De
coupletten van deze Schnitselbank beginnen steeds met 2 vragen en
2 antwoorden; de vragen worden door de zanger gesteld, de
aanwezigen zingen antwoord en refrein.
Bijvoorbeeld:
Vraag. Is
dat niet een Schnitselbank?
Antwoord.
Ja, dat is een Schnitselbank.
Vraag. Is
dat niet een kort-en-lank ?
Antwoord.
Ja, dat is een kort-en-lank.
Dan
volgt het refrein, gezongen door allen. Daarbij worden de twee
begrippen uit de vragen steeds toegevoegd aan de standaardregel:
O die
schöne, o die schöne, o die schöne …
In dit
geval dus:
O die
schöne, o die schöne, o die schöne Schnitselbank !
O die
schöne, o die schöne, o die schöne Kort-en-lank !
Ons
voorbeeld gaat aldus verder:
V. Is
dat niet een Starrenhimmel ?
A. Ja,
dat is een Starrenhimmel.
V. Is
dit niet een kop van Schimmel ?
A. Ja,
dat is een kop van Schimmel.
Refrein
V. Is
dat niet een Poedelhond ?
A. Ja,
dat is een Poedelhond.
V. Is
dat niet een groote mond ?
A. Ja,
dat is een groote mond.
Refrein,
etc.
Is dat
niet een vette Gans?
Ja, dat
is een vette Gans.
Is dat
niet een rare Hans ?
Ja, dat
is een rare Hans.
Is dat
niet een Koekepan ?
Ja, dat
is een Koekepan.
Is dat
niet een Mamsel-marian ?
Ja, dat
is een Mamsel-marian.
Is dat
niet een roomer Wijn ?
Ja, dat
is een roomer Wijn.
Is dat
niet een dronken Zwijn ?
Ja, dat
is een dronken Zwijn.
Is dat
niet een Mes en Sabel ?
Ja, dat
is een Mes en Sabel.
Is dat
niet een Groote Snabel ?
Ja, dat
is een Groote Snabel.
Is dat
niet een Mosterdpot?
Ja, dat
is een Mosterdpot.
Is dat
niet een groote Zot ?
Ja, dat
is een groote Zot.
Onderaan
staat deze toelichting:
Deze
vragen en antwoorden geschieden telkens vooraan beginnend,
opklimmend en daarna ook afdalend voor al de Afbeeldingen welke
door den zanger van de vragen achtereenvolgens met een stokje
worden aangewezen op het Gezelschapspel, dat tegen den muur moet
hangen. Na elke nieuw bijgevoegde vraag zingen allen.