicht. Open noemt men blaffen en kan hij er zelfs mee bijten. Achteraan zit geen kop want daar is geen bek en hoeft ie dus niet te blaffen of te bijten. Men kan altijd goed zien wat achteraan is bij een hond. want daar is zijn staart vastgemaakt. Wanneer die heen en weer zwiept heet dat kwispelen. Kwispelt de hond altijd maar door dan noemt men dat kwispeldoor. De staart van de hond zit vastgemaakt aan de ruggewervel, maar ik weet niet of de wervel er altijd op zit.

's Morgens zijn de honden altijd het vrolijkskt, dan worden ze zelfs uitgelaten. Sommige honden die uitgelaten zijn doen niets, anderen doen een hele hoop.en daar glijdt men over uit en heet dan een hondenbaantje. Als twee honden vechten zijn ze altijd met drieën, en die derde loopt dan weg met een been. Dat begrijp ik niet helemaal omdat de hond er vier heeft.

Er zijn heel veel soorten honden waarvan de bonte hond wel de bekendste is. Zo zijn er ook de rooie hond, de herdershond, de karnhond en de waakhond en nog veel meer. Met de karnhond botert het niet zo goed meer, die is zo goed als uitgestorven. Onze meester, de rooie, zegt dat de karnhond een voorbeeld was van een vicieuze cirkel. Hij legde dat niet uit dus zal het wel iets vies geweest zijn. De karnhond liep altijd zo hard als hij kon om zij eigen in te halen en dan werd het boter. Vroeger werd dan ook de boter gemaakt door de hond en de boerin. Tegenwoordig door St. Isidorus, St. Lucia en St. Lambertus. Boter waar geen heiligen hun vingers naar uitsteken heet margarine. Zulke niet gecanoniseerde boter wordt bij voorkeur gegeten in heilige plaatsen zoals kloosters.

Een heel gek soort hondebeest is de hazewind. Hij bestaat uit zo goed als niets met poten er onder. Een hazewind zijn lijf is altijd ver boven de grond en daarom is het maar goed ook dat O.L.H. hem lange poten heeft gegeven, andres kon hij onmogelijk aan de grond komen en nou gaat het nog maar krek. Een hond kan moeilijk gewoon lopen. Bijna altijd draaft hij en dat is de overbakende hondsdraf.

Een gemeen soort hond is de dolle hond. Hij wordt dol met zijn bek want daar zit het in. Ik weet niet hoe het erin komt. Een dolle hond moet men niet los laten lopen, want dat is te dol om los te lopen. Als tegenwoordig een dolle hond bijt, geeft dat toch lekker niks meer. Dat komt door een zekere pastoor in Parijs die iets tegen de dolligheid heeft uitgevonden. Sindsdien heeft men er niks geen dol meer mee. Dat heeft die pastoor eiges gezegd toen hij over dolle honden praatte want toen zei hij:

"Dolce farniente." Dat is Frans en betekent: dolle honden doen niks.

Ik heb vergeten iets te zeggen over de dashond of takshond. Die heet zo omdat hij vroeger wel werd gebruikt om een das de das om te doen.

De hond treft men zogezegd overal aan: in Lapland, in Rusland en in Engeland

waar het allemaal doggen zijn.

Een speciaal soort drankzuchtige honden vindt men in de bergen en heten Sint Berhardshonden die altijd met een fles snevel rondlopen. Daar komen de verloren gelopen mensen op af, nou en of, en zijn dan gered door de snevel.

In een bepaald deel van het jaar lopen er veel honden op straat. Ik denk dat dat de bekende hondsdagen zijn, dagen van aandoenlijke hondentrouw met een snufje van dit en een snufje van dat.

Dit is dan de staart van het opstel want de meester zei: "Komt ge over de hond dan komt ge ook over de staart. Zone rooie toch!