Vallen
Ed
Schilders
Het is niet leuk, maar
het is wel geschiedenis: de bevrijding van Nederland ging ook
gepaard met wraakgevoelens. NSB’ers, onderduikersjagers, OW’ers
(de woekeraars), en collaborateurs moesten het ontgelden. En dat
geldt ook voor hen die toen, ook in de straat- en volksliedjes, de
‘moffenmeiden’ werden genoemd. Liedjes als granaten. Op de
wijze van ‘En datteme toffe jongens zijn’ bijvoorbeeld. Eerst
wordt ‘de mof’ bezongen, daarna de NSB’er, en dan: En waar
de moffenmeiden zijn, dat willen wij weten/ Daarom komen wij,
daarom komen wij/ (2x) - Overal/ Scheer ze kaal, scheer ze kaal/
Heel de vuile troep, heel de vuile troep/ (2x) - Of in de soep.
Deze tekst is afkomstig uit een liedjesschrift uit de
oorlogsjaren, waarin ook een liedtekst staat op de wijs van ‘Wir
fahren’, met deze twee regels: De moffenmeiden niet vergeten/
Met een brandmerk, die hebben het verdiend. Als ik zulke teksten
lees, word ik op en neer geslingerd tussen begrip en schaamte,
liggen ‘toffe’ en ‘moffen’ ongemakkelijk dicht bij elkaar.
Een lange liedtekst
die door mevrouw Kafoe is ingestuurd, heeft als refrein een
variant op de tekst over de Grebbeberg, waarover ik vorige week
schreef: Ik denk aan hen, aan hen die zijn gevallen… Maar ‘vallen’
is hier geen sneuvelen. Hier wordt ‘gevallen’ voor de
bevrijder: Verloofd, getrouwd, het heeft vandaag geen waarde/ Het
Engels product brengt menigeen in ’t gevaar. Het refrein luidt:
En moeders met hun dochters/ Van nauwelijks achttien jaar/ Die
brengen door hun gulzigheid/ Deez kind’ren in gevaar/ De Tommies
(Engelse soldaten) geven etenswaar/ cigaretten en nog meer/ De
ouders geven dan in ruil/ Hun kinds geluk en eer.
Thieu van de Ven
stuurde een tekst die, zeg maar, inhaakt op de tweede generatie:
oorlogskinderen. Van de Ven noemt het ‘een echt gevoelige
smartlap’ en daarin heeft hij volkomen gelijk. Het lied gaat
namelijk over een kind dat zijn moeder vraagt waarom hij door zijn
klasgenootjes wordt uitgescholden voor ‘bastaard’. De moeder
antwoordt: Weliswaar, je bent nog jong/ maar thans zul je het
weten/ Hoe je moeder in die tijd/ Zich zelve heeft vergeten/ Zo,
nu weet je lieve kind, waarom andere mensen/ Jou als Duits
soldatenkind, als bastaard verwensen. Van de Ven schrijft dat dit
lied bij hem thuis in de winter van 1944 gezongen werd met
vluchtelingen uit Oirschot, maar ook dat de tekst al uit de Eerste
Wereldoorlog stamt. Oorlog is altijd hetzelfde: één brok
ellende.
|