INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl

De schepping - Ingezonden door Max van Alphen & Nico Verhoof


Inzending van Max van Alphen

toen onze heer de wereld schiep

schiep hij een mens uit klei

hij maakte een vrouwtje en een man

wat waren ze toch blij

ze speelden samen tikkertje

en meer nog van die dingen

er was nog geen belasting dus

ze deden niks als zingen

 

tralalalala tralalalala 2x

 

adam lag den helen dag

mee z'ne blote mik in't gras

en eva dacht dat ze knapper dan

de knapste filmster was

ze zei als ik jouw kuiten zie

dan moet ik altijd gillen

en adam nam ze stevig vast

en sloeg haar op d'r billen

 

den heer die zei ge eet maar raak

er is van alles zat

maar van die boom met bellefleurs

daar wordt nie van gejat

want anders zal ik jullie vlug

wel potvermillemoppen

door michaël met vlammend zwaard

mijn hof uit laten schoppen

ze schudden toen mee hunne kop

en zeiden nee nee nee

dat doen we niet o lieve heer

daar doen wij niet aan mee

maar ach ge weet de wil is goed

maar 't vlees is o zo zwakjes

de duivel had een ander plan

en zat al in de takjes

 

de duivel hield nog efkes aon

en eva trapte er in

zo kreeg dat loeder van een slang

toch lekker nog z'ne zin

en eva holde op een draf

naar adam met een kreetje

en sprak mijn lieve oude sok

toe hap nou ook een beetje

 

ter wille van de goede vree

beet adam in de vrucht

maar nauwelijks had hij dat gedaan

of plots betrok de lucht

de heer verscheen met groot kabaal

en riep hen op het matje

ze bonden in de haast nog gauw

voor hunne buik een bladje

 

hij stopperspilde hen eruit

en zei ge bent wel zot

ge komt er lekker nie meer in

ik doe mijn tent op slot

ge zie maar da ge te eten krijgt

ik zie u voor 't leste

ge hebt bij mij uw erwten uit

bonjour 't allerbeste

 

ze kropen samen in het bos

zo zonder kleren aan

ze durfden in hun blote vel niet

naar de stad te gaan

maar sinterklaas die met het lot

van d'armen steeds begaan is

die stuurde hen een pakje vol

van jansen en tilanus

 

op zekere dag dan belde zij op

zeg adam kom naar huis

ik voel me toch zo misselijk

het is beslist niet pluis

toen adam kwam lag zij in bed

en eva had een kleurke

en eva sprak dit is je zoon

we noemen hem bellefleurke

 

adam zei dit grapje kost

veel centen naar ik vrees

en eva sprak wat geeft dat nou

we trekken toch van drees

en eva kocht bij v & d

een mooie kinderwagen

adam ging intussen om

zijne kinderbijslag vragen


 

Inzending van Nico Verhoof

 

Adam en Eva.

Toen Ons Heer de wereld schiep
schiep Hij de mens van klei.
Hij maakte een vrouwtje en een man
wat waren die twee toch blij.
Ze speelden samen tikkertje
en nog wat van die dingen.
Er was nog geen belasting toen
dus deden ze niets dan zingen.

En Adam lag de hele dag
met z'n grote mik in 't gras
en Eva zei dat ie knapper dan
de schoonste filmster was.
Ze zei als ik oe kuiten zie
dan moet ik er van gillen.
Maar Adam viet ze stevig vast
en sloeg haar voor d'r billen.

De Heer die zei: ge eet maar raak,
er is van alles zat,
maar van die boom met bellefleur
daar wordt niet van gejat,
want anders zal ik vliegensvlug
van pot vol melemoppen
door Michael met zijn vlammens zwaard
m'n hof uit laten schoppen.

Ze schudden toen met hunne kop
en riepen nee, nee, nee,
dat doen we niet, O Lieve Heer,
daar doen we niet aan mee.
Maar als je weet: de wil is goed
het vlees is o zo zwakskes
de duivel had een ander plan
hij zat al in zijn saskes.

Hij was gekropen in een slang
en lag zo op de loer
Hij wachtte toen op Eva-lief
en maakte hare toer.
Hij spark tot haar: " maddemaselleke,
wilde gij een bellefleurke?".
Het vrouwke sprak dat mag ik niet
en kreeg pardoes een kleurke.

De duivel hield nog efkes aan
en Eva trapte er in.
Zo kreeg die loeder van een slang
toch lekker nog d'r zin.
En Eva holde op een draf naar Adam met een kreetje
en sprak: " m'n lieve ouwe sok,
toe, hap nou ook een beetje".

Maar nauwelijks had hij dit gedaan
of plots betrok de lucht.
Ze bleven toen niet langer staan
maar sloegen op de vlucht.
De Heer verscheen met groot kabaal
en riep hen op het matje,
ze bonden in hun haast nog gauw
voor hunne buik een blaadje.

Hij stopperspilde hen eruit
en zei: " ben je nou zot,
ge komt er lekker nier meer in
ik doe mijn tent op slot.
Ge ziet maar da bge eten krijgt,
ik zie oe voor het leste,
ge hebt bij mij oew erwten uit,
bonjour, het allerbeste".
Ze kropen samen in het bos
zo, zonder kleren aan.
Ze durfde in hun blote vel
niet naar de stad te gaan.
Maar Sinterklaas die met het lot
der armen steeds begaan is,
die stuurde hun een pakske vol
van Jansen en Tilanus.

En Adam trok op werk uit,
ze hadden nog geen centen.
Hij bleef een beetje in het vak
en ging met appels venten.
En Eva kocht een mantelpak
en Adam een sjaketje,
pantoffels en een boordeknoop
en Eva een korsetje.

Op zekere dag belde ze op:
" toe Adam kom naar huis.
Ik voel me toch zo misselijk,
het is beslist niet pluis".
Toen Adam kwam lag ze in bed
en baby had een kleurke,
en Eva zei: " dit is je zoon,
we neomen hem bellefleurke".

En Adam zei: " dit grapje kost
veel centen naar ik vrees".
Maar Eva zei: "wat geeft dat nou,
we trekken toch van Drees".
En Eva kocht bij V & D
een mooie kinderwagen.
En Adam ging in tussentijds
zijn kinderbijslag vragen.

Ik heb me in dit mooie vers
misschien wel eens vergist.
De feiten ken ik niet precies,
er was geen journalist,
en ook geen krant, dus weet ik niet
of het allemaal wel waar is.
Wel weet ik dat het nageslacht
sinds die tijd de sigaar is.

Als Adam er niet was geweest
en Eva evenmin
dan hadden we vandaag geen feest
en ook geen goede zin.hebben ze allebij
van het appeltje gegeten
want anders hadden we nu niet
aan het borreltje gezeten.