Hoeveel
Goden zijn er?
Een
boer uit Bakel kwam eens te Rome en werd door den Paus in verhoor
ontvangen. Deze vroeg hem van waar hij kwam. 'Van Bakel,' luidde
het antwoord.
'En
waar is dat gelegen?' vroeg de Paus.
'In
de Meierij van den Bosch, op het einde wereld, in een land, waar
men zijn aarde brandt, zijn paarden eet, waar men door de
schoorsteen in huis treedt, waar de man bij de meid slaapt en de
knecht bij de vrouw...'
(Die
van Bakel branden turf en eten de ossen, die er als trekdier het
paard vervangen. Bij de arme zandboertjes, bij wie de deur ter
zelfdertijd als schoorsteen dienst deed, is de man tevens knecht,
de vrouw tevens meid.)
Verontwaardigd
sprak de Heilige Vader: 'Maledicta Bakelorum!’ en vroeg verder
of er in dat land ook christenen waren en of hij zelf een christen
was. Ja, dat was zoo.
Gelooven
deed de Paus dat niet recht en ging daarom voort: 'Hoeveel goden
aanbidt men te Bakel?', waarop de boer prompt bescheid gaf: 'Vier!
namelijk den Vader, den Zoon, den H. Geest en Zijne Heiligheid,
onzen Heere God, den Paus', waarop de H. Vader, geroerd door
zooveel eenvoud, uitriep: 'Benedicta Bakelorum!’