De
peren
Als
’t bataljon ging uit marcheren
Marcheerde
Jopie mee
Ze
droeg een mandje vol met peren
Ze
droeg er soms wel twee
Zodra
de jongens rusten mochten
Was
Jopie al present
En
al de landweermannen kochten
Een
peertje voor een cent
Ze
sleet ze aan het luitenantje
En
aan de korporaal
De
ziekendrager, het sergeantje
Ze
kochten allemaal
Ze
bleef maar altijd mee marcheren
Al
brandde ook de zon
En
Jopie die verkocht maar peren
Aan
het hele bataljon
De
jongens mochten Jopie lijen
Want
Jopie mocht er zijn
De
meeste vroegen tussenbeien
'Zeg
Jopie ga met mijn!'
En
Jopie liet zich gauw bepraten
Ze
had een week gemoed
En
vaak kwam een van de soldaten
Haar
's avonds tegemoet
Dan
liep ze met het luitenantje
Dan
met de korporaal
De
ziekendrager, het sergeantje
Ze
liep met allemaal
Ze
mochten allen concurreren
En
niemand die het won
Want
ze sleet haar liefde als haar peren
Aan
het hele bataljon
Maar
toen vertrokken de soldaten
En
Jopie had verdriet
Met
een had zij nog iets te praten
Maar
wie. ..dat wist zij niet
Ze
zag de toekomst donker dreigen
Daar
floot, daar ging de trein
Ze
overlegde bij d'r eigen
Wie
of het toch kon zijn
Ze
dacht eens aan het luitenantje
De
knappe korporaal?
De
ziekendrager? Het sergeantje?
Ze
dacht aan allemaal!
Ze
stond nog lang te prakkizeren
Aan
't einde van ’t perron
Maar
ze zat met de gebakken peren
Van
het hele bataljon
MUZIEK:
DIRK WITTE
REPERTOIRE:
JEAN-LOUIS PISUISSE; HERMAN THOLEN
Uit:
Omdat ik zoveel van je hou - Nederlandse
chansons en cabaretliederen 1895-1958