Uienstruif
De
grote en de kleine boodschap, de scheet en het windje, er wordt
blijkbaar makkelijker over gelachen dan gepraat. De afgelopen
maanden kregen we regelmatig volks- en feestliedjes en
voordrachten op dit thema toegestuurd, en daar halen we onze neus
niet voor op. Zeker niet nu de heer Van de Pol de moeite genomen
heeft om een lange tekst over te schrijven die ‘De warme winden’
heet. Hij vond het rijm, schrijft hij, ‘in een boek dat een oom
van mij met de kroontjespen heeft volgeschreven.’ Die oom droeg
de tekst op feesten voor rond 1890!
Het
gaat over een student die op zijn verjaardag bij zijn tante gaat
eten. Het begint zo: Ik was die morgen juist verjaard/ En tante
wist dat ook/ Ze had een varkenskluif bewaard/ Wel twee jaar in de
rook. Tante pakt flink uit: Ze bakte mij een uienstruif/ Die woog
zowat drie pond/ Ook kreeg ik van het zwijn een kluif/ Die zwart
zag van de grond. U raadt het gevolg: De winden braken weldra uit/
Ik blies er maar z’n best/ Gelijk de donder was’t geluid/ De
stank was als de pest. Overal waar de student vervolgens komt, in
winkel, kerk, en kroeg, krijgt hij last van zijn gasfabriek. Hij
schaamt zich, maar kan het ook niet helpen.
Wat
deze tekst bijzonder maakt, zijn de coupletten die vooroordelen
doorprikken. Als de student in een koffiehuis zit en er weer
eentje moet laten vliegen, krijgt een jood de schuld van de
stankoverlast. Daarna gaat hij naar zijn ‘logement’, en daar
zitten ook Duitsers te eten: Drie moffen zaten in een hoek/ En
dronken daar een pint/ Ze aten struif en dikke koek/ Toen liet ik
weer een wind. Maar de Duitsers krijgen de schuld: Dat beestig
stinkend moffengoed/ Is het gemeenste grauw/ Wat je daarmee naar
binnen roept/ Zei de kroegbaas tot zijn vrouw.
Het
rijm eindigt met de plechtige belofte: Toen ging ik vrolijk en
verblijd/ Weer naar mijn oude heer/ En ik eet in gans mijn
levenstijd/ Geen uienstruif niet meer.
Kent
u nog andere teksten over hoge- en lagedrukgebieden? De volledige
lotgevallen van onze student vindt u op de website www.cubra.nl.
U kunt inzenden per post of via leed@brabantsdagblad.nl.
|