En de
man kwam thuis (wie z’n hoed is dat)
Ik mag het
bedoelde liedje al ruim 25 jaar zingen maar ik ken het onder de
titel "En de man kwam thuis" ..
Ik weet
dat "de Kadullen "uit België het al opgenomen hebben op
een LP in 1972.
In 1983 is
er de door mij gezongen versie uitgekomen waarbij de antwoorden
van de vrouw ingezongen werd door Els Hendriks die toen deel uit
maakte van de Tilburgse volksmuziekgroep "Fluitekruid"
evenals haar vriend Rolf Jansen.
Als
singeltje heeft het liedje diverse weken in diverse hitparades
gestaan (o.a. de nationale hitparade en de piraten top 5 van de
Tros waar hij op nummer 1 terechtkwam)
In de
versie van "De man kwam thuis" zoals ik hem zong tot
1983 was er nog een coupletje bij namelijk dat de man een vrèmd
kunstgebit vond, waarvan zijn vrouw antwoordde "ach lieve
vent dès gin kunstgebit màr n muizeval van mij" ‘waarop
de man weer antwoordde dat hij een muizeval meej taanden erin nog
nooit gezien had.
Doordat de
singel niet véél langer dan 3 minuten mocht worden heeft de
producer het couplet van het kunstgebit geschrapt. Jammer maar
helaas!! (Dit gebeurde wel vaker De Witpen heeft eigenlijk ook 6
coupletten.)
Vanaf 1983
had ik goede achtergrondmuziek van "De man kwam thuis"
en kon ik er samen met een vrijwilligster uit de zaal een hele act
van maken. De vrouwenstem van Els staat ook op de
achtergrondmuziek.
Gedurende
het liedje reik(te) ik de dame dan een hoed, een jas, een broek,
een schoen en een vreemde vent (pop met een grote snor) aan en
trok ze de bewuste kledingstukken aan. Omdat het (als ze goed
playbackte) leek of zij zelf de antwoorden gaf schijnt dit
behoorlijk komisch te zijn.
In 1995 is
op de verzamel-cd " ’n Maand vol liekes" het bewuste
liedje terecht gekomen in de originele versie van 1983!
Het andere
liedje van de hoed zing ik ook nog regelmatig maar dan wél
tijdens optredens voor niet te grote groepen op
kampeerboerderijen, reünies en kampvuur-avonden. Ik heb het over
het liedje van tante Jet die in 1870 kwam te stèèrven en waarbij
ik van haar kwam te èèrven.
Ik heb
hier speciaal een flinke verzameling hoofddeksels voor in de meest
uiteenlopende vormen van sombrero tot flip-fluitketelmoor en van
hoge zijde tot bondmuts.
Dit zing
ik eerst een keer voor en daarna zingen ze met z’n, allen mee en
geven de hoeden door en zetten ze de aangereikte petten e.d. op.
Dit wordt
bijna altijd een vrolijke "puinhoop" en hoe verder dat
we komen hoe komischer dat het wordt.
Van de
kruisweg herinner ik me nog goed het steeds na elke statie
terugkerende "refrein" zoals het in Goirle of in Riel
(waar ons Marian vandaan komt)
‘Tussen
Tilburg en Besoyen
stikken de
meensen van de vlooien'.
Ook
herinner ik me nog vaag enkele staties
‘Jezus
zei tegen z’n schare, we drinken geen wijn maar ouwe klare!'
en
‘Jezus
zei tegen zijn discipelen, we laten de fietsen thuis en gaan
tippelen!'